Bijeenkomst 1
1. De ontwikkeling en groei van de pasgeborene en de zuigeling beschrijven ten aanzien van
lengte, gewicht, schedelomtrek, reflexen en motorische ontwikkeling.
De a terme geborene heeft een lengte van 50 a 55 cm. De lengte bij 1 jaar ligt tussen de 72 a
82 cm. Daarna groeit het kind 5 a 8 cm per jaar.
Het gewicht van de a terme geborene ligt tussen de 6 a 8 pond. De pasgeborene mag in de
eerste week 5 a 10% van het geboortegewicht verliezen. In 7 tot 10 dagen moet hij weer op
zijn geboortegewicht terug zijn. In het eerste kwartaal groeit het kind 150-175 gram per
week. Bij vijf maanden is het geboortegewicht verdubbeld en bij 1 jaar verdrievoudigd.
Vervolgens komt het 2 a 3 kg per jaar aan.
De schedelomtrek bij de geboorte is de helft van de lengte +10 cm, gemiddeld 35 cm. Na
afmeting van het hoofd is dat bij baby’s ¼ van het lichaam, bij volwassen is dat 1/8. In de
vijftiende – achttiende maand sluit de grote fontanel. De schedelnaden zijn bij 5 a 6 maanden
geheel gesloten.
Bij de geboorte beweegt het kind ongecoördineerd. Relatief snel leert het zich te rollen, te
gaan zitten, staan, enz. het ontwikkelingsproces loopt volgens een vast patroon, van
eenvoudig tot ingewikkeld. De ontwikkeling begint met het hoofd en beweegt zich in de
richting van het sacrum en vanuit de lichaamsas in de richting van de extremiteiten. De
ontwikkeling verloopt voor ieder kind gelijk, maar ieder heeft zijn eigen ontwikkelingstempo.
2. De verschillende groeicurves beschrijven en de betekenis ervan aan anderen uitleggen.
3. De opvang van de pasgeborene beschrijven en de Apgarscore uitleggen.
Wanneer de kinderarts betrokken is bij de opvang van een pasgeborene, is daarvoor een
reden die kan liggen in zowel de toestand van de moeder als die van het kind. De opvang
verloopt volgens de regels van het ABC: airway, breathing, circulation, met ook een speciale
aandacht voor de warmtehuishouding van het kind. De toestand van het kind in de eerste
minuten wordt geobjectiveerd met behulp van de apgarscore op, 1,5 en 10 minuten na de
geboorte.
, 4. De normaalwaarden van de vitale parameters beschrijven.
Leeftijd Pols in rust per minuut Ademfrequentie in rust per
minuut
Pasgeborene- 1 maand 80-180 40-60
Zuigeling 1-12 maanden 80-180 35-40
Peuter 1-3 jaar 70-110 25-30
Kleuter 4-6 jaar 70-110 21-23
Schoolkind 7-12 jaar 70-110 19-21
Puber/adolescent 13-18 jaar 55-90 16-18
5. Het begrip asfyxie van de pasgeborene uitleggen.
6. De meest voorkomende mechanische geboortetraumata beschrijven.
7. Een beschrijving geven van kenmerken en verschijnselen van de a terme pasgeborene t.a.v.:
- Definitie a terme
a terme houdt in dat het kind levend geboren is na een zwangerschap van 37 tot minder
dan 42 volle weken berekend vanaf de laatste menstruatie.
- Huidverschijnselen (vernix, milia, erythema neonatorum)
Het beschermt het kind intra-ulterien tegen uitdroging. Na de geboorte beschermt het
tegen afkoeling en het remt de bacteriegroei. Na ongeveer vierentwintig uur is het door
de huid geresorbeerd. Prematuur geboren kinderen hebben veel vernix caseosa, terwijl
serotiene kinderen door inwerking van het vruchtwater een gerimpelde, droge huid
hebben door het geheel ontbreken van de vernix caseosa. Tussen de 16 e en de 34e week
wordt het kind intra-uterien bedekt met lanugo haar. Een prematuur geborene heeft dus
relatief veel lanugo haar.
Milia zijn kleine witte puntjes die op de wangen en rond de neus kunnen voorkomen. Het
zijn verstopte nog niet functionerende talg- en zweetklieren. Ze verdwijnen vanzelf.
- Vaatafwijkingen (ooievaarsbeet, hemangioom, wijnvlek, mongolenvlek)
Mangolenvlekken zijn grote zwarte of donkerblauwe plekken op de billen en het sacrum.
Met name bij gepigmenteerde rassen wordt deze goedaardige afwijking frequent gezien.
Bij een locale toename van pigment spreekt men van naevi.
Ooievaarsbeet: hierbij is er een vaag begrensde rode vlek op het voorhoofd of in de nek.
De vlek verbleekt meestal in het eerste jaar.
Hemangioom: is een kluwen van verwijde capillairen in het onderhuidse weefsel. Het
verheft zich vaak boven het huidoppervlak. Verreweg de meeste verdwijnen spontaan, ze
kunnen echter de eerste maanden na de geboorte in grote toenemen.
Wijnvlek: is een plaatselijke vermeerdering van huidvaatjes. Deze rood-blauwe vlek blijft
het hele leven bestaan.
- Schedel (cefaalhematoom, caput succedaneum, moulage, schedelnaden, fontanellen)
Cefaalhematoom: is er een bloeduitstorting tussen het bot en het periost van de schedel.
Het overschrijdt de schedelnaden niet. De eerste dagen na de geboorte is er gewoonlijk
nog niets te zien. Daarna verschijnt een bult op het hoofd die na enkele dagen groter
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisavangoor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.67. You're not tied to anything after your purchase.