100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting Geschiedenis HU (Hoofdstuk 5-10 + artikelen) $6.50   Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting Geschiedenis HU (Hoofdstuk 5-10 + artikelen)

 116 views  12 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting voor het vak Geschiedenis aan de Hogeschool Utrecht. Beschrijft hoofdstuk 5-10 uit het boek 'Geschiedenis Geven' (nieuwste versie), alsmede de artikelen die bij dit vak horen. 9 gehaald voor dit vak!

Preview 4 out of 54  pages

  • No
  • Hoofdstuk 5 t/m 10
  • November 23, 2021
  • 54
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting geschiedenis

Hoofdstuk 5: Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
Canonitems:
- Erasmus: Een internationaal humanist
- Karel V: De Nederlanden als bestuurlijke eenheid
- De Beeldenstorm: Godsdienststrijd
- Willem van Oranje: Van rebelse edelman tot ‘vader des vaderlands’
- De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden: Een staatkundig unicum

5.1 Het didactische aspect: jaartallen en tijdbalken
- Jaartallen zijn een manier om zaken in de juiste volgorde te zetten
o Voorwaarde: kinderen kunnen tellen en hebben begrip van grote getallen.
- Christelijke jaartelling: ontworpen in 525 (Anno Domini-kalender)
o Datum paasfeest vaststellen.
o Gebaseerd op Juliaanse Kalender.
o In de Romeinse rekenwereld bestaat er geen 0: er is dus geen historisch jaar 0.
 Dus eeuw = 100 jaar en millennium 1000 jaar
- 1582: nieuwe kalendervorming nodig
o Groot verschil in jaartelling
o O.a. invoering schrikkeljaren.
- Algemene tijdbalk:
o Prehistorie: ? -3000 v.Chr.
o Oudheid: 3000 v. Chr. – 500
o Middeleeuwen: 500-1500
 Ontdekking Amerika 1492
 Reformatie 1517
o Vroegmoderne tijd: 1500-1800
 Franse Revolutie 1789
- Tien tijdvakken
o Behoefte aan chronologisch geschiedenisonderwijs
o Namen die voorstellingsvermogen prikkelen
o Ronde jaartallen
o Nadruk:
 Chronologische hoofdlijnen van West-Europese geschiedenis
 Nationale erfgoed
o Tien tijdvakken: didactisch hulpmiddel
 Makkelijker plaatsen
o Leidt tot stevig referentiekader
 Oriëntatie in de tijd
o Spiraalcurriculum: terugkeren naar hetzelfde, maar steeds op een hoger niveau.
 Stimulatie
 Alle tijdvakken driemaal aan bod
 Automatisering
 Ontwikkeling historisch besef: leerling kan voortborduren op wat in een
eerdere fase al geleerd is.
o Feiten: kapstokken die verwijzen naar een bepaalde tijd
- Kritiek vanuit de wetenschap
o Geen bewijs dat leerlingen door de tijdvakken meer historisch besef krijgen
o Indeling willekeurig

, o Gebaseerd op blankemannengeschiedenis
- Invoering canonitems
o Ook hierop volgde kritiek
- Tijdbalk is vooral effectief als deze interactief is
o Zorg voor betrokkenheid
o Tijdbalk is niet statisch

5.2 De achtergrondinformatie: Tijd van ontdekkers en hervormers
Aan het einde van de middeleeuwen was er in Europa een toegenomen belangstelling voor het
bevaren van de wereldzeeën: er werd weer kennis gemaakt met andere culturen. Een van de
belangrijkste factoren hiervoor was de toenemende vraag naar luxeproducten uit het oosten.
- Eerst ging dit via Constantinopel: Aziaten brachten het daar, Italianen haalden het op.
- Verovering Constantinopel (1453) door de islamitische Turken  afsluiting handelsroute.
De Nederlanders konden, vanwege de oorlog met Spanje, ook steeds moeilijker in Portugal komen
 gingen zelf de specerijen etc. maar halen.

