Samenvatting van het boek 'Hoofdzaken socialezekerheidsrecht'. Het betreft de vijfde druk, de auteur(s): S. Klosse en G.J. Vonk, de uitgever: Boom Juridische uitgevers.
Hoofdstuk 2, 3, 7, 8, 9 en 15
November 24, 2021
41
2021/2022
Summary
Subjects
publiekrecht
socialezekerheidsrecht
verdieping
hoofdzaken
verdieping socialezekerheidsrecht
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Maastricht University (UM)
Rechtsgeleerdheid
Verdieping socialezekerheidsrecht (PUB4001)
All documents for this subject (4)
1
review
By: rscheenen_ajax • 1 year ago
Seller
Follow
LexRosa
Reviews received
Content preview
SAMENVATTING: ‘HOOFDZAKEN
SOCIALEZEKERHEIDSRECHT’
Auteurs: S. Klosse en G. Vonk.
,Samenvatting hoofdstuk 2 – Hoofdzaken socialezekerheidsrecht
Paragraaf 2.2 Concept en werkdefinities
Het stelsel van sociale zekerheid is het geheel van regelingen gericht op het bevorderen van
bestaanszekerheid en van de instanties die bij die regelingen als uitvoerder, toezichthouder of rechter
betrokken zijn.
Paragraaf 2.3 Sociale verzekeringen en sociale voorzieningen
Een veelgebruikte tweedeling in de socialezekerheidsregelingen zijn de:
De sociale verzekeringen;
o Zijn oorspronkelijk tot stand gekomen om werknemers te beschermen tegen sociale
risico’s, zoals ziekte, werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid.
o Bij een zuiver onderscheid kan worden gezegd dat sociale verzekeringen een wettelijk
gegarandeerde aanspraak geven op een uitkering als tegenprestatie voor de betaalde
premies bij een vooraf gedefinieerde onzekere gebeurtenis.
o Sociale verzekeringen zijn regelingen waarvan de lasten worden betaald uit premies
die door de verzekerden en de werkgevers van verzekerden worden opgebracht.
De sociale voorzieningen.
o De belangrijkste sociale voorziening is de bijstand.
o De bijstand geeft financiële steun in geval van armoede waarbij de uitkerende
instanties vrij zijn de vorm en omvang van de steun te bepalen. Bij de bijstand is een
wederkerigheidsrelatie tussen een verzekeraar en een verzekeringsnemer afwezig.
o Uitkeringen worden in beginsel ‘om niet’ verstrekt. Dit impliceert overigens niet dat
er geen voorwaarden aan kunnen worden verbonden; het tegendeel is het geval.
o De kosten van de sociale voorzieningen komen ten laste van de algemene middelen,
premiebijdragen zijn daar onbekend.
o De sociale voorzieningen kennen in tegenstelling tot de sociale verzekeringen geen
verzamelterm (verzekerde) om de doelgroep mee aan te duiden. Elke sociale
voorziening heeft haar eigen personele werkingssfeer.
Figuur 2.1 Sociale verzekeringen en sociale voorzieningen
Sociale verzekeringen
Wet
AOW Anw AKW Wlz Zvw WAO WAZ WW ZW
WIA
Sociale voorzieningen
Wmo
Pw IOAW IOAZ IOW TW Wajong Wsw 2015
Wet KB Wzt
Verzekeringsbeginsel
Volgens het verzekeringsbeginsel (equivalentiebeginsel) moet er evenredigheid bestaan tussen de
hoogte van de aan een verzekeraar te betalen premie en het risico. Met risico wordt bedoeld: de kans
op het optreden van schade als gevolg van een onzeker voorval. De verzekering biedt daarentegen
dekking. Hoe groter het risico, hoe hoger de premie. In de tweede plaats gaat het verzekeringsbeginsel
uit van evenredigheid tussen de hoogte van de premie en de uitkering die de verzekeraar ter
compensatie van de geleden schade moet betalen. Hoe hoger de uitkering, des te hoger de premie. In
de sociale zekerheid wordt op dit beginsel veelvuldig inbreuk gemaakt. Dit gebeurt onder andere om
redenen van solidariteit met groepen die een relatief zwakke inkomenspositie hebben of een groot
risico vertegenwoordigen.
