100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting Wetenschapsfilosofie: 8.5 gehaald $9.08
Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting Wetenschapsfilosofie: 8.5 gehaald

3 reviews
 160 views  15 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een samenvatting van alle hoorcolleges van het vak Wetenschapsfilosofie gegeven in het 3e jaar van de studie Psychologie. Het is een uitgebreide samenvatting met uitleg van de docent, uitgebreid uitgelegde voorbeelden en afbeeldingen. Ik heb een register toegevoegd (zie eerste pa...

[Show more]
Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 136  pages

  • November 26, 2021
  • December 11, 2021
  • 136
  • 2021/2022
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: semspoor • 2 year ago

review-writer-avatar

By: diederikbrokkelkamp • 3 year ago

review-writer-avatar

By: hildevanmierlo • 3 year ago

Translated by Google

Another fantastic summary of Shimara! Everything that has been discussed is described in clear language. Highly recommended!

reply-writer-avatar

By: shimaravdelzen • 3 year ago

Translated by Google

Ah how great to hear, thank you! Good luck with the upcoming exam:)!

avatar-seller
TiU: Wetenschapsfilosofie (2021/2022)
Shimara van den Elzen


WETENSCHAPSFILOSOFIE

SAMENVATTING VAN DE HOORCOLLEGES


Inhoudsopgave
Wetenschapsfilosofie .............................................................................................................................. 1
Hoorcollege 1: Inleiding en antieke filosofen ...................................................................................... 2
Hoorcollege 2: Francis Bacon, René Descartes en de Britse empiristen ............................................. 8
Hoorcollege 3: Positivisme en Hermeneutiek ................................................................................... 18
Hoorcollege 4: Ludwig Wittgenstein I en het Logisch Positivisme .................................................... 27
Hoorcollege 5: Het kritisch rationalisme van Karl Popper ................................................................. 37
Hoorcollege 6: Constructivisme en relativisme, Ludwig Wittgenstein II en Thomas Kuhn ............... 48
Hoorcollege 7: Epistemologische anarchie en onderzoeksprogramma’s.......................................... 60
Hoorcollege 8: Wetenschappelijk Realisme vs. constructivistisch empirisme, pragmatisme en
naturalisme ........................................................................................................................................ 71
Hoorcollege 9: Voorspelbaar irrationeel: een overzicht van veel voorkomende redeneerfouten ... 84
Hoorcollege 10: Waarom zijn we irrationeel? De evolutionaire oorsprong van irrationaliteit......... 93
Hoorcollege 11: Irrationaliteit in actie: Hoe redeneerfouten leiden tot domeinen van irrationaliteit
......................................................................................................................................................... 102
Hoorcollege 12: Hoe kunnen we ons wapenen tegen denkfouten? ............................................... 111
Hoorcollege 13: Het belang van kritisch denken ............................................................................. 120
Hoorcollege 14: De wetenschappelijke methode en het demarcatiecriterium .............................. 127



Register

Kopjes

Belangrijke begrippen

Personen

Stroming

Theorie / methode




1

, TiU: Wetenschapsfilosofie (2021/2022)
Shimara van den Elzen

DEEL 1 VAN DE CURSUS: COLLEGES GEGEVEN DOOR HANS DOOREMALEN
HOORCOLLEGE 1: INLEIDING EN ANTIEKE FILOSOFEN
Filosofie: kritisch nadenken / kritische reflectie over een onderwerp.

Wetenschapsfilosofie: filosofische reflectie op wat wetenschap is, doet en aan kennis
genereert.

We willen weten: is het terecht dat de wetenschap de enige methode is die onze echte kennis
oplevert en dat we andere methoden uit moeten sluiten? Hier gaan we kritisch over nadenken.

Wat is wetenschap?
We gebruiken het woord ‘wetenschap’ heel vaak en gebruiken dat ook goed. Het wordt op een
consistente manier gebruikt. Mensen gebruiken het woord over het algemeen op dezelfde
manier. Maar wat zijn nu de eigenschappen van wetenschap? We hebben wel een idee van
wat wetenschap is, maar geen helder antwoord, d.w.z. we gebruiken het woord wel goed en
kunnen mensen wijzen op foutief gebruik, maar wat is wetenschap nu precies?

Voor een antwoord op de vraag ‘Waarom wetenschapsfilosofie voor psychologen?’ → zie
college slides.