5.2.1 De wereld is plat?
Ook in de middeleeuwen wisten de mensen al dat de aarde rond was: het idee dat de aarde plat zou
zijn past echter goed in het beeld van de ‘donkere middeleeuwen’.

5.2.2 Portugezen: de voorlopers
- Al sinds 14e eeuw ontdekkingstochten langs het zuiden via de Afrikaanse kust  ontdekking
Canarische eilanden
- Portugese scheepvaart werd gestimuleerd door prins Hendrik de Zeevaarder.
o Systematische exploratie van de Afrikaanse kust
o Stichting speciale academie voor de zeevaart  kennis die van belang is voor de
ontdekkingsreizen van o.a. Columbus.
 Werd geboren in Genua: een belangrijke handelsstad  Columbus gaat
varen  komt in Portugal terecht
 Deed veel ervaring op tijdens grote zeereizen in Portugese dienst naar
Engeland en Afrika.
 Voorstel om via het Westen naar Azië te varen werd afgewezen.
 Columbus ging naar Spanje  op reis naar India (1492).
 Vond echter Amerika
 Bij terugkomst werden er conquistadores (veroveraars) naar
Amerika gestuurd  uitroeien inheemse bevolking.

5.2.3 Zoektochten over zee
De tocht van Columbus staat symbool voor alle ontdekkingsreizen:
- 15e eeuw: Portugezen en Spanjaarden
- 16e eeuw: Engelsen, Fransen en Hollanders.

Belangrijke reizen:
- Portugezen:
o 1488: Bartholomeus Diaz bereikt Kaap de goede Hoop
o 1497: Vasco da Gama vaart om Afrika heen en gaat naar Azië.
o 1521: Expeditie van Fernando de Maglhaes vaart als eerste rond de wereld.
- Kaapvaart, Engeland, Frankrijk en de Republiek:
o Engelsen: kaapvaart: noordwestelijke doorgang naar Azië vinden.
 Voeren officieel in dienst van hun land: opbrengst met opdrachtgever delen.
 Francis Drake voer hierom rond de wereld.

, o Fransen: vestigden zich in Canada na tocht Jacques Carrier (1534).
o Nederland:
 Haalden eerst koopwaar uit Lissabon
 Opstand tegen Filips 2 (1580): schepen liepen risico in beslag genomen te
worden  zelf route naar Azië zoeken.
- Noordoostelijke doorvaart:
o Willem Barentsz
o Nova Zembla (1596)  men richtte zich weer op zuidelijke doorvaart.

5.2.4 Nederlanders Overzee
- Vanaf het einde van de 16e eeuw verschenen er Nederlandse handelsnederzettingen in Azië
(Sri Lanka, Taiwan), Amerika (Brazilië, Nieuw Amsterdam) en Afrika (Kaap de Goede Hoop).
- Wilden geen kolonies, maar bases waaruit zij handel konden drijven: Nederlandse
kolonisatie werd daarom gedaan door VOC en WIC.
- Door de ontdekkingsreizen kwamen er levensmiddelen, rubber, plantageproducten en
specerijen naar Nederland.
- Later werden de veroverde gebieden niet meer gebruikt als handelsposten, maar als kolonie:
imperialisme
o Uitbreiding van de Europese economie op wereldniveau
 Door nieuwe grondstoffen en markten werd de economie sterker
 Zwaartepunt van de handel verplaatste naar havensteden van Noordwest-
Europa.
o Koloniën werden economisch afhankelijk
o Oorspronkelijke cultuur en religie werden vernietigd.

5.2.5 De Nederlanden als deel van het rijk van Karel V (1500-1588).
- 1515: Heer der Nederlanden
- 1516: Karel V kreeg door erfenis Spanje en Amerika.
- 1519: keizer van Duitsland
- 1543: baas van alle gewesten.
- Heerste in een rijk waar de zon nooit onderging.
- Hoofddoelen in de Nederlanden:
o Het katholieke geloof beschermen tegen het protestantisme
o De centrale macht van de regering in Brussel vergroten (instellen van raden met
specialisten).

