Een samenvatting van het vak HR en Leiderschap, leerjaar 2 van de opleiding HRM. In de samenvatting staan de eerste drie hoofdstukken van Leiderschap In Ontwikkeling (Goossens) en H11 + H12 van Gedrag in Organisaties (Robbins & Judge). Daarnaast zijn de benodigde artikelen opgenomen. De auteurs van...
Samenvatting HR & Leiderschap
H1 – Leiderschap in ontwikkeling (Goossens): Wat is leiderschap?
1.1 Het belang van leiderschap
Volgens de Haan en Kasozi (2014) zijn er drie verschillende soorten bijdragen die leiders leveren aan een groep,
team of organisatie:
1. een leider zorgt voor veiligheid en bescherming
Onzekerheid reduceren en bescherming bieden, info geven, regels geven, oog voor emotie hebben: het
voelende aspect van leiderschap
2. een leider zorgt voor inspiratie en zingeving
Creëren van een gezamenlijk doel, helpt individuen een bijdragen leveren aan het gezamenlijke doel,
waar doen we het voor: het denkende aspect van leiderschap
3. een leider zorgt voor ondersteuning en facilitering
Wat is nodig om het doel te behalen, het regelen van middelen en het inrichten van processen, scholing
en ontwikkeling: het handelende aspect van leiderschap
1.2 Definities van leiderschap
Leiderschap is in de loop van de jaren flink veranderd. Er zijn meer dan 1500 definities van leiderschap. De
huidige omschrijvingen van leiderschap richten zich minder op hiërarchie en meer op netwerkstructuren in plaats
van grote bedrijven. Wel staan veiligheid, zingeving en faciliteren nog hoog.
De eigentijdse definities van leiderschap: Peter Drucker geeft de volgende definitie: het verheffen van iemands
visie tot grotere hoogte, het verbeteren van zijn prestaties en het uitbouwen van iemands persoonlijkheid door
grenzen te verleggen. Het gaat hier niet alleen om de leider zelf en zijn of haar visie en prestaties. Ook gaat het
om de volgers. Vanaf deze definitie wordt leiderschap meer gezien als een proces tussen leiders en volgers dan
als eigenschap van alleen een leider.
Overeenkomstige elementen uit verschillende definities van leiderschap:
De persoon van de leider
Een (groep) volger(s)
De relatie tussen leider en volger
Een gezamenlijk doel en motiveren om dat doel te bereiken
Het gedrag van alle betrokkenen
Een leider moet effectief en moreel zijn
De elementen zijn voortdurend in beweging en in ontwikkeling. Het geheel vormt een dynamisch proces (de
elementen personen, relatie, doel, motieven en gedrag).
1.3 Het verschil tussen leiderschap en management
Vroeger ging het meer om managen, waarbij de aandacht lange tijd gericht was op het verhogen van de
arbeidsproductiviteit en het zo efficiënt mogelijk runnen van het bedrijf: het ging om POSDCORB (Planning,
Organizing, Staffing, Directing, Co-Ordinating, Reporting en Budgeting). Tegenwoordig is de aandacht
verschoven naar leiderschap.
Goederenproductie is door de industriële revolutie veranderd:
Van kleine ambachtsbedrijfjes > massaproductie.
Dit bracht andere vormen van organiseren met zich mee:
- Horizontale arbeidsdeling: verschillende stappen in het productieproces worden door verschillende mensen
uitgevoerd (de een doet dit, de ander doet dat, etc.)
- Verticale arbeidsdeling: De stappen van horizontale arbeidsverdeling moeten worden gecontroleerd. Er
worden nog meer taken afgesplitst, die hoger in de organisatie liggen. Er wordt uitgegaan van een
traditioneel organogram wanneer de verschillende stappen in het proces worden gepland en op elkaar
worden afgestemd, de kwaliteit wordt gecontroleerd en er in wordt gegrepen als het niet goed gaat.
Om opgesplitste taken op elkaar af te laten stemmen is er management nodig. Management is gericht op het zo
effectief en efficiënt mogelijk werken, doelen behalen tegen zo laag mogelijke kosten.