,Paragraaf 2.4 Personele werkingssfeer
De socialezekerheidsregelingen kan men ook rubriceren naar hun personele werkingssfeer. De
personele werkingssfeer heeft betrekking op de vraag welke personen onder het bereik van een
regeling vallen; de doelgroep van een regeling. Hoort men tot de doelgroep, dan kan men in beginsel
in aanmerking komen voor de prestaties van de betreffende regeling. De belangrijkste doelgroep van
de sociale verzekeringen zijn de kring van verzekerden. Typisch voor het leerstuk van de kring van de
verzekerden in de sociale zekerheid is de zogenoemde uitbreidingen- en beperkingensystematiek. Ten
opzichte van de hoofdregel gelden zowel positieve als negatieve uitzonderingen. De sociale
verzekeringen pleegt men onder te verdelen in volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
Volksverzekeringen.
o Zijn algemene regelingen.
o Richten zich in de eerste plaats op de ingezetene: personen die in Nederland hun
woonplaats hebben. Bovendien behoren degenen die niet in Nederland wonen, maar
hier als werknemer of als zelfstandige aan het arbeidsproces deelnemen, tot de
doelgroep van de volksverzekeringen.
o Hierbij staat het wonen in Nederland centraal.
Werknemersverzekeringen.
o Categoriale regelingen waarvan de werkingssfeer in beginsel beperkt tot werknemers
die in dienstbetrekking of in een daarmee gelijkgestelde arbeidsverhouding werkzaam
zijn en verder allebei groepen die niet (meer) aan het arbeidsproces deelnemen, maar
een uitkering hebben.
o Hierbij moet een grens worden getrokken ten opzichte van zowel zelfstandigen als
niet-actieven.
o Het gaat erom of de dienstbetrekking in Nederland wordt vervuld. Ook de
rechtmatigheid van verblijf speelt een rol.
Figuur 2.3 Volks- en werknemersverzekeringen
Volksverzekeringen
AOW Anw AKW Wlz Zvw
Werknemersverzekeringen
WAO Wet WIA WW ZW
Paragraaf 2.5 Materiële werkingssfeer
De materiële werkingssfeer van de socialezekerheidsregelingen wordt bepaald door de gebeurtenis die
recht geeft op de prestatie. Dit wordt in verband gebracht met het begrip sociaal risico. Het risico is de
oorzaak van het nadeel waarmee de betrokkenen worden geconfronteerd. Het begrip sociaal risico
verwijst dus naar een bepaalde oorzaak die kan leiden tot inkomensonzekerheid. Een
gemeenschappelijk kenmerk van al deze regelingen is dat ze een ontoereikend inkomen aanvullen tot
aan het sociaal minimum. In dit verband wordt ook wel gesproken van bestaansminimumregelingen.
, Figuur 2.4 Risico’s en regelingen
Ziekte en
arbeidso Art. 7:629
Wet WIA WAO Wajong WAZ Wsw
ngeschikt BW/ZW
heid.
Werkloosheid WW Wet WIA
Ouderdom AOW
Overlijden Anw
Kinderen AKW Wet KB Wkkp
Gezondheid Wlz Zvw Wmo 2015 Wzt
Bestaansminim Pw IOAW IOAZ IOW TW
um
Paragraaf 2.6.1 Hoogte loondervingsuitkeringen
Uitkeringen die worden verstrekt op grond van de werknemersverzekeringen zijn veelal
loondervingsuitkering. Dit percentage is maximaal 70% en in sommige gevallen 75% van deze
verdiensten. De berekening van de uitkering wordt herleid van het loon dat een werknemer per dag
verdient. Het inkomen voorafgaande aan het intreden van de ziekte, werkloosheid of
arbeidsongeschiktheid is maatgevend. Het inkomen dat het zogenoemde maximumdagloon
overschrijdt, telt niet mee. Het brutomaximumdagloon bedraagt € 219,28 (2020). Dit komt overeen
met een maandloon van € 4769, welk bedrag wordt verkregen door het dagloon te vermeningvuldigen
met 21,75. Het bedrag is inclusief vakantietoeslag van 8%.
Het maximum dagloon correspondeert met een jaarinkomen van ruim € 57.000. Naar de huidige
inkomensverdeling verdient slechts 6% van de beroepsbevolking meer. Er is overigens geen
minimumdagloon. De dagloonbegrippen in de verschillende werknemersverzekeringen zijn
inhoudelijk gelijk. De nadere regeling van het dagloon vindt men in het besluit dagloonregels
werknemersverzekeringen (art. 3 besluit dagloonregels).
Paragraaf 2.6.2 Hoogte minimumbehoefteregelingen
De volksverzekeringen zoals de AOW en de Anw zijn geen loondervings-, maar
minimumbehoefteregelingen.
Het percentage van het minimumloon varieert al naar gelang de leefvorm van een persoon: 70% voor
een alleenstaande en 50% voor een gehuwde. In de bestaansminimumuitkeringen en de Anw geldt
tegenwoordig nog een derde norm: de zogenoemde kostendelersnorm. Deze is bestemd voor mensen
die met anderen hun woning delen, zonder dat sprake is van huwelijk. Als meer dan twee personen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LexRosa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.94. You're not tied to anything after your purchase.