Epistemologie
Vanuit historisch oogpunt, begon wetenschapsfilosofie met epistemologie: kennisleer. Men
dacht vroeger wel na over wat kennis was en waar het vandaan kwam, maar nog niet direct
over wat wetenschap was. Epistemologie stelt drie vragen:
1. Wat is (zekere) kennis?
2. Hoe kunnen we die kennis rechtvaardigen?
3. Wat is de bron van kennis?

Bovenstaande vragen hangen natuurlijk samen. Met betrekking tot deze kwesties zijn
traditioneel twee posities ingenomen (verschillen over wat de bron van kennis is):
- Rationalisme: echte kennis is afkomstig van de ratio, de rede, het verstand.
- Empirisme: echte kennis is afkomstig van de zintuiglijke ervaring.
o Ervaringen die je hebt doordat je je zintuigen gebruikt, dát is de bron van kennis.
Dus als je wil weten hoe de wereld in elkaar zit moet je niet je verstand
gebruiken, maar moet je naar de wereld kijken, proeven, ruiken, etc.

Rationalisten en empiristen beantwoorden beide de vraag “Kunnen we echte kennis hebben?”.
Ja dit is mogelijk. Daarmee staan ze samen tegenover het scepticisme die op de vraag “Wat
weet je zeker?” beantwoord: helemaal niks. En zelfs dat niet. Sceptici weten zelfs niet zeker
dat ze niks zeker weten.

Scepticisme
Rationalisten en empiristen argumenteren, ieder op hun eigen manier, tegen het scepticisme.
Het scepticisme stelt dat er geen kennis mogelijk is. Als sceptici gelijk zouden hebben zouden
we kunnen stoppen met kennis verwerven en aan wetenschap doen. Hierdoor is er in de
geschiedenis nogal wat verzet geweest tegen dat scepticisme. Een oude scepticus was
Socrates. Socrates staat op het marktplein en stelt vraagtekens bij de gevestigde (vaak
mythologische) opvattingen. Hij vraagt “Wat weet je zeker?”. Wanneer iemand hierop
antwoord geeft “Ik weet zeker dat…” (bijv. dat 2 + 2 = 4 of dat de maan rond is, etc.). Socrates
vraagt hierop vervolgens “Hoe weet je dat zeker? Waar heb je die kennis vandaan?”. Hij blijft
net zo lang doorvragen totdat mensen zeggen “Dat weet ik niet hoor”. Socrates stelde
vervolgens dat de eerste bewering die deze persoon maakte, die deze persoon zo zeker wist,
ook niet zeker is. Socrates vroeg deze vragen aan iedereen op het marktplein, dit waren
jongeren. Daarna gaan al deze mensen naar huis met het idee dat ze niets meer zeker weten.

2

, TiU: Wetenschapsfilosofie (2021/2022)
Shimara van den Elzen

Socrates werd dit niet in dank afgenomen. Hij werd veroordeeld voor het verpesten van de
jeugd en voor atheïsme. Hij moet de gifbeker drinken en wordt ter dood veroordeeld voor
kritisch denken. De grote vraag van het scepticisme is dus: “Weten we dan niets zeker?”. Het
scepticisme trekt de conclusie: we weten niets zeker.

Rationalisme
Centrale bewering van het rationalisme (dit geldt bij alle rationalisten door de geschiedenis
heen): echte kennis komt (deels) voort uit het goed gebruiken van je verstand (ratio) (of wordt
aan die ratio getoetst). De meeste rationalisten hebben een daaraan gekoppelde bewering en
stellen dat er ingeboren kennis bestaat (= nativisme). Hierin bestaat een verschil tussen
rationalisten die zeggen dat je bij geboorte alle kennis bezit en rationalisten die zeggen dat je
bij geboorte wel kennis bezit, maar nog niet álle kennis. Plato is een belangrijke rationalist die
een extreem nativisme verdedigt.

