De tijd van monniken en ridders
Paragraaf 1 – Germaans bestuur
- Na de Romeinse overheersing trad er in het Frankische Rijk een nieuwe heerser op,
Clovis. Hij regeerde van 476 tot 511
-
Veroveringen van Clovis:
Hij versloeg in 486 het rijk van de Romeinse generaal Sygarius (rond Parijs)
In 496 veroverde hij het rijk van de Alemannen aan de zuidoostgrens van het
Frankische Rijk.
Ook versloeg hij de Visigoten ten zuiden van de pyreneeën.
Het grote rijk dat Clovis had gesticht wordt het Merovingische Rijk genoemd.
- In het jaar 497 of 498 liet Clovis zich dopen. Het kon namelijk verstandig zijn om het
christendom als godsdienst aan te nemen omdat hij nu over een groot Romeins
gebied de macht had. Met deze stap verwierven de Frankische heersers zich de steun
van de Gallo-Romeinse elite die de facto steden bestuurden.
- Na de dood van Clovis werd zijn rijk verdeeld tussen zijn 4 zonen (511). Het behoorde
tot het erfgoed dat het rijk werd verdeeld onder de zonen van de koning. Dit laat
goed zien dat de Merovingische heersers het rijk niet zagen als staat, maar als bezit
- Deze verdeling werd niet gezien als verzwakking, maar juist als een versterking:
meerdere leden van de koninklijke familie hadden gezamenlijk meer koningsheil, een
soort magische kracht die aan de koning werd toegeschreven. Als deze gebieden in
conflict raakten was er wel sprake van verzwakking.
- Koning Dagobert (623-639) zorgde ervoor dat de rijken tijdelijk weer verenigd
werden. Dit staat bekend als het hoogte punt van het Merovingische Rijk.
- Na koning Dagobert werd de macht van de Merovingische heersers steeds meer
ingeperkt. Hiervan maakten de hofmeiers gebruik. Dit waren de belangrijkste
functionarissen aan het Merovingische hof eb beheersten de finaciën.
- Pepijn de Korte stuurde in 751 een delegatie naar de paus om te zeggen dat de
Frankische koningen van die tijd te weinig macht hadden. Hij probeerde zo zijn
positie te verstevigen.
- De Paus voelde zich in Rome niet veilig, door de dreiging van de Longobarden.
Hierdoor stemde hij in met het voorstel van Pepijn.
- 3 jaar later maakte de paus Pepijn koning
- Toen Pepijn in 756 Italië veroverde gaf hij een groot deel van dit gebied aan de paus.
Dit was het begin van een bondgenootschap tussen Rome en het Frankische Rijk.
- Na de dood van Pepijn werd zijn rijk verdeeld onder Karloman en Karel. Karloman
stierf echter snel en daarom heeft Karel de Grote mogen regeren.
,- Er was een nieuw concpet: een verenigd Europa met 1 rijk, 1 heerser en 1 godsdienst
- Dit concept kon alleen ontstaan doordat Karel grote delen van Europa veroverde.
- Karel vocht tegen de Saksen. Dit won hij en daardoor werd het Saksische gebied met
hardhandige middelen christelijk gemaakt.
- Karel verdeelde zijn rijk in districten, met hoge edelen aan het hoofd.
- Er werden capitularia uitgevaardigd, koninklijke decreten die het bestaande
gewoonterecht moesten aanvullen en die geldig waren in het gehele Frankische Rijk.
- Persoonlijk contact tussen het volk en de heerser was belangrijk. Het gebrek aan
geschreven cultuur en goede verbindingen in het rijk zouden hieraan hebben
bijgedragen.
Karolingische renaissance
Karel de Grote probeerde het onderwijs in zijn rijk te stimuleren. Er werden scholen
gesticht en hierdoor werd de peil van geletterdheid verhoogd.
Er lag veel nadruk op het bestuderen uit de klassieke oudheid.
Er ontstond een nieuw lettertype, hieruit is ons huidige lettertype afgeleid
- Na de dood van Lodewijk (Karels zoon) erfde zijn zonen het rijk. De droom van een
onverdeeld Europa bleek hierbij voorbij.
