1. Jusinianus’ codificatie in Italie
Italie enige West-Europese land waar Justiniaanse wetboeken formeel zijn ingevoerd (13 augustus
554) Dit is de pragmatieke sanctie (rechtens behoorde Italie wel tot het Romeinse Rijk)
Inval Langobarden (565)maakten abrupt einde aan de effectiviteit van de wetgeving van Justinianus,
het zuiden van Italie bleef nog wel onderdeel uitmaken van het Romeinse Rijk
Met het authenticum wordt de Latijnse vertaling van Griekstalige constituties wordt aangeduid,
alleen codex en Novellen waren in enige mate bekend, (ook de instituten waren bekend, maar deze
werden niet gebruikt)
De codex Florentinus bevat Digesten, dit is het enige overgeleverde exemplaar, de Digesten waren
vaak te lastig indit kwam omdat er van het feodale systeem en werden daarom niet gebruikt.
personaliteitsbeginselpersonaliteistbeginsel werd uitgegaan, dus Langobardisch recht voor
Langobarden en Romeins recht voor de Romeinen
2. Volksrechten en gewoonterechten
Edicitum Rothari was de eerste codificatie van het Langobardisch recht, was wel exclusief, maar gold
alleen voor Langobardische onderdanen, door het personaliteitsbeginsel
Romeinen, Franken en Gothen woonden bij elkaar, dus personalteitsbeginsel gaf vaak problemen,
om problemen te voorkomen kon je voorafgaand aan een overenkomst aangeven naar welk recht je
beoordeeld wilde worden, dit heet professionis iuris (verklaringen van recht)
Het Romeins recht gold als het ‘gemene recht’, voor iedereen als subsidiaire recht, als het primaire
recht (gewoonterecht) geen oplossing bood
Gewoonterecht werd in de loop van de tijd het streekrecht (plaatselijk gewoontecht), omdat
herkomst steeds moeilijker werd.
Gewoonterecht vereisten
a. Rechtsgenoten van mening dat een bepaalde gedraging zo hoort (ius neccesitas)
b. Langdurig gebruik
Ongeschreven
Bewijs van gewoonte recht
Turbe: bewijzen dat de regel bestaat
Rechterlijke uitspraak: verwijzen naar eerdere rechtsspraak
Optekening: tegenpartij laten bewijzen dat gewoonterecht niet meer gold
Gewoonterecht erg onpraktisch en veel dingen niet in gewoonterecht
Lacunes (leemten) in gewoonterecht
Terugvallen op Romeins recht als gemene recht
3. Feodaliteit, Belening en leenrecht
Het leenstelsel kwam doordat er een zwakke overheid was, dus zocht je bescherming bij de leenheer
, Leenheer – vazal (leenman), achterlening
Karel de grote voerde het leenstelsel in in Italie in 776
De Libri Feudorum (leenrecht) behoorde tot de Middeleeuwse uitgave van de Corpus Iuris Civilis,
maar kwam niet uit Justiniaanse wetgeving, maar gaat over het leenrecht zoals de Langobarden dat
hadden
Met een manval wordt de dood van de leenman bedoelt, waardoor het leen weer terugviel aan de
leenheer
Koning op zoek naar leenmannen zonder kinderen kerk, dus bisschop (geestelijke maar ook
wereldlijke macht) op hoge posten
Door het bestaan van Langobardisch leenrecht, kwam er een eenvormig leenrecht op het continent
4. Renovatio imperii
Het herstel van het keizerrijk kwam tot stand door de kroning van Karel de Grote in de kerstnacht
800 (keizer in oosten Irene)
Het Romeinse recht van Justinianus kwam het meest in aanmerking om als rijksrecht van het
imperium te dienen
5. Het Romeinse recht en zijn glossatoren
Irnerius speelde een belangrijke rol in de herontdekking van het Romeinse recht, hij is de eerste
geweest die onderwijs gaf aan de hand van de hele Corpus Iuris, inclusief de Digesten, zonder deze
hoogleraar zou het romeins recht niet zo belangrijk zijn geweest.
De eerste universiteit in Bologna werd opgericht door een vereniging van studenten, (goed voor de
economie), daarom wilden andere steden ook universiteiten
Men duidt de school van de eerste onderwijzers in het Romeinse recht aan als glossatoren, omdat de
verkalringen die werden toegevoegd aan de kantlijn glossen werden genoemd aan de rand van het
handschrift (1100)
Corpus iuris civilis
- Codex
- Digesten
- Instituten
- 2e codex
- Novellen
- (In de Middeleeuwen ook libri Feudorum)
Hoewel de glossen belangrijk was hadden de glossen niet kracht van wet, de tekst van de Corpus Iuris
gold
Accursius maakte de standaard-glosse van het Corpus Iuris, deze heette de glossa Ordinaria, wat de
glosse niet kent, kent ook de rechter niet. Verzameling van de beste glossen.
Naast de glossa Ordinaria bestond de Summa Codicis van Azo, dit boek was een juridisch handboek,
een soort samenvatting van de corpus Iuris. (Glossen waren net als Digesten niet op één plek te
vinden, de commentatoren maken het meer systematish)
Meningen van commentatoren meer gezaghebbend dan de Digesten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanderoevering. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.