Hoofdstuk 1 – Een inleiding op praktijkonderzoek
● Als je bewust via een bepaalde systematiek antwoord probeert te krijgen op je vragen,
heet dat intentioneel leren.
1.1 Een positiebepaling van praktijkonderzoek
1.1.1 Het belang van een onderzoekende houding.
● Als hulp- en dienstverlener zou je een onderzoekende beroepshouding moeten
ontwikkelen, zodat je in staat bent voortdurend in te spelen op de specifieke kenmerken
van je cliënten en de dynamiek van je werkomgeving.
● Koetsenruijter en van Van der Heide beschouwen de onderzoekende houding en actief
luisteren als een belangrijke vaardigheid bij het reflecteren op de beroepsuitoefening.
● Volgens Geenen biedt reflecteren ondersteuning bij het uitvoeren van de (vaak
complexe) beroepshandelingen in je eigen werksituatie.
Reflecteren helpt je om oordelen te vormen en beslissingen te nemen in alledaagse
situaties.
● Reflectie kan plaatsvinden op 3 niveaus (Van Veen & Van de Ven):
- Het instrumentele niveau: het zichtbare handelen van de professional in de praktijk >
bijvoorbeeld een hulpvraag concretiseren, een gesprek voeren, een training organiseren.
- Het substantiële niveau: de onderliggende uitgangspunten van het handelen als
professional, waaronder de visie op het bieden van zorg- en dienstverlening.
- Het kritische niveau: de morele, ethische en andere normatieve overwegingen die je als
prof. hebt.
● Er zijn verschillende manieren om je onderzoekende houding te versterken,
bijvoorbeeld het uitvoeren van een praktijkonderzoek, reflecteren via logboek, coaching
door collega’s etc.
1.1.2 Evidence-based practice en practice-based evidence
● Evidence-based practice (EBP) gaat over de vraag hoe je in de context van je eigen
beroepspraktijk op basis van goed bewijsmateriaal beslissingen kunt nemen die
afgestemd zijn op je eigen kennis en ervaring en de waarden en voorkeuren van een
cliënt. Het is een doorgaand proces waarbij je wetenschappelijke kennis, kennis over de
cliënt, klinische kennis en organisatorische randvoorwaarden integreert in het dagelijkse
handelen.
● Practice-based evidence (PBE) gaat uit van het idee dat kennis over het handelen van
een professional ontstaat in de specifieke context van de beroepspraktijk en dat die
kennis evolueert door de interactie tussen de personen die in deze context een
belangrijke rol spelen. PBE richt zich op de daadwerkelijke praktijk en zet professionals
aan tot het expliciteren van die praktijk en de door hen waargenomen effecten. De kennis
die dit oplevert is sterk verbonden aan de beroepscontext en kan bruikbaar zijn voor
anderen binnen of buiten de beroepsgroep. Men spreekt in dit verband ook wel van het
ontstaan van praktijktheorieën.
● Het grote verschil tussen EBP en PBE is dat onderzoeksresultaten bij EBP vertaald
worden naar de praktijk, terwijl er bij PBE een vertaling plaatsvindt van de praktijk naar
de onderzoeksresultaten.
1.1.3 Wat is onderzoek?
● Het doel van onderzoek: de onderzoeker wil iets te weten komen. Kenmerkend voor
onderzoek is dat men via een systematische werkwijze tot kennis komt. Bij het uitvoeren
van een onderzoek zet je als onderzoeker een aantal vaste stappen. Dit draagt ertoe bij
dat je ook echt tot bruikbare en goed onderbouwde antwoorden komt op de vragen die je
hebt.
● Onderzoek is een zoekproces gebaseerd op denken, intuïtie en creativiteit, waarin op
, een systematische manier gegevens worden verkregen, gebruikt en geanalyseerd, met
als doel kennis te verzamelen.
● Uiteraard kunnen veel vragen en problemen worden opgelost of verklaard door gebruik
te maken van ervaring, routines en deskundigheid. Tegelijkertijd is het belangrijk om te
kiezen voor een systematische aanpak in de vorm van een praktijkonderzoek als de
vraag/het probleem daarom vraagt.
1.1.4 De gerichtheid van praktijkonderzoek
● Vragen kunnen een generiek karakter hebben (hoe komt het dat kaalheid vaker
voorkomt bij mannen dan bij vrouwen?) of betrekking hebben op een specifieke
beroepssituatie (waarom is de cliënttevredenheid op de afdeling kraamzorg in het tweede
kwartaal zo sterk gedaald ten opzichte van het eerste kwartaal?)
● Er zijn dus eigenlijk 2 hoofdredenen om een onderzoek te starten:
1. Je wilt theorieën ontwikkelen of toetsen. Het onderzoek levert kennis op die
generaliseerbaar is en die niet slechts van toepassing is op één specifieke
beroepssituatie.
2. Je wilt op zoek gaan naar antwoorden op vragen in een specifieke beroepssituatie met
als doel deze situatie te verbeteren. Het onderzoek levert kennis op die in eerste instantie
alleen van toepassing is op de specifieke beroepscontext waarin het onderzoek is
uitgevoerd.
De 2 hoofddoelen van onderzoek kunnen op een continuüm worden geplaatst (blz. 28).
● Van Keken geeft aan dat het bij theorievorming gaat om het streven naar algemeen
geldende uitspraken. Bij praktijkonderzoek gaat het er juist meer om te onderzoeken wat
de achtergronden en oorzaken zijn van een specifiek probleem in een bepaalde context.
● Voor onderzoek dat zich richt op verbetering van de praktijk zijn verschillende namen
in omloop, zoals actieonderzoek, ontwerponderzoek of ontwikkelingsonderzoek,
praktijkgericht onderzoek en praktijkonderzoek. Verschillende definities.
● Elliot benadrukt dat bij actieonderzoek de beroepsbeoefenaar zelf een grote rol speelt.
Door in de beroepspraktijk professioneel te handelen, ontstaat er nieuwe kennis die
voortdurend beproefd en aangescherpt wordt in de praktijk.
● Michelbrink spreekt van praktijkgericht onderzoek als over een specifiek domein met
een specifiek oogmerk specifieke kennis verzameld wordt.
● Praktijkgericht onderzoek heeft de volgende 3 hoofdkenmerken:
- Het onderzoek heeft betrekking op vragen en problemen van beroepsbeoefenaren.
- Het gaat om toepasbaar onderzoek. De kennis is qua inhoud en vorm op een praktisch
niveau bruikbaar en toepasbaar.
- Het onderzoek levert een bijdrage aan verbetering van de beroepspraktijk.
● Ontwerponderzoek of ontwikkelonderzoek is een vorm van onderzoek dat net als
actieonderzoek duidelijk is gericht op verbetering van de praktijk door het aanbrengen
van veranderingen.
● De kenmerken van ontwerponderzoek volgens Van den Akker zijn:
- Er wordt in de dagelijkse praktijk een interventie ingevoerd; bijvoorbeeld een nieuwe
aanpak.
- Het ontwerpproces heeft een onderzoeksmatig karakter waarbij interventies in
verschillende cycli worden ontworpen, geëvalueerd en bijgesteld.
- Het proces van invoering van de interventie wordt nadrukkelijk gevolgd om een beter
begrip te krijgen van de interventie en de verbetering van de situatie.
- De meerwaarde van het ontwerpproduct voor de mensen die er in de praktijk me
moeten werken staat centraal.
- Het ontwerp is (deels) theoretisch onderbouwd en levert na het testen in de praktijk een
bijdrage aan nieuwe inzichten.
● Michelbrink ziet ontwikkelonderzoek als het zoeken naar:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leisen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.