5.2.6 Karel en het geloof
- Karel V was erg traditioneel: verzette zich tegen protestantisme en diens leiders (Maarten
Luther).
o 1520: boekverbrandingen
o 1521: Maarten Luther in de ban.
o 1523: ketters op de brandstapel.
o Protestantisme verdrijven lukte niet  gaf de doorslag voor aftreden in 1555
- Broer Ferdinand: godsdienstvrede van Augsburg
o 1588: iedere vorst had het recht te kiezen tussen katholicisme en lutheranisme.
o Onderdanigen moesten het geloof van hun vorst volgen.
- Erasmus: een van de meest toonaangevende denkers uit de renaissance
o Opleving en herwaardering van de kunst uit de klassieke oudheid
o Herwaardering voor de klassieke geschriften
 Mensen die zich hiermee bezighouden heten humanisten.
o Bekendste werk Erasmus: Lof der zotheid

,  Menselijke dwaasheden worden aan de kaak gesteld.
o Erasmus probeerde de katholieke kerk te hervormen  legde de nadruk op
vroegere, eenvoudige christenen.
 Tegen de verkook van aflaten en kerkelijke ambten
 Bleef de kerk wel trouw!
o Humanisme leidde tot breuk in het christendom.
- Reformatie
o In de 15e eeuw verloren veel mensen het vertrouwen in de katholieke geestelijkheid:
de clerus
 Geestelijken leefden zelf niet volgens de regels.
 Hielden zich bezig met wereldlijke macht en het verwerven van rijkdom.
 Laag intellectueel niveau van priesters.
o Aanleiding voor Luther: het optreden van aflaatmonnik Tetzel  95 stellingen in
1517: begin van de reformatie
 Belangrijkste ging in tegen het feit dat de zondaar geen berouw hoefde te
tonen.
 Baseerde zich op de ideeën van Erasmus.
- Godsdienstige ontwikkelingen
o Ook in de middeleeuwen had onvrede over de wijze waarop de kerk van Rome
bestuurd werd geleid tot verschillende crises.
 Leidde tot ontstaan van kloosterbewegingen
 Terugkerend twistpunt: verhouding tussen rede en geloof.
 Vernieuwingsbeweging Zusters en Broeders des Gemeenen Levens: stond
voor een persoonlijke beleving van het geloof en een eenvoudig en oprecht
leven.
o Het verliep anders waar er machtsverhoudingen in het geding waren:
 Keizer van het Oost-Romeinse rijk vond zich belangrijker dan de paus 
afscheiding van de Oosterse kerk (het Grote Schisma, 1054).
 Protestantse reformatie (16e eeuw) door Luther nieuw schisma binnen
het westerse christendom.
 Luther zelf dook onder na 1521
 Vertaalde de bijbel  door boekdrukkunst werd deze snel verspreid
 Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun geweten: moeten zelf
kennis nemen van het Heilige schrift.
 Richtte eigen kerkgenootschappen op
 Bestond uit verschillende stromingen!
- Calvinisme
o Naast Luther was ook Calvijn van grote invloed.
 Stichtte een modelstaat in Genève: eigen variant van de protestantse kerk.
 Strikte voorschriften
 Grondbeginselen
 Kerkelijke rechtbank
 Verschil met Luther: Calvijn vond de handel even eervol als de landbouw 
speelde mee met de opkomst van Nederlandse handelssteden?
o Meerdere groepen scheidden zich af van de kerk van Rome:
 Wederdopers/Doopsgezinden: pas als volwassene moet je gedoopt worden.
 Menno Simons
 Werden vanuit elke hoek vervolgd
 Engelse kerk
 Hendrik VIII
 Vooral om politieke redenen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniekvg26. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.50  12x  sold
  • (0)
  Add to cart