100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijf en bedrijfsvoering $16.83   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijf en bedrijfsvoering

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting heb ik mijn online les stof samengevat.

Preview 4 out of 40  pages

  • November 23, 2021
  • 40
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Edumundo samenvatting semester 1 Bedrijf en bedrijfsvoering
Week 8 organisatie en processen
Week 10 structuur
Week 11 leiderschap
Week 12 staff en cultuur
Week 13 het strategisch proces


Week 8 organisatie en processen
Een organisatie heeft altijd 3 dingen gemeen met elkaar ondanks dat organisatie verschillen
van elkaar.
1. Doelstellingen
2. Mensen
3. Middelen

Scott (1987) voor alle definities geldt dat er in een organisatie sprak is van zes fundamenten:
1. Participanten – mensen waaruit de organisatie bestaat. De menselijke
productiefactoren.
2. Doelen – Overkoepelend doel. Winst, kwaliteit, klanttevredenheid, CO2-emissie,
armoedebestrijding of sociale impact.
3. Technologie – mensen binnen de organisaties werken met technologie om producten
te produceren of een dienst te verlenen. (Computers, machines, software, hardware,
methoden)
4. Formele structuur – Hiërarchische relaties en taakverdeling tussen managers en
werknemers. Vast gesteld in een functieomschrijving. Ook taken kunnen formeel
worden omschreven. Het staat in directe relatie met de doelen van de organisatie
bereiken.
5. Informele structuur – bestaat uit de interactie tussen mensen en de relaties die op
een natuurlijke wijze ontstaan binnen een organisatie. Deze structuren zijn niet
formeel vastgelegd en hebben dan ook lang niet altijd een directe relatie met de
doelen van de organisatie. → Toch van belang omdat ze beter inzicht geven in hoe
communicatie dagelijks verloopt en waar de formele taken, verantwoordelijkheden
en bevoegdheden daadwerkelijk liggen.
6. De omgeving – Refereert aan alle zaken buiten de organisatie die de organisatie
beïnvloeden of die door de organisatie worden beïnvloed. Economische
ontwikkelingen, overheidsbeleid, klanten, de publieke opinie.

Winst als primair doel of juist niet
Het eenvoudigste onderscheid tussen organisaties is die tussen organisaties zonder (non-
profit of not-for-profit) en organistaties met winstoogmerk (for profit). Organisaties met
winstoogmerk noemen we ook wel onderneming.

Organisaties zonder winstoogmerk streven naar levering van goederen en diensten voor het
algemeen nut. Voorbeelden hiervan zijn organisaties als de nationale overheid, gemeenten,
scholen, verenigingen en geode doelen zoals het Wereld Natuurfonds of Greenpeace.

,Non-profitorganisaties mogen een boekjaar niet afsluiten met winst. Not-for-
profitorganisaties daarentegen mogen wel winst maken maar dat is niet hun voornaamste
doel.

Veel sociale ondernemingen vallen in de categorie not-for-profit. Zij zoeken manieren om
maatschappelijke vraagstukken op te lossen vanuit bedrijfseconomisch perspectief,
bijvoorbeeld voedselverspilling, beperkte toegang tot arbeidsmarkt van sommige
categorieën werkzoekenden of klimaatverandering.

Ondernemingen steven naar winst voor de aandeelhouders/eigenaren. Bekende MNO’s zijn
Shell, ING, Heineken. Zij hebben een winstoogmerk.




De grootte van organisaties
Naast winstoogmerk verdelen we ondernemingen ook onder naar grootte:
Ondernemingsgrootte Kenmerk
Micro-onderneming Telt minder dan 10 medewerkers en heeft
een omzet van maximaal 2 miljoen per jaar.
Kleinbedrijf Telt minder dan 50 medewerkers en heeft
een omzet van maximaal 10 miljoen per
jaar.
Middenbedrijf Telt minder dan 250 medewerkers en heeft
een maximale omzet van 50 miljoen per
jaar en een balanstotaal van 43 miljoen per
jaar.
Grootbedrijf Omvat alle andere bedrijven.

Ruim 99% van alle ondernemingen binnen Nederland valt binnen het midden- en kleinbedrijf
ofwel MKB. Slechts 1.100 bedrijven in Nederland zijn echt grote bedrijven dat is dus veel
minder dan 1%.

,De rechtsvorm van de organisatie
Een van de laatste manieren om organisaties van elkaar te onderscheiden is aan de hand van
juridische criteria. We komen dan op het terrein van de rechtsvormen.

