Neuroanatomie en pathologie
Hoofdstuk 1
De hersenen bestaan uit zenuwcellen die signalen met informatie doorsturen.
De zintuigen nemen prikkels op en de hersenen bewerken deze prikkels met informatie.
We kunnen niet multitasken. We kunnen wel heel veel informatie verwerken maar er zit een limiet
op. Onze hersenen bedriegen ons en maken ons niet bewust van die limiet. Nadat je verschillende
dingen tegelijk hebt gedaan zal je opmerken dat je ergens een fout hebt gemaakt.
Bv: filmpje rechtszaak: man wordt neergeschoten. We zien de hele situatie maar letten niet op hoe
het exact gebeurt. We focussen ons niet op het hele gebeuren. Nadat je het filmpje in slowmotion
bekijkt en het filmpje opnieuw bekijkt is het verwerken van die informatie veel vlotter dan ervoor.
Daarom helpt informatie/voorkennis om de wereld beter te bekijken. Hoe meer informatie hoe
beter.
Bv: filmpje waarbij man t-shirt verandert. Je focust op de kaarten dus merk je niet op dat hij een
andere t-shirt aan heeft. We krijgen heel veel prikkels maar we kunnen niet tegelijk op alles
gefocust zijn.
Endogeen (genetisch bepaald): alle lichamelijke processen die zich afspelen in het lichaam. Maar
dit staat in interactie met de omgeving (exogeen) en tijd. Die combinatie bepaald je identiteit en je
verwerking.
De hersenen hebben de omgeving nodig om goed te kunnen fuctioneren omdat de zintuigen
constant informatie binnen krijgen uit de omgeving en de hersenen verwerkten deze informatie.
Examenvraag: geef een voorbeeld dat aangeeft dat endogeen en exogeen met elkaar in verband
staan.
Neuroplasticiteit: de hersenen en hersencellen kunnen continu veranderen door interactie uit de
omgeving. Dit zorgt ervoor dat onze hersenen zich ontwikkelen en kunnen groeien. Ook na een
hersenaandoening zie je veranderingen in positieve of negatieve zin.
Alle zenuwcellen vormen circuits: verbindingskabels in de
hersenen. Deze zorgen ervoor dat alles met elkaar verbonden is.
Het resultaat hiervan is dat het ons in staat stelt om gedrag te
stellen. Gedragsfuncties zoals: motoriek, cognitie, emotie. Met die
gedragsfuncties kan je van alles mee doen in de omgeving
(maatschappij). We kunnen activiteiten uitvoeren. Ook kunnen we
participeren in de maatschappij.
Cel —> circuits —> gedrag —> maatschappij
Heath condition: we vertrekken van de gezondheidstoestand. Als
je een auto ongeval hebt gehad bijvoorbeeld kan dat gevolgen
hebben op de bovenstaande niveaus. De verbindingen in de
hersenen worden beschadigd.
Niet enkel ongevallen hebben impact op de hersenen maar ook
de omgeving (nurture). Als je opgroeit in een gestresste omgeving
heeft dat een effect op de structuur van de hersenen. Er worden
minder connecties aangemaakt bv bij een burn out, depressie,…
,Experiment:
Kleuren op hersenscan: hoe feller de kleur (rood), hoe actiever het hersengebied.
—> vrouw denkt aan negatieve gedachten en de prefrontale cortex wordt minder actief. Dit zorgt
ervoor dat je je gedachten zelf niet meer kan controleren en beheersen.
Medicatie: (dit is endogeen) helpt via stoffen die in de hersenen terecht komen
Therapie: door het exogeen (omgeving) aan te pakken kan die activiteit terug opgewekt worden.
Tijd
Doorheen de tijd verandert het brein.
1. Tijdens miljoenen jaren heen blijven de hersenen evolueren.
2. Verandering gedurende het levensloop van een individu. De hersenen voeden zich met
informatie uit de omgeving.
3. Neuroplasticiteit van moment tot moment.
Adaptatie = we kunnen ons steeds aanpassen aan de omgeving
Neuroanatomie = bouw en organisatie zenuwstelsel
Neurofysiologie = werking en functionering zenuwstelsel
Neuropathologie = verandering in functionering door ziekte
—> deze 3 zijn verbonden met elkaar
Binnen het biopsychosociaal model is elk onderdeel geconceptualiseerd als een emergente
eigenschap waardoor deze niet meer reduceerbaar zijn tot het onderliggende niveau. Ieder hoger
gelegen niveau is dus een emergente eigenschap van de onderliggende.
Emergente eigenschap = iets dat spontaan is ontstaan door samenvoeging van verschillende
elementen. Emergente eigenschap van een stoel is bv: iets om erop te zitten.
, Hoofdstuk 2: cellulaire neuroanatomie
Cel —> cellen —> weefsels —> orgaan —> orgaansysteem-stelsel
Zenuwcellen en neuronen
Opvangen en doorsturen van informatie naar de hersenen, het ordenen en interpreteren van al de
binnenkomende informatie en het voorbereiden van instructies naar de organen in de periferie.
Steun- of gliacellen
Helpen de neuronen op verschillende manieren bij de uitoefening van hun informatieverwerkende
taak.
Neuronen
- cellichaam met organellen
- celkern met DNA
- dendrieten die informatie overnemen en connecties maken
- axon: prikkel die binnenkomt gaat in axon en wordt weggestuurd
- zenuwuiteinden: contactpunt met volgende zenuwcel
Cellichaam:
- Functie: binnen het cellichaam bevinden zich organellen die een belangrijke rol spelen in het
celmetabolisme (energieprofuctie en stofaanmaak nodig voor de informatieverwerking.)
- Er wordt beslist hoe de cel zal reageren (signaal doorsturen of niet)
- Celkern/nucleus: opslag DNA
- Cytoplasma met organellen
Organellen = bestanddelen van de cel bv mitochondriën, ribosomen, golgi apparaat,…
Dendrieten:
- afferente of receptieve uitlopers (informatie komt
binnen)
- dendrietische spines.
- soort uitstulpingen van het cellichaam
- hierdoor kan de cel veel informatie ontvangen
- één cel kan meer dan duizend vertakkingen
hebben waarmee ze contact maakt met vele
andere zenuwcellen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller YeldaCaliskann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.