1e Bachelor Logopedische En Audiologische Wetenschappen
Cluster: basisbegrippen anatomie, weefselleer en celleer
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
Naiodenoose
Content preview
Deel1: weefselleer/ histologie
1. Inleiding
• DEF: is een tak van de biologie die de normale microscopische structuur/vorm van levende
organismen in relatie tot haar functie bestudeert
• Morfologische wetenschap
• 4 niveaus volgens structurele eenheid
o Cytologie/ celbiologie
▪ Kleinste structurele eenheid
▪ Studie celvorm, celfunctie
▪ Elektronenmicroscoop
o Algemene histologie
▪ Studie weefsels
▪ Weefsel: verzameling gelijksoortige cellen
gezamenlijke functie
▪ Lichtmicroscopie
▪ 4 soorten
❖ Epitheel
❖ Bind- en steunweefsel
❖ Spierweefsel
❖ Zenuwweefsel
o Bijzondere histologie of microscopische anatomie
▪ Studie organen
▪ Orgaan: 2 of meer weefsels
▪ Groep organen samenwerken→ 1 specifieke lichaamsfunctie
= orgaansysteem/ orgaanstelsel
2. Histologische technieken
• = manier weefsels(LM), organen(LM), cellen (EM) observeerbaar maken voor licht- en
elektronenmicroscopie
• Weefsel te dik (!probleem)
o Laat weinig licht/ elektronen door
o Weinig contrast in biologisch materiaal
1. Prepareren van histologisch materiaal
Verschillende stappen
1. Fixatie
• Doel: oorspronkelijke structuur cel vastleggen/bewaren → nadien geen verandering
Denatureren celproteïnen (stap 1)
→stilleggen bacteriële en autolytische afbraakreacties
(ook mogelijk: crosslinken bv. Formaldehyde)
o Chemische fixatie
▪ Denatureren via fixator
▪ Bv. Ethanol(+), azijnzuur, glutaaraldehyde(EM), formaldehyde,…
1
, o Koude fixatie
o Denatureren via invriezen vezels
• Permeabiliseren celmembraan
o Zeef maken→ doorlaatbaar weefsel voor stoffen (bv. Kleurstof)
• Harder en poreuzer maken
➔ Makkelijk snijden
• Nadelen fixators
o Bv. Zwelling azijnzuur, neerslag alcohol,…
o Oplossing: mengsel fixators
2. Inbedden
• = in iets groters brengen mbv inbedmiddel
• Inbedmiddel
o Substantie die in weefsel doordringt
o Vast (atomen polymeriseren)→ vloeibaar→ hard
• Doel: materiaal snijdbaar (hard)→ dunne plakken (coupes)
• Hoe harder inbedmiddel hoe dunner coupes
• Inbedmiddel LM
o Paraffine & celloïdine
▪ Snijden: stalen mes microtoom
o Harsen & acrylaatpolymeren
▪ Dunnere coupes (= halfdunne)
▪ Snijden: glazen mes microtoom
• Inbedmiddel EM
o Epoxyhars
▪ Zeer dunne coupes
▪ Glasmessen/ diamantmessen
Opmerking!
o Inbedmiddel = hydrofoob
o Weefsel bevat veel water
➔ Weefsel ontwateren
▪ Weefsel in stijgende reeks alcoholbaden brengen
▪ 30° - 50°- 70°- 90°- 100° ethanol
➔ Clearing in tolueen
▪ Reden: paraffine en alcohol mengen niet
3. Kleuren (LM)
• Wit licht (microscoop) → weefsel zichtbaar
o Spectrum golflengtes→ ontstaan kleurverschillen (door verschil lichtabsorptie)
• Celbestanddelen en intercellulair materiaal visualiseren + contrast
• Kleurstoffen: waterige oplossing (vaak)
• Voor kleuren: deparaffineren
o Paraffine eruit→ water
o Reden: binden met kleurstof
1. Zure en basische kleurstoffen
• Door denaturatie (zie fixatie)→ in weefsel: vrijkomen zure (-) en basische (+) groepen
o Zure groep: H+ ionen afgeven
2
, o Basische groep: H+ ionen opnemen
• Richting evenwichtsreacties bepaald door pH kleuroplossing
o Isoelectrisch punt= evenveel zuren en basen
• Weefsels bevatten amfolieten (basische (cytoplasma of eiwitten) en zure (DNA) groep)
• Kleurstof
o Elk kleurstof→ 2 delen
▪ Chromofoor
❖ kleurendrager
▪ auxochroom
❖ hydrofiel→ kleurstof wateroplosbaar
❖ bindt chromofoor aan weefsel
o kationische kleurstof (+)
▪ = basische kleurstof
▪ Reageren met zure weefselbestanden
▪ Bv. Haematoxyline (= base)
▪ Blauwe kleur
o Anionische kleurstof (-)
▪ = zure kleurstof
▪ Reageren met basische weefselbestanden
▪ Bv. Eosine (=zuur)
▪ Roze kleur
• Basofiel: weefselcomponent reageert met kationische kleurstof
• Eosinofiel: weefselcomponent reageert met anionische kleurstof
2. Indifferente kleurstoffen
• Koolhydraten/ suikers
o Polysachariden, enkelvoudig/ samengesteld vetcel
o Gebonden met complexe molecule (vaak)
o Slecht kleurbaar→ oplos: metachromasie
• Vetten/lipiden
o Vetten lossen op in alcohol→ weinig kleurbaar
o Neutrale vetten
▪ kleurbaar met vetoplosbare kleurstoffen
▪ bv. Soudan black
o EM
▪ Celmembraan zichtbaar
Metachromasie
• Bepaalde kleurstoffen (bv. Toluïdine blauw) kleuren weefsel niet dezelfde kleur als in
waterige oplossing (blauw) → maar rood/ paarse kleur
• Reden kleurstofverandering: vormen dimeren tussen kleurstofmoleculen
• Bv: zure glycosaminoglycanen in kraakbeen
Histochemische kleuringen en technieken
= identificatie en lokalisatie van specifieke chemische groepen in cellen en weefsels
• Feulgen kleuring: DNA
• Enzymkleuring: aantonen activiteit enzym
o Via substraat (kleurmolecule)→ enzym gaat het afbreken= activiteit aantonen
• PAS-reactie: Periodic Acid Schiff
3
, o Aantonen glycogeen
o Werking: glycogeengroepen kleuren→
omzetten aldehyde→ contact schiff→ roze
• Immunohistochemische kleurtechniek
o Antilichamen: antistoffen door lichaam
aangemaakt wanneer er onbekende moleculen
zich in het lichaam bevinden
o Antilichamen binden antigene plaatsen= AG-AL complex
o Antilichaam voorzien van merker
o Voor: LM EM FM
• In Stitu Hybridisatie
o Specifieke sequenties (bv; nucleïnezuur) DNA/RNA zichtbaar maken
o Werking
▪ Gelabeld probe + doelwitnucleïnezuur(= target→ nucleïnezuursequentie
lokaliseren) denatureren→ moleculen enkelstrengig
▪ Enkelstrengige probe + complementaire sequentie in target→ hybride =
hybridisatie
▪ Via gelabelde probes→ geïnteresseerde sequentie visualiseren
o Bv. bepaalde mutatie die voorkomt visualiseren
o Fluorescentiemicroscopie (FM)
▪ Filters toevoegen →geen wit licht meer
→bepaalde golflengte licht doorlaten
▪ Gebruik fluorescerende kleurstoffen of fluorochromen
❖ Bestralen licht kortere golflengte→ oplichten
▪ Bv. visualiseren thymidine in DNA
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Naiodenoose. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.