Onderzoek 3.1 en 3.2
Onderzoek doen 5.1
Interviews
De eerste stap die je moet zetten voordat je een interview kunt
gaan afnemen, is bedenken welke informatie het interview moet
opleveren.
Operationaliseren: variabelen vertalen naar meetbare termen.
Indicatoren: verschillende aspecten van een variabelen.
Verschillende manieren om de variabele in kaart te brengen.
Gestructuurde interviews: vragen liggen van te voren vast
Ongestructuurde interviews: alleen de onderwerpen liggen vast die
je wilt behandelen, maar is vaak alleen de beginvraag helemaal
uitgeschreven.
Vragenlijst:
- Begin met screeningsvragen
- Begin met een lueke, motiverende, makkelijk te beantwoorden
vraag
- Stel niet te moeilijke vragen
- Stel in het middenstuk de moeilijke vragen
- Stel aan het einde vertrouwelijke vragen
- Plaats onderwerpen op een logische wijze bij elkaar
- Zorg voor een goede overgang utssen de onderwerpen
Onderzoek doen 8.1
Online onderzoek: onderzoek op het internet
Voordelen: snel, multimediaal, goedkoop, makkelijk internationaal
toepasbaar, gebruiksvriendelijk, geen sprake van interview-bias,
minder fouten, eerlijk antwoorden
Nadelen: technische kennis en afhankelijkheid van apparatuur,
onbetrouwbaarheid identiteit respondent, lagere respons, niet altijd
afspiegeling werkelijke populatie
Onderzoek doen 8.3
Online kwantitatieve onderzoeken: onderzoeken waarbij een
enquête op internet ingevuld kan worden en de onderzoeker op elk
willekeurig moment de resultaten kan op vragen.
Twee soorten kwantitatief onderzoek:
- web-survey
- panelonderzoek
1. Websurvey onderzoek
- Enquête die via het internet plaatsvinden.
- Self-administered: enquête met standaardvragen kunnen
zelfstandig door de respondent ingevuld en verstuurd worden
2. Panelonderzoek
- Standaardvragen die zelfstandig door de respondent ingevuld
en verstuurd kan worden
, - Bestaat uit onderzoek panel uit respondenten die aangegeven
hebben mee te willen werken aan een of meerdere
toekomstige onderzoeken.
- Voordelen: beschikbaarheid van de vooraf verzamelde
kenmerken van respondenten, de mogelijkheid om
respondenten over een langere periode te volgen
- Nadelen: ervaren enquėte-invullers (panelmoeheid),
ondervertegenwoordiging (bijv. 65+ ers), gemakzuchtigheid
(niet goed lezen)
Onderzoek doen H7
Vormen van dataverzameling
1. Ad-hoc onderzoek
- Eenmalig uitgevoerd
Bijv. Utrecht wordt met een specifiek gezondheidsprobleem
geconfronteerd en voor dat probleem laat men een onderzoek
uitvoeren.
2. Periodiek onderzoek
- Wordt meerdere malen of regemlmatig uitgevoerd,
bijvoorbeeld ieder jaar
- Hierdoor ontwikkelingen goed te volgen
3. Continue onderzoek
- Dagelijks, wekelijks ofmaandelijks gegevens verzameld
- Standaardvragenlijst
Manieren van data verzameling
1. Face-to-face
2. Telefonisch
3. Schriftelijk
4. Internet
Operationaliseren: variabelen moeten vertaald worden in meetbare
termen
Directe indicator: bijv. Heeft u last van werkstress?
Indirecte indicator: bijv. Heeft uw collega last van werkstress? Wordt
toegepast om sociale wenselijkheid te verminderen.
Basiseisen vragelijst
- Overzichtelijk
- Compleet
- Neutraal
- Niet te lang
- Duidelijke keuzes
- Duidelijk taalgebruik
Vraagsoorten vragenlijst
- Open vragen: geprecodeerde antwoorden: hiermee wordt
aangegeven of e antwoorden achteraf wel of niet worden
gekwantificeerd.
, - Gesloten vragen
o Enkelvoudig: een antwoord mogelijk
o Meervoudig: meerdere antwoorden
o Half open: naast gesloten ook een open categorie
o Schaal: vaak meningen of stellingen gepeild. Vaak wordt
er gekozen voor een drie-, vijf of zevenpuntsschaal.
Soms wordt er voor een even schaaal gekozen, dit om
sociale wenselijkheid van het neutrale midden eruit te
halen. Een zevenpuntsschaal is ook beter dan een drie-
of vijfpuntsschaal. Door meer nuance aan te brengen is
de kans kleiner dat mensen het neutrale midden kiezen.
o Dichotoom: kiezen uit twee antwoorden, ja/nee
o Rangschikken: een aantal zaken in een bepaalde
volgorde zetten
o Beeldvragen: met plaatjes
Antwoordcategorieën
- Logische volgorde
- Uitputtend: alle mogelijkheden moeten er tussen staan
- Meetbaar: de categorieën moeten numeriek zijn, zodat je
ermee kunt rekenen.
- Geen overlap
- Herkenbaar: duidelijke categorieën die aansluiten bij de
doelgroep van je vragenlijst.
Meetniveau’s
1. Nominaal
- de categorieën verschillen van elkaar
- er is geen verschil van meer of minder
- man/vrouw
2. Ordinaal
- De categorieën verschillen van elkaar
- Er is een verschil van meer of minder
- Voorbeeld: rangorde
3. Interval
- De categorieën verschillen van elkaar
- Er is een verschil van meer of minder
- Het verschil is uit te drukken in een getal
- Bijv. Temperatuur
4. Ratio
- De categorieën verschillen van elkaar
- Er is een verschil van meer of minder
- Het verschil is uit te drukken in een getal
- Het verschil is uit te drukken in een verhouding tot elkaar
- Er is een absoluut nulpunt
- Bijv. Leeftijd
Onderzoek doen 9.1
Verslagleggng
, - Aantonen dat je het onderzoek op een juiste manier hebt
opgezet en uitgevoerd
- Weergeven van de resultaten van het onderzoek
- Antwoord geven op de centrale vraag en het geven van
aanbevelingen
Hoorcollege 1 blok 3.2
One-sample t-test
• Verschil tussen een steekproefgemiddelde en een vaste
waarde: verschilt het ziekteverzuim van bedrijf X van het
landelijk ziekteverzuim?
Independent samples t-test (onafhankelijke t-toets)
• Verschil tussen twee steekproefgemiddelden
Paired samples t-test (gepaarde t-toets)
• Verschil tussen twee gemiddelden uit één groep
gepaarde waarnemingen
Voorwaarden t-toets:
De variabele die je wilt vergelijken moet wel een meetniveau
hebben die meer dan oridnaal is en enigszins normaal verdeeld is.
Check dit met een histogram.
Toetsing T-toets
Manier 1:
- probleemstelling vertalen in H0 en H1
- bepaal toetsingsgrootheid (t)
- kies significantie niveau ( = 5%) en bepaal vrijheidsgraden
- Zoek kritieke waarde op in tabel D
trek de conclusie, H0 verwerpen als:
Toetsingsgrootheid > kritieke waarde
Manier 2:
- probleemstelling vertalen in H0 en H1
- bepaal overschrijdingskans in SPSS
- kies significantie niveau ( = 5%)
- trek de conclusie, H0 verwerpen als:
Overschrijdingskans <
Voorbeeld one sample t-test
• Bedrijf X: 25 werknemers
• Ziekteverzuim is 14,3 dagen per jaar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosbrandt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.