Blok 1
Thomas van Aquino:
Natuurrechtelijke denker
Onrechtvaardige wetten zijn geen wetten en hoeven dus niet gevolgd te worden, tenzij soms om
schandaal of onrust te vermijden, omwille waarvan de mens zelfs afstand moet doen van zijn recht.
Wetten kunnen op verschillende manieren onrechtvaardig zijn:
1. Onrechtvaardig doel: Bestuurder niet door gemeenschappelijk goede gemotiveerd, maar
door hebzucht en eer -> tirannie
2. Onbevoegde autoriteit: Bestuurder maakt wet die haar bevoegdheid te buiten gaat
3. Ongelijke lasten: Lasten van wet ongelijk over gemeenschap verdeeld
4. Tegengesteld aan het goddelijke goede: Wetten die dwingen tot afgoderij bv.
G. Radbruch:
Jonge Radbruch was een positivist, terwijl de oudere Radbruch (na WWII) een natuurrechtdenker
was.
Jonge Radbruch
A priori’s van het recht
1. Rechtvaardigheid als gelijkheid. Gelijke behandeling voor gelijke gevallen, ongelijke
behandeling voor ongelijke gevallen.
2. Doelmatigheid. Het recht dient bepaalde doelen die de samenleving stelt. Deze doelen zijn
afgeleid uit bepaalde waarden:
- Individuele waarden
- Collectieve waarden
- Arbeidswaarden
Op basis van deze waarden krijgt het recht een concrete inhoud in een samenleving. Radbruch
brengt geen rangorde aan in deze waarden.
3. Rechtszekerheid
Verschillende doelen strijden om voorrang. Het recht is nodig om het conflict over het doel van het
recht (tijdelijk) te beëindigen.
Rechtszekerheid eist dat het recht gesteld wordt. Wil iets recht zijn, dan moet het positief recht zijn.
Natuurrecht is dus geen recht.
Rechters moeten het geschreven recht toepassen.
Late Radbruch
Rechtvaardigheid is belangrijker dan rechtszekerheid. Wetten moeten ten eerste rechtvaardig zijn.
De rechtvaardigheid is een bovenwettelijke waarde die het positieve recht ter zijde kan stellen
wanneer positief recht niet rechtvaardig is.
Rechters moeten onrechtvaardig recht niet toepassen.
Het natuurrecht is ‘natuurlijk’ in die zin dat het niet afhangt van de instituties van de staat,
rechtbanken, parlementen etc.
- Het is het recht van God of van de Rede
, - Er is een noodzakelijk verband tussen recht en moraliteit
- We kunnen er niet omheen ons af te vragen hoe het recht moet zijn als we willen weten
wat het recht is
Radbruch formule: In de regel geldt het positieve (afgekondigde) recht altijd, zelfs als het
onrechtvaardige inhoud heeft, tenzij de kloof tussen gerechtigheid en rechtszekerheid onverdraaglijk
groot wordt, dan moet de rechtszekerheid wijken voor de gerechtigheid.
John Austin
Britse rechtspositivist
- Scheiding recht en moraal
- De studie van het recht dient waardenvrij te zijn. Simpelweg descriptief; geen moreel
oordeel over inhoud van het recht.
‘Every law or rule is a command’
Een wet is een regel die een gids is voor ons handelen. Een leidraad die ons kan dwingen iets te doen
of na te laten op straffe van een sanctie. Aangezien er een straf op staat, wordt het gezien als een
bevel (command). Wanneer degene die het oplegt niet bereid is of niet bij machte is om te straffen,
is het geen bevel maar een wens.
Dit sluit het natuurrecht uit van het recht, aangezien bij natuurrecht geen sancties worden gesteld
op het niet volgen van de wetten. Pas wanneer dit natuurrecht positief recht wordt (dus wordt
opgeschreven in een wet) wordt het echt recht omdat er een sanctie op kan worden gesteld.
Wat is een wet?
- Een wet reguleert ons handelen: verbiedt of gebied een handeling
- Een wet dreigt met een sanctie (geen sanctie, geen wet)
- Een wet is algemeen van vorm
Wat is een plicht?
