Finance samenvatting
Hoofdstuk 7: Capaciteit en bezettingsgraad
Rationele capaciteit = capaciteit en bezettingsgraad
Rationele overcapaciteit = verschil tussen rationele capaciteit en normale
bezetting
Sommige ondernemingen voorraad voor het hoog seizoen maar:
Niet alle producten kunnen in voorraad gehouden worden. seizoen ‘s invloed
erg belangrijk. De capaciteit zo hoog zijn in het hoogseizoen dat er in andere
seizoenen een overcapaciteit ontstaat.
ook altijd noodzakelijk om reservecapaciteit te hebben bijv. als een machine
kapot gaat.
Technische ondeelbaarheid = machine kiezen die bij jou capaciteit past.
Niet verstandig om een grotere capaciteit aan te schaffen dan de rationele
capaciteit doe je dat toch? = irrationele overcapaciteit
verschil tussen aanwezige capaciteit en rationele capaciteit
initiale overcapaciteit = de rationele overcapaciteit in de begin jaren van een
product waarbij de productie en afzet nog niet het normale niveau bereikt
hebben.
Bezettingsgraad = geeft aan welk deel van de aanwezige capaciteit
daadwerkelijk benut wordt.
Doel: zo optimaal; zo goed mogelijk in de geven omstandigheden drukke periode
inhuren van capaciteit om te grote overcapaciteit te voorkomen.
Oorzaak van rationele overcapaciteit = seizoen drukte.
Hoofdstuk 8: Kostenverbijzondering
Constanten kosten:
Variabele kosten:
Directe kosten = rechtsreeks verband kosten en product
Indirecte kosten = geen rechtsreeksverband
Onderneming verschillende producten = stukproductie = indirecte kosten
Verschillende methodes:
1. Primitieve opslagmethode
- eerst directe kosten toegerekend
- daarna indirecte kosten verdelen over diverse producten
- bereken d.m.v. opslagpercentage: indirecte kosten/grondstofkosten x100
1
, 2. Verfijnde opslagmethode
- deel van indirecte kosten verband met lonen
- deel van indirecte kosten verband met grondstof
- deel is niet terug te voeren en wordt genomen over de totale kosten
3. Equivatentiecijfermethode
- geschrikt bij productie van één soort product dat verschilt in lengte,
gewicht of inhoud.
- Omreken naar calculatie eenheid
4. Kostenplaatsenmethode
- indirecte kosten houden veel meer verband met afdelingen waar de kosten
worden gemaakt (SM&O)
- indirecte kosten verdelen over verschillende afdelingen =
boekhoudkundige kosten.
- Kostenplaats = onderdeel van de onderneming dat één bepaald soort
prestatie lever voor het productieproces.
- Dekkingsstaat = overzich van doorbelastingen van hulpkostenplaatsen aan
andere kostenplaatsen en van hoofdkostenplaatsen aan kostendragers
5. Activity Based Costing
- niet met machine uur tarief, maar per onderdeel. Bijv. per scharnier.
Hoofdstuk 8: check de aantekeningen/sommen.
Hoofdstuk 9: Bedrijfswinst en verschillenanalyse
Transactieresultaat = verschil tussen opbrengst van de verkopen en de
kostprijs van de verkopen.
Bedrijfsresultaat = het verschil tussen de opbrengsten en de kosten.
Voorcalculatorische resultaat cijfers zijn geschat en begroot
Nacalculartorische resultaat cijfers zijn gerealiseerd
Om het resultaat te analyseren kunnen we een categorale winst-en-
verliesrekening opstellen of een bedrijfseconomische winst-en-
verliesrekening.
De bepaling van het verwachte of begrote resultaat gaan we op 2 manieren
bekijken:
1. via de totale kosten
2. via de verschillende bedrijfseconomische resultaten
Als het bedrijfsresultaat berekend wordt als verschil tussen totale opbrengst en
totale kosten moet dus rekening gehouden worden met de verandering van de
voorraad.
toename van de voorraad: fabricagekostprijs van het betreffende aantal
producten in mindering op de totale kosten van de periode de fabricagekosten.
daling van de voorraad: fabricagekostprijs van de voorraaddaling toegevoegd
worden aan de totale kosten van de verkopen van de betreffende periode.
Standaardkostprijs op veel manieren afwijken zoals: de bezettingsresultaat.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JesseDingjan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.95. You're not tied to anything after your purchase.