* Geen perfecte definitie voor wat filosofie is
* Wel bepaalde criteria om een poging te doen tot 1 definitie
- 3 aspecten van filosofie
- 4 filosofische domeinen
* Filosofische kenmerken die je vindt bij alle filosofen en enkel bij filosofen
DRIE ASPECTEN: ATTITUDE, METHODOLOGIE, DOMEIN
De etymologie van het woord filosofie wijst ons op een liefde voor wijsheid of een verlangen om te
weten → maar brengt ons niet veel verder
1. ATTITUDE
* Attitude is de verwondering
* Filosofen houden zich bezig met het continu in vraag stellen van vele dingen die andere mensen
vanzelfsprekend beschouwen → filosofie is kritisch denken en radicaal bevragen
* Socrates = leermeester van Plato. Hij vroeg aan iedereen die alledaagse activiteiten aan het doen
waren waarom zij dit aan het doen waren. Iedereen vond dit irritant en hij moest daardoor een
gifbeker drinken
* Definitie filosofie in die tijd: verwonderen en bevragen
* Descartes’ twijfel
- Müller-lyer illusie: zintuigen onbetrouwbaar, kennis ook
onbetrouwbaar?
- Gedachtes op dwaalspoor geleidt door ‘malin génie’ (God) → misschien zijn er wel heel veel
verschillende dimensies
- VB: we kunnen allemaal hersenen in een vat op sterk water zijn met elektrodes die ons doen
denken dat we al deze ervaringen beleven, deze hypothese kan niet als onwaar worden
bewezen
* Wetenschappers en filosofen hebben heel wat attitudes gemeenschappelijk hebben: ze zijn
kritisch, ze zoeken naar waarheid, enz. → attitude is niet uniek bij filosofen
2. METHODOLOGIE
* Gebruik van 3 methoden
* Probleem: weer niet uniek voor filosofen, methoden ook gebruikt door wetenschappers en indien
er methoden zijn die enkel voor wijsbegeerte wordt gebruikt, wordt het niet door alle filosofen
gebruikt
1
, 1) Intuïtie
* Gebruik van eigen intuïties
- Kennis die je onmiddellijk verkrijgt (17de-18de eeuw)
§ Idée claire et distincte → je pense que je suis
§ Ideeën of intuïties die geen redelijke mens zou durven betwijfelen
- Spontane overtuigingen die we in onze eigen geest aantreffen wanneer we iver een bepaald
onderwerp beginnen te denken (20ste eeuw)
§ Common sense (gezond verstand) → moeilijk te veranderen of op te geven
* Erg variabel (tussen culturele groepen, tussen personen en binnen eenzelfde persoon)
* Fauteuilfilosofen: gebruik maken van intuïtie en zelden of nooit van empirisch onderzoek
* Geen uniek filosofische methode
* Intuïties worden eventueel bevestigd of aangescherpt door experimenteel onderzoek
2) Conceptuele analyse
* Ontrafelen en verbeteren van concepten die we in het dagelijkse leven misschien te achteloos
gebruiken
* Beoogt belangrijke begrippen die we gebruiken te ontleden in meer eenvoudige begrippen
* Doel: bepalen waarover we precies spreken; begrippen beter begrijpen en beter gebruiken
* Vb. ‘ziek’, ‘tijd’, ‘liefde’, …
* Niet door alle filosofen gebruikt en zeker niet enkel door filosofen
3) Gedachte-experiment
* Instrument van de verbeelding, dat gebruikt wordt om nieuwe informatie over een thema te
verkrijgen zonder gebruik te maken van nieuwe empirische data
* Verhelderen probleem door het te visualiseren → leveren goede gegevens op die voor of tegen
een bepaalde theorie kunnen worden gebruikt
* Financiële/technologische/morele problemen mee omzeilen die zich zouden stellen bij echte-
wereld-experimenten
* Vb: hersenen in een vat
- Inbeelden dat hersennen zich op andere planeet bevinden waar een of andere dolgedraaide
wetenschapper ons brein allerlei signalen geeft
- Hersenen in dat vat beschikken niet over een manier om na te gaan of hun gedachten en
indrukken echt zijn → wij kunnen niet weten of dit waar is of niet
* Onze zekerheden zijn geen echte fundamentele zekerheden
* Ook gebruikt in wetenschap (economie, geschiedenis en vooral fysica) → kat van schrödinger
* Benadrukt wel eigenheid van het domein van de filosofie
* Wetenschap ≠ louter empirische activiteit, en ≠ louter fauteuilwerk
* Nieuwe filosofische discipline: experimentele filosofie
- Empirisch-wetenschappelijke methoden kunnen soms bijdragen aan een oplossing voor
traditionele filosofische problemen
3. DOMEIN
* Eigenheid filosofie hangt af van aard van vragen en problemen
* Filosofische vragen zijn erg abstract en eigenaardig (onbeantwoordbaar)
* Vb. We kunnen het woord ‘tijd’ op een juiste manier gebruiken maar wat is ‘tijd’?
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sarah105. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.