Dit is een nette, overzichtelijke en duidelijke samenvatting van het hoofdstuk over trillingen en golven van de NOVA MAX Methode Natuurkunde.
ISBN 978 94 020 1320 7.
Periodieke beweging: beweging die zich na een bepaalde tijd herhaalt.
Evenwichtsstand: stand die het voorwerp inneemt als het in rust is. De beweging vindt plaats
om deze stand.
Trilling: een periodieke beweging om een evenwichtsstand.
Trillingstijd/ trillingsperiode (T): de tijdsduur die nodig is voor één volledige trilling.
Frequentie f: het aantal trillingen per seconde.
- Eenheid: per seconde. Ook wel hertz (Hz)
Verband tussen frequentie en trillingstijd: f = 1/T
- F: de frequentie in hertz (Hz).
- T: de trillingstijd in seconde (s).
Uitwijking u: de afstand van het trillende voorwerp tot de evenwichtsstand.
- Is 0 in de evenwichtsstand en maximaal in de uiterste stand.
Amplitude A: de maximale uitwijking van een trillend voorwerp.
Paragraaf 2: trillende systemen.
Een harmonische trilling heeft een (u, t) -diagram die een sinusvorm heeft.
Ongedempte trilling: trilling waarbij de amplitude niet veranderd.
- De uitwijking verandert wel.
Gedempte trilling: de amplitude wordt steeds kleiner en het trillende voorwerp komt
uiteindelijk tot stilstand.
- Trillingstijd en frequentie veranderen niet.
Om de snelheid van een trillend voorwerp op een bepaald tijdstip uit het (u, t) -diagram
af te leiden moet je naar de steilheid van de grafiek op dat tijdstip kijken.
In een (x, t) - diagram kun je de steilheid bepalen door bij dat tijdstip de raaklijn te
tekenen. De steilheid van de raaklijn is de snelheid op dat tijdstip (momentane snelheid).
Hij een harmonische trilling: snelheid is maximaal bij het passeren van de
evenwichtsstand en nul in de uiterste stand.
Massa-veersysteem: een blokje aan een veer. Als je aan het blokje trekt en loslaat
ontstaat er een harmonische trilling.
De trillingstijd van een massa-veersysteem berekenen: T =2 ∙ π ∙
- T: de trillingstijd in seconde;
√ m
C
- m: de massa die trilt in kilogram;
- C: de veerconstante in newton per meter.
Eigentrilling: de trilling die een voorwerp gaat uitvoeren als het uit zijn evenwichtsstand
is gebracht.
Eigenfrequentie: (vaste) frequenties waarmee een voorwerp kan gaan trillen, zonder dat
het daartoe wordt gedwongen.
Resonantie: het verschijnsel dat een voorwerp gaat meetrillen als de gedwongen
frequentie (frequentie waarmee het op en neer wordt bewogen) even groot is als de
eigenfrequentie.
, Natuurkunde hoofdstuk 9: Trillingen en golven.
Paragraaf 3: lopende golven.
Lopende golf: afwisseling van golfbergen en golfdalen. Is het resultaat van een trilling die
wordt doorgegeven.
- Breiden zich met een constante snelheid (voortplantingssnelheid of de golfsnelheid)
uit naar alle richtingen vanuit de plaats van de inslag: de trillingsbron.
De kop van de golf is het punt tot waar de golf is gekomen.
Golflengte λ: de afstand waarover de golf zich in één trillingstijd verplaatst (één golfberg en
één golfdal samen).
De golfsnelheid berekenen met: λ= v ∙ T v= λ/T
- λ: de golflengte van de golf in meter;
- v: de golfsnelheid in meter per seconde;
- T: de trillingstijd in seconde.
Omdat f= 1/T kun je de bovenstaande formule ook schrijven als: v= f ∙ λ.
- f: de frequentie in hertz (Hz).
(u, x) -diagram: is een momentopname van het hele koord op één tijdstip in een assenstelsel.
(u, t) -diagram: gaat nooit over het hele koord. Van één punt wordt dus de uitwijking tegen
de tijd uitgezet.
Transversale golven: golven waarbij de bewegingsrichting van de trillende deeltjes loodrecht
op de voortplantingsrichting van de golven staat.
Longitudinale golven: golven waarbij de trillingsrichting van de trillende punten evenwijdig is
aan de voortplantingsrichting van de golf.
Paragraaf 4: staande golven in koorden en snaren.
Staande golf: golf die ontstaat door samenwerking van meerdere lopende golven. Alle
punten van een touw voeren tegelijkertijd dezelfde trilling uit.
Buiken (B): de plaatsen waar de amplitude van de trillende punten het grootst is (los uiteinde
bij een staande golf).
Knopen (K): de punten die niet trillen (vast uiteinde bij staande golf).
De afstand van buik tot volgende buik (of knoop tot knoop): 1/2 λ.
Punten aan beide zijden van een knoop hebben een tegengestelde bewegingsrichting.
Interferentie: als een punt tegelijkertijd deelneemt aan meerdere golven.
Grondtrilling: de grootst mogelijke staande golf van een snaar.
- De frequentie van de grondtrilling is de grondfrequentie.
Grondtoon: de toon die een snaar van een muziekinstrument produceert als de snaar met de
grondfrequentie trilt.
In een koord of snaar met twee vaste uiteinden:
- Altijd een knoop aan beide uiteinden.
- De kleinste staande golf is 1/2 λ. Dit is de grondtoon.
De lengte van de snaar berekenen: l = n ∙ 1/2 λ.
- l: de lengte van de (lucht)kolom in meter.
- n: een geheel getal waarbij 1 overeenkomt met de grondtoon.
- λ: de golflengte in meter.
Eén los uiteinde en één vast uiteinde:
- Hierbij ontstaan alleenstaande golven als de lengte van dat koord gelijk is aan 1/4 λ,
3
/4 λ (eerste boventoon) of 5/4 λ (tweede boventoon), enzovoort.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophiaV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.27. You're not tied to anything after your purchase.