Spraak: diagnostiek
Fenomenologie spraakklankstoornissen (SKS)
Definitie SKS
Articulatie- en fonologische stoornissen’ wordt vervangen door ‘spraakklankstoornissen.
(SKS = Speech Sound Disorders, SSD)
Articulatiestoornis = probleem produceren spraakklank (articulatiebewe-gingen benaderen niet
normale doelposities; Stes)
Fonologische stoornis = probleem toepassen correcte regels (ASHA)
In spraakklankstoornissen zijn er veel gradaties, gaande van zeer licht (bv het interdentaal
uitspreken van de S) tot zeer ernstig (bv klinkerspraak waarbij consonanten worden weggelaten).
Hoe ernstiger, moe erger de speech intelligibility (verstaanbaarheid).
Prevalentie
Komt vaak voor op jongen leeftijd.
Prevalentiecijfers: 2/3 van alle communicatiestoornissen —> discutabel vanwege leeftijden
bv op 3 jaar: 16%
bv op 8 jaar: 4%
10 - 15% —> (peuters/kleuters)
6% —> (lagere school kinderen)
Naarmate kinderen ouder worden dalen de cijfers: 15-20% op 6-7J; 4% boven 11J, 1% boven 17J
Ziekte-en leermodel als verklaring voor afwijkend articulatiegedrag
Wat is nu normaal en wat is afwijkend? —> wordt behandelt volgens strenge criteria.
In een ziektemodel beschouwt men alles wat afwijkt van de norm als een ziekteverschijnsel of een
symptoom.
Doordat logopedie in Europa is ontstaan vanuit een aantal medische disciplines, is men
logopedische stoornissen gaan beschouwen als aandoeningen die veroorzaakt werden door
organische afwijkingen bv schisis.
—> Visie: eerst oorzaak wegnemen vooraleer afwijkend gedrag aanpakken
Een leermodel heeft echter een ander uitgangspunt. Hierbij is er een vage grens tussen normaal
en afwijkend. Menselijk gedrag wordt niet beoordeeld op basis van statistische normen maar op
basis van sociaal culturele normen. Men spreekt niet van symptomen, oorzaken, patiënten.
Beide modellen vullen elkaar aan en kunnen beschouwd worden als complementair.
,Indeling van spraakklankstoornissen
Er is geen universeel classificatiesysteem. Wel theoretisch van elkaar verschillende
classificatiesystemen op basis van:
- Etiologie, medische diagnose
- Linguïstische beschrijving
- Psycholinguïstisch framework
4 grote categorieën
- Dyslalieën
Ook functionele SKS genoemd. Dit is de grootste groep (75-80%) zonder duidelijke etiologie.
Oorzaak: foutief/niet/onvoldoende leren —> meest voorkomende
- Dysglossieën
Afwijking ter hoogte van de articulatieorganen (bv. te kort frenulum, tandafwijkingen, schisis)
- Spraakapraxieën
programmeringsstoornis: aangeboren of verworven; zeldzaam probleem met willekeurig
uitvoeren van articulatiebewegingen vanwege een hersenletsel
- Dysartrieën
probleem bij de bezenuwing/aansturing van de articulatoren (vb. slechte werking craniale
zenuw)
- Dysaudie
secundair ten gevolge van gehoorstoornis
Andere (linguïstische) indeling
Fonetische SKS (productief): de spierbewegingen van de articulatieorganen (lippen, tong, velum,..)
Fonologische SKS (contrastief): hoe ons brein de SK organiseren; correct toepassen van regels
Fonetiek
Fonetiek bestudeert de productie van klanken, de wijze waarop ze worden voortgebracht door de
articulatieorganen, hoe ze worden waargenomen door het gehoor en hoe klanken zich als
luchttrillingen voortbewegen.
Om te spreken heb je fonetische kennis nodig: welke spieren gebruik je en hoe moeten die spieren
bewegen om de juiste klank te produceren?
In het geval de klanken niet goed geproduceerd worden (bv bij een addentaliteit), spreken we
daarom van fonetische SKS.
Ofwel
a) functioneel (gn duidelijke oorzaak)
b) ten gevolge van organische/structureel probleem (vb. schisis)
Verklaring: niet/onvoldoende/foutief leren van SK
Stes (1997)
= ruimere interpretatie: onvermogen produceren SK kan resulteren in
- Omissies (weglatingen) vb. stoel>toel
- Subsituties (vervangingen) vb. ros>jos
- Distorsies (vervormingen) vb. interdentale s
,Daarnaast is er ook onderscheid tussen:
‣ Algemene bewegingsfouten:
- Foutieve articulatie basis (configuratie Skanaal in neutrale positie)
- Foutieve articulatie gebieden/punten
- Slappe articulatie (te weinig veerkrachtige/pittige articulatie)
- Gespannen articulatie (te uitgesproken spierbewegingen)
‣ Specifieke (fonetische) articulatiestoornissen
Specifieke fonetische articulatiestoornissen kunnen sterk variëren op het vlak van ernst en
verschijningsvorm.
