Wat is recht?
Het recht is een geheel van (maatschappelijke) ordening. Wat wij noemen politieke orde en elke
politiek orde moet een rechtsorde hebben en dus een geheel van normen. Maar waarvoor? Om
daaraan te kunnen anticiperen, om te anticiperen op gedrag van anderen. Verwachtingen kun je
normeren. Het doel is het realiseren van rechtvaardigheid, (rechts)vrede; vrede dat tot stand komt
doordat het recht regeert.
Een beroemde definitie van het recht wordt door Prof. Dr. A. Pitlo (1901 – 1987) gegeven; ‘Het moge
in primitieve of in verfijnde vorm zijn – maar zodra twee mensen met elkaar in contact komen,
ontstaat recht. Zonder samenleving is er geen recht, zonder recht geen samenleving denkbaar.’
Je kunt allerlei vormen hebben van het fenomeen recht.
Een hele andere definitie komt van John Austin (1790 – 1859); ‘Orders backed by threats.’ Je geeft
bevelen en die bevelen worden gehandhaafd met een zeker mate van bedreiging. Dus recht wordt
opgevat als een bevel, het heeft een commandostructuur. Maar het keerpunt hiervan is dat de
criminelen het ook doen: een crimineel zegt bijvoorbeeld je geld of je leven. Dat is eigenlijk ook een
bevel dat wordt gevolgd door een bedreiging. En wat is dan het verschil tussen een
belastingambtenaar en een crimineel, want beiden doen eigenlijk hetzelfde dus op zeker hoogte is er
geen verschil.
Wat is het verschil tussen een rechtsorde en een morele orde?
Moraal = niet afdwingbaar en een innerlijke houding (innerlijke intentie)
Recht = afdwingbaar en uiterlijke gedragingen
Alle definities van recht hebben mankementen. H.L.A Hart (1907 – 1992); het is niet alleen maar op
bevelen gebaseerd, het recht komt tot stand volgens een bepaalde procedure die onderworpen is
aan regels (essential law-making procedures).
Er is nog een andere benadering namelijk een rechts realistische benadering. Zij, waaronder Oliver
Wendell Holmes (1841 – 1935), zijn van mening dat recht hetgeen is dat de rechter ervan maakt. Je
moet niet al die wetten bestuderen, maar je moet naar de rechtszaal gaan en daar zie je wat ervan
terecht komt. Recht is in feite een interactie tussen rechter en rechtszoekende en de samenleving.
Rechtspraak staat centraal en niet de wet.
Een ander bekend iemand, Immanuel Kant (1724 – 1804) zegt; de wet staat centraal.
Basisbegrippen
Ius positivum of ius constitutum = het positief recht = het geheel van recht dat door een staat is
uitgevaardigd (geschreven), de wetten die uitgevaardigd zijn. Het positief recht is op te delen in twee
domeinen: privaatrecht en publiekrecht.
Ius constituendum = het recht zoals wij zouden willen dat geldt, of zoals het zou moeten zijn, het
ideale recht = natuurrecht (ongeschreven)
Positief recht = komt tot stand door een bevoegde instantie, volgens een vastgestelde procedure en
met dwang gehandhaafd.
Natuurrecht = hoger recht: ongeschreven rechtsbeginselen die rationeel zijn en die kunnen als
toetssteen voor de geldigheid voor de wetten dienen.
Objectief en subjectief recht = het objectief recht gaat het om het geheel van geldend recht in een
land, dus alle wetten die wij hebben en de bijbehorende wetboeken. Het subjectief recht zijn
individuele bevoegdheden die een mens heeft. Subjectief recht is vaak afgeleid van het objectief
recht. Sommigen vinden dat je het subjectief recht ook kan afleiden van het natuurrecht,
bijvoorbeeld met abortus. Dat recht komt vrouwen toe krachtens het natuurrecht. Een wet wordt
subjectief wanneer burgers ermee aan de slag gaan.
Formeel en materieel recht = het materieel recht betreft de gedragingen van mensen, een
inhoudelijk recht. Het formeel recht bepaald hoe het materieel recht wordt gerealiseerd. Anders
gezegd, het formeel recht omvat regels met betrekking tot de toepassing van het materieel recht
, (spelregels van het materieel recht). In het materieel recht staat dat je niet mag doden en in het
formeel recht staat hoe je een moordenaar moet vervolgen.
De wet in formele zin en de wet in materiële zin = de wet in formele zin betreft een gezamenlijk
besluit, een wet van de Staten-Generaal en de regering. Een wet in materiële zin is een wet met
iedere bindende bepaling, dat is een wet die burgers kan binden. Bijvoorbeeld een snelheid op de
weg.
Normatief en niet-normatief = een normatieve wet beoogt bepaald gedrag te reguleren. Een
voorbeeld van een niet-normatieve wet is een schakelbepaling of kwalificatieregelingen.
Modaliteiten van een normatieve wet:
- Gebod (vereist bepaald gedrag, vb. art. 6:162 BW)
- Verbod (beoogt een gedraging te verbieden, vb. art. 310 Sr)
- Verlof (creëert een bevoegdheid, het kan maar het moet niet, vb. art. 5:48 BW)
Rechtsgebieden
Positief recht:
- Publiekrecht: overheid neemt initiatief tot de handhaving, ziet toe op algemeen belang
overheid – uitvoerende instanties – burger (verticale relatie)
o Staatsrecht (hoe de staat is geregeld)
o Bestuursrecht (relatie tussen overheid en burger, hoe neemt de overheid een
bepaalde beslissing? Etc.)
o Strafrecht
o Internationaal en Europees recht
o Belastingrecht
- Privaatrecht: initiatief tot handhaving ligt bij de burgers zelf, ziet toe op private belangen
burger – burger (horizontale relatie)
o Vermogensrecht
o Personen- en familierecht
Rechtsbronnen
Je kunt verschillende identificatiemiddelen gebruiken voor geldend recht, om rechtsbronnen te
vinden:
- Verdrag
- Wet
- Rechtspraak (jurisprudentie)
- Gewoonte
Je kunt ook een thematische ordening van rechtsbronnen aanbrengen:
- Verschillende denkers, verschillende prioriteiten
- Verschillende landen, verschillende prioriteiten
- Verschillende tijden, verschillende prioriteiten
De wet en nationale soevereiniteit:
- Na 1648: het moderne statensysteem
- De wereld opgedeeld in nationale staten
- Territoriale jurisdictie: de wet geld voor het land waarin deze wordt uitgevaardigd.
De moderne staten:
De statelijke ordening van de maatschappij via wetten. Ze willen via wetten controle uit te oefenen.
Ook kun je denken aan dat ze als doel preventie hebben. Bijvoorbeeld met Sr, je waarschuwt mensen
om geen diefstal te plegen door aan te geven dat daaraan gevolgen zitten. Dus aan de ene kant wil
de overheid controle uitoefenen en aan de andere kan willen ze dingen voorkomen.
Verschillende landen, verschillende prioriteiten:
Engeland: Common Law, Rechtersrecht (de uitspraak van de rechter staat centraal).
Nederland: het continentaal recht, Romeins-Germaans recht (de wet staat centraal)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunadelange. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.