Duidelijke samenvatting Economie: Schaarste, Geld en Handel VWO
3 views 0 purchase
Course
Economie
Level
VWO / Gymnasium
Dit document bevat een superduidelijke samenvatting van het boekje Schaarste, Geld en Handel van het vak Economie wat wordt gegeven op VWO-niveau op de middelbare school. Dit document bevat examenstof.
Economie
Schaarste, geld en handel
H1
- Mensen hebben behoeften en beschikken over middelen om in deze behoeften te voorzien.
Behoeften zijn onbegrensd, middelen zijn beperkt aanwezig. Hierdoor ontstaat er schaarste: er zijn te
weinig middelen om alle behoeften van iedereen te bevredigen. Daarom moeten er keuzes worden
gemaakt: op welke manier worden de alternatief aanwendbare middelen ingezet om de behoeften te
bevredigen? Het vak economie gaat over het maken van deze keuzes. Om te bepalen hoe een middel
het best gebruikt kan worden, moet uit alle mogelijke aanwendingsrichtingen de richting worden
gekozen waarbij de baten: opbrengsten het meest uitstijgen boven de kosten. Deze
aanwendingsrichting levert het meeste voordeel op.
Nettobaten = opbrengsten - kosten
Baten van plezier: hoe veel geld je er voor over hebt om iets te doen. Bijv uitslapen.
Kosten van ongerief: hoeveel euro heb je ervoor over om niet te hoeven werken als je daar zonder
loon zou moeten werken?
Opofferingskosten: de gemiste nettobaten van de best denkbare alternatieve aanwending.
OPDRACHT 7!
- Het budget is de optelsom van alle middelen waar iemand over beschikt en bestaat uit tastbare
middelen en tijd. Het wordt uitgedrukt in geld. Het wordt uitgegeven aan productcombinaties:
combinaties van middelen waaraan het budget wordt uitgegeven. De budgetlijn geeft alle mogelijke
productcombinaties die maximaal gekocht kunnen worden met een bepaald budget. Budgetlijn gaat
naar links bij een daling van het budget en naar rechts bij stijging van het budget. De helling verandert
als de prijs van een product verandert.
B = p1 x 1q + p2 x q2
H2
- Bij een ruil van midden is iedere partij vrager EN aanbieder. Om te kunnen ruilen moet de
ruilverhouding bekend zijn: de waarde van het ene middel uitgedrukt in het aantal eenheden van het
andere middel. Een ruil komt tot stand als er wederzijds voordeel kan ontstaan, dat bepaalt de
ruilverhouding. In een economie in autarkie wordt er niet geruild, de mensen bevredigen hun
behoeften hierbij slechter dan bij een economie waar wel geruild wordt. Dus, een economie in autarkie
is minder welvarend dan landen die ruilen met het buitenland.
Autarkie beperkt behoeftebevrediging omdat er geen ruil mogelijk is en het land alles zelf moet
voortbrengen. Bij gebrek aan middelen kan je dus niet ruilen. En bij ruilmogelijkheden kan de
beschikbaarheid van goederen en diensten juist wel vergroot worden.
Er is nooit 100% autarkie want, er is onderlinge ruil.
- Als een ruil wederzijds voordeel oplevert, moet aan 2 dingen zijn voldaan:
1. Het moet vaststaan dat de aanbieder van een product ook de wetmatige eigenaar is.
2. De transactiekosten moeten lager zijn dat het wederzijdse voordeel van de ruil.
Eigendomsrechten bepalen wie de wettige eigenaar is. Een ruil is dan het overdragen van
eigendomsrechten. Eigendomsrechten met betrekking op een idee of een creatieve uiting is vastgelegd
in een patent/octrooi. Een nadeel: er ontstaat een monopolie: een situatie waarbij het nieuwe middel
maar door 1 partij wordt aangeboden. Hierdoor kan de prijs heel hoog worden, want er zijn geen
concurrenten. De eigendomsrecht dat iemand met een patent heeft zijn auteursrechten.
- Bij een ruil ontstaan transactiekosten: kosten die gemaakt worden voor het maken van een
geschikte ruil. Ze spelen om 2 redenen een belangrijke rol:
1. Ze kunnen het wederzijds voordeel van een ruil tenietdoen waardoor de ruil niet doorgaat.
2. Ze verklaren het ontstaan van instituties: organisaties die een bepaalde ruil vergemakkelijken
doordat ze de transactiekosten van de ruil verlagen. Soms wordt er bij een ruil een contract opgesteld
dat bepaald onder welke voorwaarden de ruil plaatsvindt en de vragers en aanbieders weten waar ze
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loesvanveen2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.