100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Dautzenberg Literatuurgeschiedenis H5 tm H8 bovenbouw vwo $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Dautzenberg Literatuurgeschiedenis H5 tm H8 bovenbouw vwo

2 reviews
 73 views  3 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting van de belangrijkste paragrafen van H5 tm H8 van het boek literatuurgeschiedenis Dautzenberg

Preview 2 out of 11  pages

  • No
  • 40 tm 97 met uitzondering van h44 tm 46,49,51 tm 53,61,62,67,68,69,70,74 tm 77, 79 tm 83, 86 tm 89,
  • November 23, 2021
  • 11
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

2  reviews

review-writer-avatar

By: lucaintgroen • 8 months ago

review-writer-avatar

By: Kars • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting Nederlands Literatuur
Gedichten
alliteratie: beginmedeklinkers van twee beklemtoonde lettergrepen zijn aan elkaar gelijk.
Assonantie: de beklemtoonde klinkers zijn aan elkaar gelijk.
Enjambement: de regels worden afgebroken op een plaats waar in de zin juist geen pauze valt.
Metrum: een regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen.
Antimetrie: een verbreking van het metrum.
Metafoor: hetgene dat bedoeld wordt, is vervangen door een beeld.
Personificatie: een levenloos iets wordt voorgesteld als een levend wezen.
Synesthesie: de gewaarwordingen van twee zintuigen worden met elkaar gecombineerd.
Volta: de overgang tussen twee gedeeltes van een sonnet.
Begrippen kunnen toepassen op gedicht!

H5 Rond 1900
40 Historische achtergrond/41 Fin de Siècle
Grote veranderingen: techniek zorgt voor een andere manier van leven, gevolgd door economische
bloei. Van agrarische samenleving naar industriestaten. Veel moderne uitvindingen (gloeilamp,
telefoon, benzinemotor). Veranderende arbeidsomstandigheden, zowel positief als negatief.
Kapitalisme leidt zowel tot sociale wantoestanden als verbetering van lot vd arbeiders. Men wilde
lage loonkosten, maar zag ook in dat men beter kon concurreren met gezonde en geschoolde
arbeiders. Opkomend socialisme. Leidde tot kinderwetje van Van Houten en Arbeidswet, met als
gevolg het instellen van de Arbeidsinspectie. Ook waren er diverse stakingen, met als gevolg een
verbod hierop. Als reactie ontstond de eerste vakcentrale. Fin de siècle: overgang tussen oud en
nieuw. Wetenschappelijke ontwikkelingen (Darwin, Freud, Mendelejev, Einstein) en escapisme in de
kunst (estheticisme, l'art pour l'art: niet inhoud maar hoe geschreven/geschilderd) Oud en nieuw
lopen door elkaar, oud: evolutietheorie over dieren, letterlijke interpretatie van de bijbel, de oude
fysica. Nieuw: evolutietheorie over mensen, theorieën van Freud, socialisme, nieuwe fysica,
estheticisme.
Darwin evolutietheorie over zowel dieren als mensen. Freud theorie over het 'onderbewuste.' Dit is
het deel van de geest dat we niet onder controle hebben maar voor een groot deel ons denken en
handelen bepaalt. Net als het socialisme zorgden deze theorieën voor verstoring van de bestaande
orde. Maar er heerste ook voldaanheid. In de natuurwetenschappen had men het idee dat het
meeste werk nu wel gedaan was. (periodiek systeem, theorie van het elektromagnetisme). Toch
ontdekten Planck, Bequerel en Einstein veel nieuwe dingen waardoor weinig over was van de
traditionele natuurkunde.
Men kreeg het idee dat ze aan het eind van een grote cultuurperiode stonden en op de drempel van
een nieuwe onbekende eeuw die met angst en verwachting tegemoet werd gezien. Ook La belle
époque genoemd, omdat dit gevoel leidde tot een vlucht uit de realiteit in een wereld van kunst,
overbeschaving, luxe en genotzoekerij. In kunst: estheticisme, kunst moet mooi zijn.

42 Het impressionisme
Woordkunst/lyrisch proza: proza dat veel impressionistische kenmerken vertoont. Bekende
impressionisten zijn schilders Monet, Manet, Renoir en Van Gogh.
Kenmerken van het impressionisme:

 Voortzetting van en reactie op het realisme.

