H5 de Organisatie:
5.1 doel en bestaansrecht
Iedere organisatie heeft een doel. Om dat doel te bereiken worden mensen en middelen
ingezet. De input bestaat uit mensen en middelen en de output is de uitkomst van die
mensen en middelen. Het omzetten van input in output noemen we het
transformatieproces.
Het bestaansrecht van een organisatie ligt in de buitenwereld. Een organisatie heeft
bestaansrecht als zij waarde creëert en deze waardecreatie resulteert in het genereren
van zodanige opbrengsten dat die de kosten voor het realiseren van die waardecreatie,
overstijgen.
Organisaties voorzien in maatschappelijk behoefte doordat zij:
• Zorg dragen voor de productie van goederen en diensten die de samenleving
kan afnemen. Hiermee leveren organisaties een belangrijke bijdrage aan de
maatschappij.
• Werkgelegenheid creëren en daarmee inkomen verschaffen aan allen die
betrokken zijn bij de organisatie.
• Met innovaties het leven aangenamer maken.
• Belastingopbrengsten generen doordat zij winsten maken die door de overheid
belast worden. Op die manier dragen organisaties bij het in stand houden van de
publieke sector.
Kansen en bedreigingen van een organisatie vanuit de maatschappij
Het bestaansrecht van een organisatie komt voort uit het feit dat de organisatie de
behoefte van de maatschappij vervuld. Maar ook andersom, oefent de maatschappij
invloed uit op de organisatie. Hierin liggen zowel kansen als bedreigingen.
5.2 Soorten organisaties
Er zijn veel criteria waarop we organisaties kunnen onderscheiden. Een aantal
voorbeelden:
• De grootte van de organisatie
→ Uitgedrukt in omzet/afzet of in aantal mensen in dienst. Beter is het om de
grootte van een organisatie uit te drukken in het aandeel van de
organisatie in de desbetreffende markt (marktaandeel).
• Het product of output
• De markt waarop de organisatie opereert
• Het commercieel of niet-commercieel zijn
• De rechtsvorm van de organisatie
• Etc.
,Organisaties kunnen ook ingedeeld worden naar het product dat zij leveren. Dit zijn
goederen en diensten
Eigenschappen diensten:
• Immaterieel
• Onscheidbaarheid: productie en consumptie van diensten vallen meestal samen.
• Vergankelijkheid: Diensten kunnen niet op voorraad worden geproduceerd.
Ook de markt waarop een organisatie opereert is een criterium waarop organisaties
ingedeeld kunnen worden, dan moet je kijken naar de afnemers van de producenten:
• Individuen --> consumenten --> consumentenmarkt
• Organisaties --> producenten --> producentenmarkt
Nog een criterium is het wel of niet streven naar een zo groot mogelijke winst.
• Commerciële organisaties--> voortbestaan is afhankelijk van het maken van
winst
• Niet-commerciële organisaties (non-profit organisations) --> Zij streven andere
doelen na.
Het laatste criterium is de rechtsvorm van een organisatie
• Vereniging en stichting zijn bedoeld voor de niet-commerciële sfeer.
• Eenmanszaak (nv), de vennootschap onder de firma(vof), de besloten
venootschap (bv) en de naamloze soorten en kenmerken organisaties.
• De juridische vorm van een organisatie, onder te verdelen in natuurlijke en
rechtspersonen
Voor iedere rechtsvorm is er wettelijk een groot aantal regels opgesteld. Zo is bij iedere
rechtsvorm vastgesteld:
• Wie de leiding heeft
• Wie er aansprakelijk is bij schulden van de organisatie
• Hoe er besluiten worden genomen
• Of er belasting moet worden betaald over de winsten
• Hoe de organisatie wordt opgericht
• Hoe de organisatie beëindigd wordt.
Het is belangrijk om te weten wat voor juridische vorm een organisatie heeft, als je er
zaken mee wil doen.
Naast wel of niet commercieel, maakt men ook onderscheid tussen organisaties met
rechtspersoonlijkheid en organisaties zonder rechtspersoonlijkheid.
• Besloten vennootschap
• Naamloze vennootschap
, • De coöperatie
• De stichting
• De vereniging
Zijn allemaal organisaties met een rechtspersoonlijkheid.
Rechtspersonen zijn geen mensen van vlees en bloed maar organisaties met
rechtspersoonlijkheid. Dit betekent dat deze organisaties mensen in dienst kunnen
nemen, leningen kunnen aangaan een koopcontracten kunnen afsluiten. Uiteraard zijn
het wel mensen die dit werk verrichten, maar doen dit allemaal in naam van de
organisatie.
• De eenmanszaak
• Vennootschap
Zij hebben geen rechtspersoonlijkheid. De eigenaar of de vennoten zijn volledig
aansprakelijk voor schulden van de onderneming.
5.3 Niet- commerciële organisaties
Verenigingen en stichtingen streven een ideëel doel na. Zij richten zich niet op het
maken van winst. Een vereniging of stichting kan wel winst maken, maar het is
verboden om dat te verdelen onder de leden.
5.4 De stichting
De stichting is een rechtspersoon die geen leden heeft en gericht is om een bepaald
doel te realiseren, dat kan een ideëel/ sociaal doel zijn.
Structuur
Stichting:
➢ Geen leden, maar wel bestuur
➢ Bestuur wat zichzelf benoemd --> coöptatie
➢ Naast algemeen bestuur, ook dagelijks bestuur (voor minder belangrijke zaken)
o Dagelijks bestuur is verantwoording schuldig aan algemeen bestuur,
algemeen bestuur is verantwoording schuldig aan wettelijk bestuur.
➢ STICHTING MET EEN RAAD VAN TOEZICHT EN EEN COLLEGE VAN
BESTUUR, VRAGEN.
➢ Bij grote organisaties zijn er vaak naast een bestuur een of meerdere
directeuren.
Oprichtingseisen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nadbelhajj. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.40. You're not tied to anything after your purchase.