2 groepen organisaties:
1. Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid – eenmanszaak, de vennootschap onder
firma de commanditaire vennootschap en de maatschap
2. Organisaties met rechtspersoonlijkheid – BV besloten vennootschap, NV naamloze
vennootschap, de vereniging en de stichting
Onder rechtspersoonlijkheid verstaan we of een bedrijf wel of niet kan optreden als een
zelfstandig en handelingsbekwaam persoon. Een bedrijf met rechtspersoonlijkheid kan als
het ware zelf contracten afsluiten en schulden aangaan.
→ Gaat er iets mis dan is het bedrijf aansprakelijk in plaats van de eigenaren van het bedrijf.
→ Bij een bedrijf zonder rechtspersoonlijkheid is de eigenaar/ondernemer privé
aansprakelijk voor eventuele schulden van het bedrijf.

Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid
1. Eenmanszaak
Dit type organisatie is geschikt wanneer slechts één ondernemer een bedrijf heeft.
Veel starters en ZZP’ers kiezen voor deze rechtsvorm omdat deze eenvoudig op te
richten is en bij kleinere organisaties vaak belastingtechnisch ook voordeliger.

, → Een eenmanszaak betekent niet bij voorbaat dat er maar één persoon werkzaam
is.
V = snel en eenvoudig op te richten
X = de ondernemer is met zijn/haar privévermogen aansprakelijk voor schulden van
het bedrijf.
2. De vennootschap onder firma (VOF)
De VOF is een juiste rechtsvorm wanneer meerdere ondernemers samen een bedrijf
bezitten. De zakenpartners (of vennoten) brengen allemaal iets in in de
onderneming: geld, (kapitaal)goederen, arbeid of een combinatie hiervan zijn.
Door een vennootschapscontract op te stellen kunnen vennoten de onderlinge
rechten en plichten regelen. Hiermee kunnen ze ook vooraf bepalen welke vennoot
met andere partijen verplichtingen mag aangaan (en voor hoeveel).
V = Snel en eenvoudig op te richten, minder inbreng doordat er meerdere partners
zijn.
X = De ondernemer is met zijn/haar privévermogen aansprakelijk voor schulden van
het bedrijf.
3. De commanditaire vennootschap (CV)
Een CV is een bijzondere vorm van een VOF. Eén (of meerdere) van de vennoten is
slechts met kapitaalinbreng (geld en/of kapitaalgoederen, maar geen arbeid)
betrokken bij het bedrijf. Bij hem kunnen schuldeisers alleen de kapitaalsinbreng
vorderen. De andere vennoten zijn de beherende vennoten en verantwoordelijk voor
de dagelijkse gang van zaken in het bedrijf. Schulden van het bedrijf kunnen wel op
hun privévermogen worden verhaald.
V = meer inbreng door de deelname van de stille vennoot
X = de beherende vennoten zijn met hun privévermogens aansprakelijk voor
schulden van het bedrijf.
4. De maatschap
Bij een maatschap vormen twee of meerdere ondernemers een
samenwerkingsverband waarbij de maten zelfstandig hun beroep uitoefenen onder
gemeenschappelijke naam. Door de samenwerking kunnen ondernemers gezamenlijk
investeringen doen, zoals een gezamenlijk kantoor of gezamenlijk secretariële
ondersteuning.
Verschil tussen VOF en een maatschap is dat de ondernemers in een maatschap een
vrij beroep uitoefenen (fysiotherapeuten, huisartsen, juristen, leraren, adviseurs of
tolkvertalers). Dit houdt in dat zij worden ingehuurd voor hun individuele kwaliteiten
en dus hun werkzaamheden niet kunnen uitbesteden aan werknemers.

Organisaties met rechtspersoonlijkheid
1. Besloten vennootschap (BV)
Een BV is een organisatievorm waarbij het eigendom ligt bij de aandeelhouders. Deze
aandeelhouders Hoeven niet altijd actief te zijn in het bedrijf. De aandelen zijn
geregistreerd op naam van de eigenaar en kunnen alleen via de notaris worden
overgedragen aan een ander. Het bedrijf wordt gezien als een entiteit die zelfstandig
afspraken maakt en contracten aangaat. Schulden zijn dan ook voor rekening van de
BV en niet voor de eigenaren.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joliekerstens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.83
  • (0)
  Add to cart