,  Beeldende kunst: kunstenaars proberen de zintuiglijke indrukken (impressies) van kleur, licht
en vorm weer te geven. Hij probeert de werkelijkheid te weergeven zoals hij die ervaart.
Inhoud is minder belangrijk dan sfeer van het uitgebeelde. Hoofddoel was het vastleggen
van de wisselende effecten van licht en kleur.
 Muziek: experimenteren met andere toonsoorten. Niet melodie en vorm maar allerlei
klankcombinaties staan centraal.
 Literatuur: Zo nauwkeurig mogelijk uitbeelden van nuances, indrukken en gevoelens. Door
middel van bijvoeglijke naamwoorden, neologismen, archaismen, beeldspraak. Synesthesie
veel toegepast. In gedichten veel alliteraties en enjambementen. Veel sonnetten.

43 Het naturalisme

 Net als impressionisme verdere uitwerking van het realisme, maar dan in roman en
toneelkunst. Staat haaks op impressionisme en estheticisme. Wel zijn veel naturalistische
werken in de stijl van het impressionisme geschreven. Naturalisme kreeg in zijn tijd geen
gunstig onthaal. Bloeide vooral op in Frankrijk, waar het ontstond.
 Men wilde niet alleen laten zien hoe het leven van de mens was, maar ook verklaren hoe het
zo geworden was. Bepaald door 3 factoren (determinisme, personen hebben geen vrije wil):
erfelijke aanleg, sociale milieu (daarmee gepaard de opvoeding) en de tijd waarin men leeft.
 In romans probeerden naturalisten de invloed van de drie factoren te tonen. Over het
algemeen sombere en pessimistische romans. De achtergrond hiervan is het fatalisme: de
opvatting dat het leven geheel bepaald wordt door het noodlot (fatum) en dat een vrije wil
niet bestaat. Dit fatum wordt door naturalisten gekoppeld aan de drie factoren.
 Neutrale verteller (behoefte aan objectiviteit), nieuwe onderwerpen als alcoholisme,
geïntroduceerd door Franse schrijver Zola. Invloed Darwin: milieu en erfelijke aanleg.
Invloed Freud: psychologische romans.
 Bekende naturalistische schrijvers zijn Van Eeden en Couperus. Belangrijkste toneelschrijver
is Heijermans.

47 Louis Couperus
Couperus zijn romans zijn in 3 groepen in te delen: naturalistisch-realistisch, sprookjesachtig en
historisch. Eerst vooral realistisch-naturalistisch, ook enkele sprookjesromans. Na 1905 reeks
historische romans, die zich afspelen in de Klassieke Oudheid. Was een briljant stilist.
De Binocle: Een jonge toerist gaat naar een opera in Dresden. Hij kocht nog snel een binocle
(toneelkijker) voor de opera. Hij had hier geen goed gevoel bij. Toen hij op de 4e rang zat, bedacht
hij dat de binocle kon vallen en er iemand gewond kon raken. Beneden zat een oude grijze dame en
een meneer met een kaal, glimmend hoofd. Hij voelde drang om de binocle op zijn hoofd te werpen,
maar kon zich bedwingen. Na de pauze ging hij ergens anders zitten en na de opera liet hij de binocle
achter. Vijf jaar later keert hij terug en gaat hij opnieuw naar de opera. Die blijkt echter uitverkocht,
maar een man biedt hem zijn kaartje aan. Hij zit precies op dezelfde plek als 5 jaar geleden en er
wordt gevraagd of hij een binocle wil huren. Het is zijn oude binocle en hij ziet weer de kale man
zitten. Hij kan zich niet bedwingen en werpt de binocle naar beneden, maar hij komt terecht op een
andere, nooit opgemerkte getroffene.
Eline Vere: De hoofdpersoon is een jonge, willoze vrouw die langzaam maar zeker, door een
lichamelijke kwaal, tot zelfmoord komt. Naast haar staan allerlei andere figuren, zoals haar zuster
Betsy, die in alles Elines tegenpool is, haar neef Vincent, een lusteloze profiteur, die een grote
invloed op Eline heeft.
Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan: Een familie wordt gekweld door een verschrikkelijk
geheim. Grootmoeder Ottilie heeft in een grijs verleden haar minnaar Takma aangezet tot moord op

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavanacker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  3x  sold
  • (2)
  Add to cart