Hoofdstuk 3: mondelinge taalvaardigheid
Theorieën:
1. Behaviorisme stroming in de psychologie die ervan uitgaat dat kinderen taal leren
door imitatie
Meest frequente woorden worden als eerst geleerd
Goedkeuring van ouders bevorderd geprezen na zeggen “mama”, gaat het
daarna vaker zeggen
2. Creatieve constructietheorie (mentalisme) kinderen beschikken over een
aangeboren taalvermogen waarmee zij op creatieve manier zinnen bouwen
Aanwijzing hiervan is dat kinderen elke willekeurige taal aan kunnen leren
Kind is in staat zelf structuur te ontdekken en kan zelf zinnen vormen die het
nog nooit eerder gehoord heeft.
3. Interactuele benadering aangeboren taalleervermogen is van belang, maar
taalaanbod van omgeving is belangrijk bij het leren van de taal
3.1.2 Taalontwikkeling:
1. Fonologisch niveau is de eerste stap: vormen van spraakklanken
2. Morfologisch niveau: manier waarop een woord gevormd wordt kinderen leren
zich geleidelijk de regels en opbouw van woorden eigen maken “geloopt” wordt
“gelopen”
3. Semantisch niveau: betekenis van woorden dit leren zij niet in 1 keer, ze noemen
bv. In het begin alle dieren “paard”
, 4. Syntactisch niveau: regels die er zijn voor het combineren van woorden kinderen
krijgen langzaam inzicht in grammaticale regels. Eerst korte, onvolledige zinnen
daarna steeds voller.
5. Pragmatisch niveau: gebruik van taal bijvoorbeeld: “zou ik er even langs mogen?”
in plaats van “aan de kant!”
Kind is tijdens de taalontwikkeling bezig op alle niveaus tegelijk.
Taalverwervingsproces van een kind:
1. Prelinguale periode (voortalige periode) 0 tm +/- 1 periode voordat het kind zijn
eerste woordjes spreekt
Communicatie is mogelijk door bv. Huilen
Na +/- 6 weken begint het zich met taal bezig te houden:
o Vocaliseren = klanken produceren die bij moedertaal voorkomen (6
weken). Oefent spraakmechanisme
o Vocaal spel = kind oefent zelf allerlei klanken, ook klanken die in de
moedertaal niet voorkomen (+/- 6 maanden)
o Brabbelen = klankgroepen herhalen, klink als taal, maar heeft geen
betekenis. Ook mamama betekend dus nog niet “mama”. Klanken
die niet in de moedertaal voorkomen worden achterwegen gelaten
(+/- 7 maanden)
2. Linguale periode (talige periode) kind gaat woorden en zinnen als
communicatiemiddel gebruiken. Drie perioden:
1. Vroeglinguale periode (1 tm 2,5) brabbelen gaat langzaam
over in betekenisvol taalgebruik. Taal is nog erg gebonden aan
specifieke context (bv. “bal” bij het aanraken van een bal)
woorden worden vaak nog niet goed uitgesproken.
2. Differentiatiefase (2,5 tot 5) taalgebruik gaat op dat van
volwassenen lijken. Eerder was de ontwikkeling vooral op
fonologisch, semantisch en syntactisch niveau. Vanaf nu ook
morfologisch en pragmatisch.
o Kind komt veel meer in contact met andere personen
en ontwikkeld zo uitgebreider (bv. kinderopvang)
o Overgeneralisaties = taalregels ten onrechte toepassen
(loopte, gevald)
3. Voltooiiingsfase (5 tot 9) niet veel nieuws, processen van
vorige fase worden verder uitgebouwd
o Aan het einde van deze fase beheerst een kind de taal
op dezelfde manier als volwassenen
o Verschil op grootte van woordenschat (met
volwassenen)
o Morfologie met nog veel gebeuren: onregelmatige
woorden en verledentijd zijn lastig.
o Syntactisch: lange zinnen maken en begrijpen van
passieve zinnen
o Pragmatisch: kind kan als volwaardig gesprekspartner
dienen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller siep1997. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.