Plato (427 v. Chr. – 347 v. Chr.)
Plato stelt: de bron van kennis is de ratio. Hij heeft een vreemde theorie. Hij zegt namelijk: als
je geboren wordt bezit je alle kennis al. Dit klinkt vreemd, want we moeten juist heel veel leren
tijdens ons leven en daarom lijkt Plato overduidelijk ongelijk te hebben. Plato was een leerling
van Socrates. Socrates geloofde niet in de Griekse mythologie. Plato dacht dat Socrates
ergens wel gelijk had, want Plato geloofde ook niet in de Griekse mythologie, maar hij wilde
niet concluderen dat we niks weten en geen kennis hebben. Plato wilde iets hebben om dingen
mee te kunnen verklaren. Plato zoekt naar een manier om toch kennis van de wereld te
hebben. Plato stelt: als je geboren wordt heb je al alle kennis. Met andere woorden: als je iets
nieuws leert is dat eigenlijk niet iets nieuws leren, maar herinner je je iets! Dit noemt hij
anamnèsis. Je doet nooit nieuwe kennis op, want: Leren = herinneren. Maar waarom beweert
hij dit? Plato geloofde in reïncarnatie. Plato dacht: voordat je geboren werd (voordat jouw ziel
geboren werd in het lichaam dat je nu hebt), was jouw ziel in een andere wereld. In de wereld
van de ‘vormen’ en van de ‘ideeën’. In deze wereld bevindt zich de echte kennis. De ziel uit de
ideeënwereld werd vervolgens ‘geboren’ in jouw lichaam. Als je sterft gaat deze ziel weer terug
naar de ideeënwereld. Deze ideeënwereld kunnen we zien als een soort voorloper van de
hemel (Plato leefde namelijk voor christus).

We hebben net gezien dat kennisleer ook wel epistemologie heet, naar het oude Griekse
woord epistème. Epistème: echte kennis. Het is kennis van hoe de dingen zijn. Doxa: louter
overtuiging (niet beargumenteerde overtuiging). Het is een mening over hoe dingen zijn. Plato
zegt: kennis is een ware en gerechtvaardigde overtuiging. Een overtuiging kan alleen maar
kennis zijn als deze waar is én als je uit kan leggen hoe dat je weet dat deze overtuiging waar
is.

Plato reageert hiermee op Heraclitus. Heraclitus zegt: kijk nou eens naar de wereld. Alles
verandert daar voortdurend, alles stroomt (panta rhei). Hij zegt bijvoorbeeld: je kan niet twee
keer in dezelfde rivier stappen. Als je in de rivier stapt, je stapt er uit en je stapt er daarna weer
in, heeft dit tijd gekost om uit de rivier te stappen en er nog een keer in te stappen. In die tijd
heeft er water door deze rivier gestroomd en is de rivier niet meer precies hetzelfde als de
eerste keer dat je in de rivier stapte. Maar dit geldt ook voor jou als persoon. Jij bent ook een
klein beetje veranderd in die tijd (je bloedsomloop is veranderd, je bent een beetje ouder
geworden, etc.). Je bent nooit precies hetzelfde als een minuut geleden of een maand geleden.
Dus alles is in een continue veranderende toestand. Alles in de wereld wat we met onze
zintuigen waarnemen is continu in verandering. We kunnen stellen: wanneer alles in de wereld
continu verandert, ís er dus niets. Eigenlijk is alles in proces van wording, je moet dus zeggen
‘alles wordt …’. Niks blijft er gelijk. Niks is er in de zin van het woord ‘zijn’ dat continu hetzelfde
is door de tijd heen. Alles wordt, niets is. Als je met het werkwoord ‘zijn’ daarmee bedoelt dat
iets onveranderlijk blijft, dan zegt Heraclitus: er is niks.



3

, TiU: Wetenschapsfilosofie (2021/2022)
Shimara van den Elzen

Daarmee gaat Heraclitus in tegen Parmenides. Parmenides zei: alles wat echt is, is
onveranderlijk. Plato gaat met Parmenides mee: als je kennis wil hebben over hoe de dingen
zijn, over hoe de wereld is, moet je dus kennis hebben over de onveranderlijke wereld.
Heraclitus heeft gelijk dat wanneer je rondkijkt en je zintuigen gebruikt, dan zie je een continu
veranderende wereld. Alle opvattingen die we hebben over de wereld die we waarnemen met
onze zintuigen, dat is allemaal louter mening. Wij denken dat het kennis is, maar het is ‘kennis’
over de veranderende dingen. Terwijl kennis alleen maar kennis kan zijn van hoe de dingen
onveranderlijk zijn. Plato zegt dan: als je je zintuigen gebruikt van bron van kennis kom je niet
verder dan die mening / doxa (een vermeend geval van kennis). Je denkt dat het kennis is,
maar het is helemaal geen kennis (het is geen epistème). Dan kun je stellen: dit leidt dan tot
scepticisme. Dan zeg je dat er geen kennis mogelijk is als je via je zintuigen kennis probeert
te verwerven. Dan doe je dus eigenlijk kennis op van een veranderde wereld en dat is maar
schijn.

