Je hebt veel verschillende soorten prikkels, zoals geluid, geur, koude en licht. De
receptoren zijn gespecialiseerd in het opvangen en verwerken van een bepaald
soort prikkel. Receptoren reageren op een prikkel door deze om te zetten in een
elektrisch stroompje, de impuls. Ze geven de impuls door aan een zenuwcel. De
zenuwcel vervoert de impulsen naar het centrale zenuwstelsel (hersenen en
ruggenmerg). Hersenen, ruggenmerg en zenuwcellen werken uitsluitend met
impulsen. Je kunt dus zeggen dat receptoren alle prikkels - zoals geluid-, geur- of
lichtprikkels - vertalen tot één taal, namelijk die van het zenuwstelsel.
Sensorische zenuwcellen = gevoelszenuwcellen
Motorische zenuwcellen = bewegingszenuwcellen
Adequate prikkel: prikkel waarvoor zenuwcel gespecialiseerd is.
Receptoren van je oog zijn gevoelig voor licht, maar alleen als je een harde klap op
je oog krijgt, geven ze ook impulsen door (je 'ziet sterretjes'). Ze zijn dus ook wel
gevoelig voor die klap. De prikkels die de lichtreceptoren doorgeven, worden als licht
('sterretjes') ervaren, omdat het bericht in het deel van de hersenen terecht komt
waar beelden verwerkt worden. Die dreun is een niet-adequate prikkel voor je
oogreceptoren. De 'sterretjes' is dat wat de hersenen ervan maakten. Lichtprikkels
zijn de adequate prikkels voor het oog.
De zwakste prikkel waardoor een receptor nog geprikkeld kan worden, noem je de
drempelwaarde. Een prikkel, die onder de drempelwaarde zit, levert geen impulsen
op. Voor niet-adequate prikkels is de drempelwaarde van een receptor altijd een stuk
hoger. Er is heel weinig licht nodig om iets te zien, maar bij een zekere druk (d.w.z.
vrij veel energie) op het oog zie je 'sterretjes'. De drempelwaarde is niet altijd even
hoog. Als een prikkeling een tijdje aanhoudt, worden er vaak geen impulsen meer
doorgegeven. Als je bijvoorbeeld een lokaal binnenkomt, waar het stinkt, omdat de
klas het uur daarvoor heeft zitten zweten op een toets, ruik je dat na een paar
minuten al niet meer. We noemen dit gewenning. Bij gewenning wordt de
drempelwaarde hoger. Zodra de prikkel sterker wordt, merk je het weer wel.
Hoe sterk of zwak een prikkel is, er ontstaat altijd dezelfde impuls; de sterkte van het
stroompje is altijd hetzelfde. Wat wel varieert, is de impulsfrequentie: de
hoeveelheid impulsen per seconde. Wanneer een prikkel sterker is, worden er per
seconde meer impulsen doorgegeven. Impulsen ontstaan wel óf niet en nooit een
beetje. Dit wordt wel de alles-of-niets-wet genoemd. De impulsfrequentie wordt
opgevoerd bij het sterker worden van de prikkel. In de hersenen wordt de hogere
impulsfrequentie waargenomen bijvoorbeeld als een harder geluid of feller licht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkeiljapeterson. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.93. You're not tied to anything after your purchase.