- Als ik gestraft kan worden wanneer ik jouw bevel niet opvolg, dan heb ik een plicht deze
te gehoorzamen (geen sanctie, geen plicht)
- Onze enige plichten volgen uit positief recht -> géén plichten uit het natuurrecht
Wanneer een wet volgens natuurrecht onrechtvaardig is, is dat volgens natuurrechtdenkers geen
echte wet. Austin stelt echter dat wanneer je een dergelijke wet overtreedt, er toch een sanctie
volgt. Hieruit blijkt dat een onrechtvaardige wet wel degelijk een geldige wet is. Je had dus duidelijk
wél een plicht om de wet te gehoorzamen.
Austin stelt dat je het oneens kan zijn met een wet, maar dat maakt het niet minder een wet.
Natuurrechtdenkers geven het argument dat een wet onrechtvaardig is en dus geen wet is. Dit is
pure onzin volgens Austin. ‘Ik vind de wet niet leuk’ is geen goede argumentatie om een wet te
negeren. Het zelf kiezen welke wetten we wel en niet volgen leidt tot anarchie. Hoe kun je weten
wanneer een wet te zeer in strijd is met de rechtvaardigheid? Het volgen van ‘hoger recht’ leidt tot
te veel onzekerheid over wat recht is.
, H.L.A. Hart
Rechtspositivist en utilist. Doel van moraliteit is maximaliseren van welzijn/nut: ‘greatest happiness
of the greatest number (Bentham).
Onderscheid tussen recht en moraal is correct.
- Als je het onderscheid niet maakt wordt het verleidelijk voor revolutionairen om te
stellen dat iets wat hen niet zint, geen recht is.
- Conservatieven stellen juist dat, omdat het recht is, het ook moreel klopt. Dat leidt tot
het afsluiten van kritiek
Beiden zijn dus problematisch. Het is beter om een onderscheid te maken tussen recht aan de ene
kant en moraal aan de andere kant.
Weerleggingen van kritiek op scheiding recht en moraal:
1. Beveltheorie van recht is onjuist, dus is de scheiding recht en moraal ook onjuist
De beveltheorie gaat uit van een samenspel van bevelen die worden uitgegeven door soevereinen,
afdwingbaar door sancties. Een rechtsregel is geldig, omdat deze wordt opgelegd door een soeverein
die dreigt met een sanctie wanneer de regel niet wordt nageleefd. De kritiek hierop is dat dit lijkt op
het recht van de sterkste. Dit kan volgens natuurrechtdenkers nooit het geval zijn, dat is geen recht.
Om dit te voorkomen, moet er een innige band bestaan tussen recht en moraal en moet dit dus
zeker niet onderscheiden worden.
Hart is het eens met de kritiek dat het recht niet puur kan bestaan uit bevelen en sancties. Hart stelt
echter dat veel rechtsregels niet bestaan uit bevelen en sancties, dus dat dit niet altijd het geval is.
Mensen gehoorzamen volgens Hart de gestelde regels ook niet puur uit angst voor een sanctie, maar
uit gewoonte of overtuiging. Hoewel dit gebreken zijn op de beveltheorie, doet dit niets af aan de
benodigde scheiding tussen recht en moraal.
2. Het formalisme is onjuist, dus scheiding recht en moraal ook
De problemen met de mechanische wetstoepassing van het formalisme tonen aan dat er een band
nodig is tussen recht en moraal.
Formalisme:
- De wet moet naar de letter en zijn duidelijke betekenis worden geïnterpreteerd
- Het recht is een systeem zonder gaten waarbinnen de ene norm uit de andere volgt.
Rechters moeten hier dus precies doen wat de wet zegt, zonder verder zelf te interpreteren of dit
rechtvaardig is of niet. Het moet een soort automatisme worden.
De kritiek op het formalisme is dat niet alle rechtsregels duidelijk zijn. Er is een duidelijke betekenis
van een regel, maar er zijn ook zaken waarbij het onduidelijk is of ze onder deze regel vallen. De
zogenaamde kern van de regel is dus makkelijk toe te passen, maar wat hier net buiten valt is
lastiger toe te passen. Rechtsregels kunnen door rechters verschillend worden geïnterpreteerd, zoals
bij het voorbeeld ‘no vehicles in the park’. Hierbij moet worden gekeken wat er allemaal onder de
noemer ‘vehicle’ past. Duidelijk is dat een auto hieronder valt, maar onduidelijk is of een fiets of
rolstoel hier ook onder valt. Bij deze lastigere zaken (hard cases) bepaalt de rechter dus wat het
recht is. Hierbij moet dus wel een verband zijn tussen recht en moraal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stephancdejong. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.