Plato wilde geen scepticisme. Om het op te lossen verdubbelde hij de wereld. Plato zegt: je
hebt de wereld die we waarnemen. De wereld van de verschijnselen, de wereld van de
veranderende dingen. Maar als je kennis wil hebben van de wereld hoe de wereld is, kan dat
dus niet de wereld zijn waar je kennis van kunt verwerven. Want deze wereld verandert de
hele tijd. Er moet dan dus een wereld zijn waar alles steeds hetzelfde is, onveranderlijk. Dat is
de wereld van de ‘vormen’ en ‘ideeën’ (twee wereldentheorie). Dat is de wereld waar je ziel
thuishoort en al geweest is. Dat is de echte wereld. We hebben hier bijvoorbeeld stoelen (in
de wereld die we waarnemen met onze zintuigen). Die stoelen zijn ooit gemaakt en gaan ook
weer kapot. Die stoelen blijven nooit hetzelfde. De stoel ís niet. Zodra de stoel gemaakt is,
gaat deze alweer langzaamaan kapot. De stoel is in proces van verandering. De stoel blijft niet
door alle tijden heen hetzelfde. ‘De idee’ (= het concept) van de stoel is onveranderlijk. Wij
denken dat concepten in ons hoofd zitten. Plato zegt juist: de idee / het concept (van bijv. een
stoel of tafel) zitten allemaal als onveranderlijke dingen in de ‘echte wereld’. Dit is de
onveranderlijke wereld, de wereld van de vormen / ideeën. De wereld zoals we die hier kennen
is daar een soort schaduwwereld van. Een afspiegeling, maar dat is dus niet de echte wereld!
Een schaduw van een stoel is niet de echte stoel. De stoelen die wij hier kennen zijn een soort
schaduwen van De idee stoel. Plato legt dit uit aan de hand van de allegorie van de grot: stel
je voor dat er een groep mensen in een grot zit en die kijken naar de wand voor hen. Ze zien
op die wand schaduwen. Achter hen is een groot vuur, maar dit vuur kunnen ze niet zien. Ze
kunnen ook niet omdraaien, omdat het gevangenen zijn. Achter hen is ook een weggetje, die
ze ook niet kunnen zien. Op dat weggetje lopen mensen die een stoel houden tussen het vuur
en de muur. Dan zien de gevangenen een schaduw van de stoel op de muur. Dat houdt in: de
gevangenen hebben nooit de stoel achter zich gezien, ze zien alleen de schaduwstoel en ze
denken daarom dat de schaduwstoel de echte stoel is. Ze gebruiken hun zintuigen en denken
daarom: wat ik zie, is echt. Plato probeert op deze manier te laten zien dat je zintuigen niet
echte kennis opleveren van de wereld. Je moet niet met je zintuigen kennis opdoen, maar met
je verstand. De vormen / ideeën bestaan onafhankelijk van ons in de Ideeënwereld. Onze ziel
is daar geweest, heeft alle ideeën aanschouwd en heeft dus alle echte kennis van alle
onveranderlijke dingen die daar zijn. Maar onze ziel is geboren in ons lichaam. Bij deze
geboorte zijn we alles vergeten. Maar het zit nog wel in onze ziel. Niet door onze zintuigen te
gebruiken doen we kennis op, want dan doe je kennis op over de veranderende wereld (doxa).
Wat je wil is echte kennis, echte kennis is kennis van de ideeën, die krijg je dus niet door je
zintuigen te gebruiken, maar door je verstand goed te gebruiken. Die ideeën moet je je dus
herinneren. Dan herinner je De idee stoel, op het moment dat je dat doet, heb je kennis
verworven. Dit is het proces van anamnèsis: leren is eigenlijk herinneren. Plato meent dus dat
je geboren wordt met alle kennis (nativisme). Als ziel heb je alle ideeën aanschouwd en daar
heb je de kennis van. Dan word je geboren en ben je alles vergeten. Als je moeite doet en je
verstand gebruikt, kun je deze ideeën wel herinneren. Plato is dus een extreme rationalist.
Enkel en alleen door het gebruik van ratio kan je kennis verwerven omdat deze kennis kennis
is van de ideeën en die kan je niet met je zintuigen waarnemen. Dat kan alleen met je verstand.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shimaravdelzen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.08. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.08  15x  sold
  • (3)
Add to cart
Added