- Zaken (art. 3:2), voor menselijke beheersing en vatbare objecten
a. Roerende zaken (art. 3:3 lid 1), de rest
b. Onroerende zaken (art. 3:3 lid 2), grond en wat daarmee is verbonden
- Vermogensrechten (3:6)
Eigendom versus vorderingsrechten
- Zakelijk of persoonlijk
a. Eigendom: zakelijk
b. Vorderingsrecht: persoonlijk
- Absoluut of relatief
a. Vorderingsrecht: relatief
b. Eigendomsrecht: absoluut
Beperkt recht 3:8: afgeleid van volle eigendomsrecht
Erfdienstbaarheid: rechten die een bepaald gebruiksrecht geeft, situatie waarin twee onroerende
zaken bijvoorbeeld geeft het ene onroerende zaak het recht op overpad aan de andere onroerende
zaak (dienend erf geeft recht aan heersend erf)
Zekerheidsrechten: om bepaalde zekerheid te geven, bekendste recht = hypotheek recht
Rechtshandeling
Burgerlijk wetboek
Boek 1: Personen- en familierecht Boek 2: rechtspersoon
Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen Boek 4: erfrecht Boek 5: Zakelijke rechten Boek 6:
algemene gedeelte van het verbintenissenrecht
Boek 3:
Rechtshandeling= een handeling die gericht is op rechtsgevolg, voorbeelden: ijsje kopen, drankje
bestellen, kamer huren
Verschilt van andere type handelingen die wel rechtsgevolg kunnen hebben, maar niet gericht op
rechtsgevolg zoals het autorijden waar je schade kan veroorzaken.
2 soorten rechtshandelingen:
Eenzijdige rechtshandelingen: tot stand gebracht door 1 persoon
Meerzijdige rechtshandelingen: tot stand gebracht door meer dan 1 persoon (bijvoorbeeld de
overeenkomst)
Hoe komen rechtshandelingen tot stand?:
Dubbele grondslag. Grondslag 1:
, - Geopenbaarde wil (art. 3:33 BW), wil moet geuit/ verklaard worden
- Vorm van de verklaring (art. 3:37 lid 1 BW), kan in iedere vorm geschieden en in 1 of meer
gedragingen besloten liggen
- Moment tot stand komen (art. 3:37 lid 3 BW), wanneer de wilsverklaring werking krijgt
Discrepantie wil en verklaring
Verklaring kan door diverse oorzaken afwijken van wil, zoals:
Grondslag 2: opgewekt vertrouwen, vertrouwen en op mocht vertrouwen
- Vertrouwen gerechtvaardigd?
a. Art. 3:11 BW Toetssteen van het oordeel of iemand meent wat hij heeft gezegd
b. Diverse omstandigheden
Overeenkomsten (boek 6):
Wat is een overeenkomst?: meerzijdige rechtshandeling waar jegens 1 of meer anderen een
verbintenis aangaan
Komen tot stand door aanbod en aanvaarding. De ene partij doet een aanbod, de andere partij
aanvaard = overeenkomst.
Aanbod (niet alles in dagelijks spraakgebruik is een aanbod):
- Eenzijdige rechtshandeling
- Te onderscheiden van: uitnodiging om in onderhandeling te treden
- Vervalt door
a. Verwerping (art. 6:221 lid 2 BW)
b. Tijdsverloop (art. 6:221 lid 1 BW), mondeling aanbod vervalt als het niet onmiddellijk
wordt aanvaard, een schriftelijk aanbod vervalt binnen een redelijke termijn hierna heeft
de aanvaarding geen effect hoewel een aanbieder dit geldig kan verklaren
c. Herroeping (art. 6:219 lid 1), kan maar alleen als het aanbod niet is aanvaart, en de
mededeling houdende aanvaarding niet is verzonden
- Onherroepelijk aanbod, voor het verstrijken van de termijn kan er niet herroepen worden,
heeft geen effect
Aanvaarding:
- Eenzijdige rechtshandeling
- In beginsel vormvrij (art. 3:37 lid 1), je kunt het expliciet zeggen of blijken uit gedragingen
- Moet inhoudelijk overeenstemmen met aanbod
- Van het aanbod afwijkende ‘aanvaarding’ (oftewel partij B doet een nieuw aanbod en
verwerpt aanbod van A)
Uitzondering: op onderschikte punten afwijkt, Leiden Leiderdorp, dan geldt het antwoord als
aanvaarding (met beetje andere voorwaarden) tenzij de oorspronkelijke aanbieder bezwaar maakt
tegen die verschillen, dan geldt de aanvaarding als een nieuw aanbod.
, Overeenkomst: art. 6:217, aanbod + aanvaarding = overeenkomst. Rechtsgevolg = verbintenissen (er
ontstaan voor beide partijen verplichtingen)
Partijen sluiten een geldige overeenkomst:
- Meerzijdige rechtshandeling
- Rechtsgevolg ontstaat door aaneensluitende rechtshandelingen
- Rechtsgevolg: ontstaan van verbintenissen
Misverstand: wat is rechtens als partijen bij het sluiten van een overeenkomst een voor misverstand
vatbare uitdrukking bezigen? Verschil 50.000 gulden tussen belastingschade in de ene zin en in de
andere zin. Ieders wil dekt de verklaring, maar de verklaringen sluiten niet op elkaar aan. 3:35
toespitsen op misverstand: wat hebben partijen over en weer verklaard en wat hebben zij
overeenkomstig de zin die zij daaraan redelijkerwijs mochten toekennen afgeleid uit elkaar
verklaringen en gedragingen?
Gezichtspunten:
- Welke betekenis lag meer voor de hand?
- Deskundige bijstand?
- Vaststaande technische betekenis bekend bij de wederpartij?
- Resultaat van interpretatie te rijmen met oogmerk?
Beide opvattingen niet dus het gevolg is geen overeenkomst tot stand gekomen.
Het burgerlijk recht bestaat uit regels die gelden voor alledaagse zaken. Het kent een eigen taal: er is
verschil tussen goederen en zaken, bezit en eigendom, overeenkomst en overdracht, kopen en
leveren. Het gaat om de regels die gelden tussen personen (verbintenissenrecht) en om aanspraken
die personen hebben op goederen en zaken (goederenrecht). Het verschil tussen beide is cruciaal.
Verbintenissen zijn alleen van kracht tussen de betrokken personen, partijen, en daarom hebben
derden hieraan in beginsel geen boodschap. Goederenrechtelijke aanspraken daarentegen gelden in
beginsel tegen iedereen.
Paragraaf 1:
Hoofdstukken vermogensrecht
1.1
Het vermogen bestaat uit goederen. Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten. Zaken zijn
de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
Registergoederen zijn goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving in daartoe bestemde
openbare registers noodzakelijk is. Alle onroerende zaken zijn registergoederen. Sommige roerende
zaken zijn registergoederen (schip in het scheepsregister te boek gesteld), ook sommige
vermogensrechten zijn registergoederen (erfdienstbaarheid, erfpachtrecht en opstalrecht).
1.2 Eigendom en vorderingsrecht
Een vorderingsrecht is relatief, een rechtsbetrekking tussen twee bepaalde personen: schuldeiser en
schuldenaar. Eigendom is een absoluut recht. De eigenaar staat tegenover de rest van de wereld, dit
absolute karakter van de eigendom heeft twee aspecten: exclusiviteit en gevolg.
Eigendom is een exclusief recht, de eigenaar behoeft niet te dulden dat een ander van de zaak
gebruikmaakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evabergen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.