1
,Verschil tussen leiderschap en managers:
Managers Leiders
Sturen mensen en processen aan Door mondiale veranderingen is er een groeiende
Zien erop toe dat afspraken worden nagekomen, belangstelling voor leiderschap
doelen worden gehaald. Problemen > onzekerheid over werk, inkomen,
Sturen bij daar waar nodig identiteit, toekomst.
Behoefte aan mensen die oplossingen hebben en
ons helpen die te realiseren.
Doorlopen de PDCA-cirkel (Plan, Do, Check, Act) Zorgen ervoor dat we naar B willen.
Start with Why (Sinek): wat moet er gebeuren Houden zich bezig met de antwoorden op de
en hoe gaan we het doen? WHY-vraag vragen waarbij het gaat om
Zorgen ervoor dat we van A naar B komen betekenis en motivatie.
Waarom doe je dit? Wat betekent dit werk voor
jou? Waar draagt het aan bij?
1.4 Leiderschap en macht
Leiderschap kan niet los worden gezien van macht. Zonder macht kan een leider de volgers niet beïnvloeden. Er
zijn 3 verschillende soorten macht:
1: formele macht:
De macht die je hebt op basis van je functie of positie (bijvoorbeeld straffen of belonen). Als hier sprake
is van onderliggende wetten en regelgeving > legitieme macht. Voorbeelden van formele macht > Noord
Korea, Wit Rusland, maar ook je eigen leidinggevenden.
2: expertisemacht:
De macht die gebaseerd is op iemand ervaring of iemands kennis. Iemand heeft invloed om anderen zijn
of haar kennis en ervaring te erkennen en waarderen. Gerespecteerde adviseurs en consultants > denk
aan Johan Cruijff, Peter R de Vries.
3: referentiemacht:
De macht die gebaseerd is op iemands charisma of uitstraling. Volgers moeten worden geïnspireerd en
zij proberen het gedrag over te nemen. Rolmodel, charismatische personen zoals influencers > denk aan
Anna Nooshin, Monica Geuze, Barack Obama.
Macht zit in systemen, in procedures, in taal, en in geschreven en ongeschreven regels. Er kan worden gesteld
dat leiders machtig zijn wanneer zij invloed hebben op structuren, formuleringen en processen. Als zij kunnen
bepalen wat er op de agenda komt en wat er in de media trending is.
1.5 Onderzoek naar leiderschap
Is leiderschap aangeboren of aangeleerd? Nature of nurture? Leiderschap wordt onderzocht in een groot aantal
academische disciplines, waaronder antropologie, biologie, economie//bedrijfskunde, filosofie, geschiedenis,
psychologie en sociologie.
De psychologie kijkt vooral naar de nurture-kant van leiderschap. Hierin is onderzoek gedaan naar:
persoonlijkheidstypen en karaktereigenschappen. Een veel gebruikt meetinstrument waarmee de
kenmerken van leiders worden getest > Big Five-persoonlijkheidstest.
Daarnaast is motivatie een relevant onderzoeksgebied: de intensiteit, richting en volharding van
pogingen om doelen te bereiken. Het gaat om:
1. De motivatie om bezieling van medewerker zelf
2. De uitdaging die in de taak zit
3. De mogelijkheden die de context biedt.
De sociologie kijkt vooral naar de nature-kant van leiderschap. Hierin is onderzoek gedaan naar:
Dynamiek in groepen
Gedrag tussen groepen > cultuur, identiteit, statusverschillen en het effect ervan op de samenwerking
tussen teams levert zowel maatschappelijk als voor organisaties waardevolle kennis op. Twee
spraakmakende onderzoeken:
1. Stanford-gevangenisexperiment naar effect van machtsverschillen
2. het Milgram-experiment over gehoorzaamheid.
