Casus 2 - Zien in leeftijdsfasen
Leerdoelen
1. Ontwikkeling van de visus
2. Emmetropie
a. Refractieafwijkingen
3. Accommodatie en presbyopie
4. Amblyopie
5. Strabisme
6. Top drie oogaandoeningen van blindheid
a. Cataract
b. Glaucoom
c. Leeftijdsgebonden maculadegeneratie
7. Retinoblastoom (kort)
1. Ontwikkeling van de visus
De visus is weliswaar aangeboren, maar niet alle functies zijn bij de geboorte volledig
ontwikkeld. Het oog van een pasgeborene beschikt nog niet over zijn volwassen
mogelijkheden. Het netvlies is nog niet geheel ontwikkeld en de nervus opticus is nog niet
volledig gemyeliniseerd. Vermoedelijk ziet een pasgeborene vormen en kleurvlakken,
zonder details te onderscheiden. Zeker is wel dat het leerproces in de eerste maanden post
partum een zeer snelle ontwikkeling doormaakt. Al vrij snel, veelal direct vanaf de geboorte,
kijkt het kind ingespannen naar zijn moeder als ze tegen hem spreekt, en vanaf een week of
zes begint hij te glimlachen als ze tegen hem praat. Dat het bij het gezichtsvermogen niet
alleen draait om het functioneren van de ogen, zal uit het volgende voorbeeld duidelijk
worden. Een kind van 4 à 6 weken zal niet alleen tegen zijn moeder lachen, maar ook tegen
een kaart in de vorm van een gezicht met ogen. Het zal hem geen verschil zijn of er twee of
zes ogen op staan. De interpretatie van aangeboden voorweren, met andere woorden de
verwerking van de informatie door de hersenen, speelt bij het zien een zeker even
belangrijke rol als de eerder genoemde functies.
In de visusontwikkeling kunnen twee perioden onderscheiden worden:
1. De kritische periode: die loopt van 0 tot 4 maanden post partum. In deze periode
kunnen door onvoldoende visuele prikkels, bijvoorbeeld bij strabisme, verworven
functies snel verloren gaan.
2. De plastische periode, die zich uitstrekt van 4 maanden tot ten minste 8 jaar. In deze
periode worden bepaalde functies nog aangeleerd en verfijnd, bijvoorbeeld het
stereoscopisch zien.
In de ontwikkeling van de oog-handcoördinatie speelt visus een belangrijke rol.
Functionele ontwikkeling van het zien
Kritische periode
0 weken - Ogen dwalen schijnbaar doelloos rond, met momenten van vluchtig
oogcontact
1 week - Scherp zien op afstand minder dan 20 cm
- vluchtige volgbewegingen
- rechte oogstand vvan alert kind, soms convergent ten gevolge van
autonomie pikkels, soms divergent ten gevolgde van aandachtsverslapping
, 2-6 weken - scherp zien op 20 cm, snel toenemend ten gevolge van toenemende
contrastgevoeligheid en contourverscherping
- gezichtsveld neemt toe van 45 graden bij 2 weken tot 90 graden bij 4 à 6
weken (dit is de helft van het volwassen gezichtsveld
- bewegend object wordt gevolgd tot aan de mediaanlijn, aanvankelijk nog
met schokkende oogbewegingen
- duidelijke reactie op het gezicht van de moeder begin van het binoculaire
zien bij 6 weken
8 weken - scherp zien tot ongeveer 75 cm
- beweging object wordt soepel over de middellijn gevolgd
- door de asymmetrische tonische nekreflex wordt de oog-handcoördinatie
geoefend
12-13 weken - scherp zien tot 1,5 meter
- gezichtsveld
- goed gerichte convergentie
15-16 weken - binoculair zien goed ontwikkeld
- goede coördinatie van hoofd- en oogbewegingen
2. Emmetropie
Lichtstralen vallen het oog binnen via het hoornvlies en de pupil. Vervolgens komen ze
terecht bij de lens. De lens bevindt zich achter de pupil en heeft een platte bolvorm.
Om scherp te zien is het nodig dat lichtstralen uit de buitenwereld precies op het netvlies
samenvallen. Bij het normale oog zorgt de breking (refractie) van het hoornvlies en de lens
in het oog ervoor, dat bij zien in de verte een scherp beeld op het netvlies ontstaat. De
beelden worden vervolgens, via de oogzenuw, doorgegeven aan de hersenen. Hier worden
de beelden van beide ogen gecombineerd en krijgen we de ervaring die we “zien” noemen.
Het oog is een optisch systeem waarin de convergerende lens na lichtbreking een beeld
projecteert op het netvlies. Doordat de lens van vorm en dikte kan veranderen, veranderen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dlcdejong. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.