—> Betrekking op één of enkele SK.
Multiple dyslalie: uitzonderlijk worden er zeer veel fouten gemaakt zodat het spreken volledig
onverstaanbaar wordt bv klinkerspraak, hottentotisme
“ik lees mijn boek”
“i–ee-ij-oe” (klinkerspraak)
“iteetijtoet” (hottentotisme)
.
Veralgemeende verstemlozing van alle of de meeste stemhebbende consonanten
“ik toe pijn fest aan”
Enkelvoudige stoornissen worden aangeduid met de Griekse benaming van de klank te laten
volgen door het suffix ‘-cisme’ of ‘-tisme’ (Latijn: -cismus of –tismus)
bv: sigmatisme (fouten tegen /s/ of /z/)
Fonologie
Fonologie beschrijft het klanksysteem vanuit een betekenisonderscheidende functie in de taal.
De term fonologische stoornis wordt gebruikt om de fouten in de spraakproductie te beschrijven
waarbij het onderliggend fonologisch systeem is aangetast. Het kind past de fonologische reels
niet of op een verkeerde wijze toe.
Regels over:
1. Klankonderscheidingen
2. Beperkingen op woordposities
3. Vorming van consonantclusters zijn taalspecifiek.
vb. Minimale paren; de combinatie rk- en –rk (kerk); srk
Onderscheid in:
- Vertraagde fonologische ontwikkeling: normale processen op latere leeftijd dan normaal
= grootste groep
- Persisterende fonologische ontwikkeling: gewone processen verdwijnen niet of te laat
- Afwijkende/gestoorde fonologische ontwikkeling: processen met een bepaalde maar niet
normale systematiek (20%) vb. frap ipv trap
- Idiosyncratische fonologische ontwikkeling: processen die men zeer uitzonderlijk aantreft. vb.
atypische clusterreductie sop ipv stop (we zouden top verwachten)
- Chronologische mismatch: vroegere processen persisteren, latere reeds weg
, Indeling van SKS
1. Fonologische stoornissen
A) Bij een vertraagde fonologische ontwikkeling worden foutenpatronen opgemerkt die typisch
zijn voor kinderen met een jongere leeftijd. De foutenpatronen komen meermaals in een
spraakstaal voor en tonen een leeftijdsverschil van minstens zes maanden aan.
B) Een atypische fonologische stoornis wordt gekenmerkt door het consistent gebruik van
ongewone fonologische processen.
C) Een inconsistente fonologische stoornis wordt gekenmerkt door het inconsistent voorkomen
van fonologische processen.
Fonologische stoornissen worden opgenomen in de classificatie van spraakklankstoornissen, maar
worden frequent beschreven als taalstoornissen “waarvan de oorzaak onbekend is en waarbij
kinderen niet in staat zijn om te komen tot goed verstaanbare spraak op de leeftijd van
jaar” (Bowen, 1998). Deze kinderen zouden frequent problemen met woordenschat en zinsvorming
tonen en sommigen hebben een verhoogde kans op problemen met geschreven taal.Het voorwerp
van het SKO is spraakklankproductie. De band met taal, zeker in geval van fonologische
stoornissen is onmiskenbaar en indien uit de test de aanwezigheid van een dergelijke stoornis
blijkt, dient de testleider dit te herkennen als een aanwijzing voor verder onderzoek.
2. Neurogene spraakklankstoornissen
Er worden twee vormen van neurogene spraakklankstoornissen onderscheiden, nl. de
spraakontwikkelingsdyspraxie en de dysartrische spraakklankstoornis.
A) Spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD)
Hier gaat het om kinderen met SOD (Spraak OntwikkelingsDyspraxie)
Volgens ASHA (2007) zijn de drie basiskenmerken van SOD:
- Inconsistente fouten tegen consonanten en vocalen in herhaalde productie van syllaben of
woorden
- Verlengde en verstoorde overgangen tussen klanken en syllaben
- Afwijkende prosodie
Aan deze basiskenmerken kan een ander gedragskenmerk worden toegevoegd m.n. worstelen
met klankvorming en invoegen van pauzes aangeduid met de term “groping”.
B) Dysartrische spraakklankstoornis (D-SKS)
Dysartrie wordt gekenmerkt door verminderde of vermeerderde kracht of paralyse. Bij de
spraakproductie kan hierbij de ademhaling, de stemgeving, de spraakklankvorming, de resonantie
en/of de prosodie aangetast zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller YeldaCaliskann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.