Leiderschap is afhankelijk van de invalshoek:
staat de leider zelf centraal (psychologie, biologie) of is het proces tussen leiders en volgers (sociologie)
is het onderzoek normatief (economie, filosofie) of descriptief (historisch, antropologisch)
Leiderschap vindt plaats in maatschappelijke context of in context van netwerken en organisaties > er is geen
overkoepelende theorie waarin je kunt afleiden wat je moet doen als leider of hoe je een leider kunt worden. Het
hangt af van de situatie, de tijd, de plaats, de persoon en de groep.
2
, Management By Objectives (MBO) is een strategische managementaanpak
/ leiderschapswijze van Peter Drucker waarbij er een balans wordt gezocht
tussen de doelen van medewerkers en de doelen van de organisatie. De kern
van deze aanpak is om met elkaar doelen te stellen en de behaalde resultaten
terug te koppelen. Het stellen van uitdagende en haalbare doelen bevordert
namelijk de motivatie en empowerment van medewerkers.
Volgens Peter Drucker bestaat het management uit 5 elementen, de 5
Eigenschappen van effectieve managers:
1. ga bewust met je tijd om (time management)
2. richt je op duidelijke resultaten (doelgericht bezig zijn)
3. gebruik de sterke punten van jezelf en van anderen (doen waar je goed in bent)
4. doe eerst de belangrijke dingen (stellen van prioriteiten)
5. richt je op belangrijke, effectieve beslissingen (effectief beslissen)
De taak die tegenwoordig wordt gezien als een taak die bij leiderschap hoort is ‘gebruik sterke punten van jezelf
en van anderen’.
Het egel-principe van Jim Collins bestaat uit het doorgronden van drie verschillende
Cirkels, die elk als startpunt een vraag hebben. Waar deze cirkels elkaar overlappen,
Wordt er gesproken over het egel-principe. Het gaat om de volgende cirkels:
1. waar wordt je zeer gepassioneerd van?
2. waarin ben je het allerbeste?
3. waar kun je je geld mee verdienen?
Het egelprincipe van Jim Collins is de centrale visie die de organisatiestrategie
ondersteund. Wanneer de vragen uit de cirkels worden beantwoord, krijgt de organisatie
zelfkennis, wat vervolgens vertaald kan worden in een concepten die kan worden gebruikt als
referentie bij het nemen van belangrijke beslissingen. Het gaat vooral om inzicht.
Jim Collins beschrijft in zijn theorie 5 niveaus van leidinggeven:
Niveau 5 – Leidinggevende Bouwt aan langdurig succes met een tegenstrijdige mix van persoonlijke bescheidenheid en
professionele wil;
Niveau 4 – Effectieve leider Weet het streven naar een duidelijke visie en een sterk commitment op te roepen; stimulee
prestaties;
Niveau 3 – Competente manager Weet mensen en resources te organiseren; realiseert op een effectieve en efficiënte manie
tevoren vastgestelde doelen;
Niveau 2 – Goed presterend teamlid Draagt met zijn individuele capaciteiten bij aan het realiseren van teamdoelen; werkt effecti
met andere groepsleden;
Niveau 1 – Veelbelovend individu Heeft talent, kennis, vaardigheden en een goede werkhouding; is productief.
1.6 Literatuur over leiderschap
Er zijn 3 soorten boeken waarin er globaal wordt ingegaan op leiderschap:
1. biografieën
2. boeken van leiderschapsgoeroes
3. wetenschappelijke studies
H2 – Leiderschap in ontwikkeling (Goossens): Wie is de leider?
2.1 De leider op de voorgrond
Leiders zijn er in allerlei soorten en maten. Maar wat maakt iemand tot een leider? Fysieke kracht en
uithoudingsvermogen, kennis, moed, overtuigingskracht, overwicht en onbaatzuchtigheid zijn mooie
eigenschappen voor een leider.
2.2 Is leiderschap aangeboren of aangeleerd?
Kun je leiderschap leren? > een aantal vaardigheden is te leren, maar bepaalde karaktertrekken maken het wel
gemakkelijker. In de evolutionaire biologie wordt onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van leiderschap bij
dieren en mensen. Het belang van het overleven van de soort maakt het evolutionair gezien logisch dat de beste
exemplaren de leider worden.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller taraherrewijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.