100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting psychology (Gray, Bjorklund) hoofdstuk 1,3,5,8,9,10 voor interdisciplinaire sociale wetenschap $10.72   Add to cart

Summary

Samenvatting psychology (Gray, Bjorklund) hoofdstuk 1,3,5,8,9,10 voor interdisciplinaire sociale wetenschap

 13 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een gedetailleerde samenvatting voor de studie interdisciplinaire sociale wetenschap waarbij de hoorcolleges samen met het boek zijn gevoegd. Hoofdstukken 1,3,5,8,9 en 10 worden behandelt.

Preview 3 out of 22  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1,3,5,8,9,10
  • November 25, 2021
  • 22
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1

Tragedy of communces  een auto hebben is voor jou een voordeel maar als meer mensen
dit doen kunnen er files ontstaan

Voelen  emotie  avectieve element
Denken  cognitieve element
Gedragen  conatieve element

Psychologie is de wetenschap van gedrag en psyche. Je bekijkt wat is de waarheid nou is.
Deze is voor mensen altijd anders, omdat ze op verschillende brillen naar de werkelijkheid
kijken.

Drie fundamentele ideeën
1. Gedrag en mentale ervaringen hebben een fysieke oorzaak, en kunnen dus
onderworpen worden aan wetenschappelijke analyse
- Vroeger werd gedacht dat het lichaam uit een immateriële ziel en materiële
lichaam bestaat. De ziel had zijn eigen wil
- Descartes dacht echter dat het lichaam mechanisch werkt en niet uit zijn eigen
wil en ziel handelt. Er zou gedrag zonder ziel bestaan. Mensen hebben als enige
gedachten. De ziel zou in het lichaam zitten en alles regelen tussen de
hersenhelften. Toch zijn er sterke limieten aan deze theorie.  hoe kan
immateriële effect hebben op het materiële lichaam.
- Thomas Hobbes was een materialist  de kerk was gescheiden in Engeland dus
hij kon meer denken dan Descartes. Hij zei dat alles wat we denken materie is.
- Sommige mensen dachten dat al et gedrag afhankelijk was van reflexen. Stimuli
komt binnen en wordt verwerkt en hierdoor ga je je zo gedragen.

2. De manier waarop een persoon zich gedraagt, denkt en voelt, verandert over tijd
door de ervaringen van de persoon en zijn omgeving.
- Empirisme werd gesteund door John Locke, David Hartley, James Mill en John
Stuart Mill. Dit idee ging ervan uit dat alles vanuit zintuigelijke ervaringen kwam.
Onze zintuigen helpen ons dingen te leren van de omgeving. Je wordt gezien als
een wit papiertje waarop getekend wordt. Er is no human nature.
- Associatie van contiguïteit  Je krijgt twee stimuli binnen en deze associeer je
vervolgens met elkaar. Bijvoorbeeld als je een appel eet dan proef je deze en zie
je de kleur en als jij tijdens het eten het wordt appel hoort verbind jij deze met
elkaar.
- Nativisme werd gesteund door Immanuel Kant. Deze theorie ging ervan uit dat
alles aan aangeboren was en in het brein zit. Kant maakte onderscheid tussen
a priori kennis  aangeboren en a posteriori kennis  aangeleerd. De tweede
zou nooit kunnen ontstaan zonder de eerste.

3. De lichamelijke machine die gedrag en mentale ervaringen produceert, is een
product van evolutie door natuurlijke selectie
- Charles Darwin zei dat dingen over de jaren heen zich verder ontwikkelen. Ze
gaan zich steeds meer ontwikkelen naar de omgeving toe en passen zich aan.

, Zodat ze beter overleven. Er is sprake van een natuurlijke selectie diegene die
zich goed aanpassen blijven leven ook wel de evolutietheorie.
o Hij keek veel naar de functies van het gedrag van organismen – Hoe hielp
dit gedrag bij het overleven en reproduceren.
o Deze gedachten hielp bij het nativisme. Mensen hebben zich zo
ontwikkeld dat ze goed kunnen leren en dingen opslaan. We zijn dus geen
wit papiertje.