- Na de dood van Karel ontbrak het centrale gezag. De lokale edelen maakten hiervan
gebruik, ze maakte hun eigen rijkjes die min of meer onafhankelijk waren van de
vorst.
- Bij een gebrek aan centraal gezag raakten de omwonende van zo’n gebied afhankelijk
van de lokale heer in wiens brucht zij voor hun veiligheid toevlucht hadden gezocht.
- Door gebrek aan machtsmiddelen werden vorsten afhankelijk van de trouw van de
lokale edelen van hun gebied.
- Persoonlijke trouw was het cement van de samenleving.
- Deze band werd bekrachtigd door en een heer en zijn man elkaar trouw beloofden.
Dit soort ceremonies waren in een schrifteloze samenleving belangrijk, omdat ze dit
niet op een contract konden zetten.
- De lokale machthebbers waren de bezitters van de grond waarover zij heersten. Dit
grondbezit werd ook wel allodium of feodum genoemd.
- Feodum betekent ook wel leen. Dit was geen echt eigendom, maar alleen grond die
tijdelijk in bezit was van een leenman in ruil voor diens trouw.
- Tot het gewoonterecht behoorde dat er geen onderscheid was tussen publiek en
privaat recht. Daardoor was het logisch dat de eigenaar van een stuk grond ook iets
te zeggen had over de inwoners van dat land.
- De leenheren dachten dat de grond erfelijk was en dat ze het konden doorgeven aan
hun zonen.
, - De problemen van het gebrek en centralisatie werd duidelijk toen de Vikingen
binnenvielen.
- Vinkingen waren niet christelijk en vielen binnen met geweld om aan rijkdommen te
komen of om gebieden van lokale heersers over te nemen.
- Hun inval maakte duidelijk dat de bevolking niets kon verwachten van het koninklijke
gezag.
Paragraaf 2 – Verspreiding van het christendom
- In 695 hernieuwde de missionaris Willibrord de kerk van Sint-Maarten die Dagobert
in Utrecht had opgericht. Willibrord was daardoor de eerste bisschop van Utrecht.
- Vanuit Utrecht probeerde hij de Friezen te bekeren.
- Tijdens het bekeringswerk had Augustinus gemerkt dat hij slecht was voorbereid op
de vragen die het volk hem stelde. Hij stuurde deze frequently asked questions naar
Rome.
- Je moest heidenen in de war maken door ze moeilijke vragen te stellen
- Als dat eerste niet lukte moest je ze zeggen dat hun goden tot nu toe niet de
verspreiding van het christendom hadden kunnen voorkomen.
- De kersteningspolitiek van Willibrord en Bonifatius kan ook worden geïnterpreteerd
als een verlengstuk van de uitbreiding van de Frankische politieke macht.
- Mede op het initiatief van Bonifatius werd in 743 een groot Germaans concilie
gehouden. Hier werd afgesproken dat de kerkleiders voortaan elk jaar bijeen
moesten komen om belangrijke kwesties te bespreken.
- In 754 werd hij vermoord door de Friezen in Dokkum. Hij wilde een martelaarsdood,
omdat dit ertoe zou kunnen leiden dat hij de status van een heilige kreeg.
- Karel de Grote heeft het bekeringswerk erf gestimuleerd. Hij zag zichzelf als de
verdediger en helper van allen die verkeren in de gemeenschap van de Heilige Kerk.
- Karels adviseur heeft deze gedachte uitgewerkt tot een nieuwe politieke ideologie,
die van het theocratisch koningschap. Voor hem stond vast dat het rijk van Karel een
christelijk rijk was die een eenheid omdat het christelijk geloof hen met elkaar
verbond
- Karel heeft zijn strijd erg serieus genomen. In 722 wist hij het belangrijkste Saksiche
heiligdom te verwoesten. Toen de Sasken in opstand kwamen onder leiding van
Widukind vermoorde Karel zo’ 4500 Sasken. In 785 werd Widukind gedoopt. Hierna
vaardigde Karel het capitulare de partubus saxoniae uit om een einde te maken aan
de heidense praktijken (dood)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yaelmulder1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.