Er zijn dus drie grondslagen
- Fysieke oorzaak
- Oorzaak in de omgeving
- Natuurlijke selectie

Het verklaren van mentale ervaringen en gedrag men analyseert oorzaken op verschillende
niveaus:

Cluster 1  focus op het biologische proces > harde psychologie
- Neuraal  brein onderverdeeld in gedrag en cognitief
- Fysiologisch  hormonen etc
- Genetisch  genen
- Evolutionair  natuurlijke selectie

Cluster 2  focus op omgeving, kennis en ontwikkeling > softe psychologie
- Leren  ervaringen met de omgeving
- Cognitief  de kennis en geloven
- Sociaal  de beïnvloeding
- Cultureel  de cultuur waarin iemand zich ontwikkelt
- Ontwikkeling  veranderingen door het jaar

Onderzoek met jaloers zijn.

Bij Neuraal kijken ze naar waar in het brein er meer activiteit is. Bij fysiologisch kijken ze
naar welke hormonen de jaloezie veroorzaakt. Ze kijken bij genetisch bijvoorbeeld naar
tweelingen of ze hetzelfde reageren in de situaties waar ze jaloers zouden zijn. Bij
evolutionair kijken ze naar hoe jaloezie de reproductie zou bevorderen. Bij het leren kan je
door vroegere ervaringen in sommige situaties jaloers worden. Cognitief zeggen ze dat
jaloezie geloven over de ander zijn. Sociaal kijk je naar de normen die er rond jaloezie zijn
‘wat vinden andere ervan?’. Cultureel kijken naar de verschillen in culturen en hoe zij over
jaloezie denken. Ontwikkeling kijkt naar hoe je met leeftijd verandert over het denken over
jaloezie.

, Hoofdstuk 3

Evolutionaire psycholoog
- Gedragssystemen worden mede bepaald door genen en ontstaan in evolutie.
- Gedrag ontstaat door wisselwerking genen met omgeving
- Zowel biologische structuur als gedrag adapteert
Iedereen heeft zijn eigen bril en kijkt op ander manieren naar een situatie.

1. Adaptatie

Twee mechanismen
- Leren: adaptatie van het individu
- Evolutie: adaptatie van de soort aan de omgeving  variatie en natuurlijke
selectie

2. Genetische variatie
- Genen zijn componenten van extreem lange moleculen van DNA  deze hebben
allemaal een code  coderingsgenen
- Deze coderingsgenen beïnvloeden de productie van eiwitmoleculen  deze
moleculen bevatten lange chains van amino zuren. Normale genen activeren of
onderdrukken eiwitmoleculen
- Deze moleculen zorgen voor de ontwikkeling van motorieke, zintuigelijke
systemen en zenuwstelsel
- Genen hebben dus indirect invloed op gedrag

Fenotype = genotype + invloed van buitenaf

3. Natuurlijke selectie

Arti-ficial selection is dat mensen de reproduceren
van iets beïnvloeden.

Natuurlijke selectie
- Individuen worden geboren in een
generatie waar ze kunnen overleven
- Er is variatie tussen alle leden van een generatie
- Deze individuele verschillen erven de andere generatie
- Individuen die eigenschappen hebben die goed bij de omgeving passen zullen
eerder overleven dan als ze eigenschappen hebben die niet goed passen.

De genetische verschillen veroorzaken natuurlijke selectie blz 74
- Door hergroeperen van genen bij seksuele reproductie
- Door mutaties  fouten die ontstaan bij DNA-reproductie

Doordat de omgeving snel aan het veranderen is door het klimaat is dit ook een goeie grond
voor de natuurlijke selectie. Hierdoor veranderen er dingen erg snel. Dit zijn echter wel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isajbos2002. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.72  1x  sold
  • (0)
  Add to cart