(HER)TENTAMEN/ EXAM: Organizational Theory & Design (OTD) for Pre-MSc
Summary Organizational Theory, Design, and Change - Organizational Structure
Samenvatting Organizational Theory, Design, and Change - Organizational Structure (EBP670C05)
All for this textbook (39)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Bedrijfskunde
Organisatie En Technologie
All documents for this subject (32)
Seller
Follow
ayla123
Content preview
Hiërarchie:
- Verticale differentiatie
- Effectiviteit van besluitvorming en communicatie
- Personeel coördineren en motiveren (control)
- Individu lastig beoordelen, oplossing: directe personal supervisie
(iemand die er net boven staat beoordeeld)
- Bepaalt autoriteit
o Wie mag waarover besluiten?
o Wie legt verantwoording af aan wie?
o Wie controleert wie?
o Pyramide structuur (minder managers richting top laag)
Span of control → hoeveel mensen kun je
direct aansturen? Hoeveel horizontale
differentiatie kan onder 1 manager.
Problemen bij veel lagen:
- Communicatie
- Motivatie (control) (centralisatie/decentralisatie)
- Bureaucratische (interne transactie) kosten (meer communicatie nodig)
- Managers creëren meer werk voor elkaar
- En bouwen koninkrijkjes (meer mensen is meer salaris)
- Peter principle → zolang je het goed doet, word je gepromoveerd, zo
niet, blijf je ‘zitten’ (eigenlijk net te hoog niveau dus)
- Parkison’s law → work expands so as to fill the time available for its
completion. Heb je een week, dan duurt het een week, ook al kan het in
een dag.
Invloeden op de vorm van de hiërarchie: (pagina 130, 3A minuut 33)
- Horizontale differentiatie
- Standaardisatie
- Centralisatie
- Span of control
Gevaar van hoge differentiatie = bureaucratie (negatief begrip, onpersoonlijk,
in principe is het oke, maar te veel is niet goed)
6 principes van bureaucratie (Max Weber) (pagina 134)
- Rationeel-legaal gezag (gebaseerd op functie)
- Invullen van functies gebeurt op basis van competenties
- Elke rol is duidelijk beschreven en de bevoegdheid is helder
, - Eenduidige hiërarchie (dus 1 baas)
- Formele/professionele werkrelaties met geschreven regels, regels,
procedures
- Handelingen, beslissingen en regels zijn en worden vastgelegd
Doel bureaucratie:
- Consistentie organisatie inrichting
- Goede verantwoording
- Eerlijkheid, geen (vriendjes)politiek
- Rationeel handelen
- Professionele omgang en behandeling
- Werknemers werken voor een organisatie, niet voor en persoon
Sturing in organisaties
- Bureaucratie → Management by Rules
- Management by Objectives (MBO)
o Evalueren van mensen op basis van het bereiken van (vooraf
samen) gestelde doelen
o Valkuilen:
▪ Volledige alignment van individuele en afdeling
doelstellingen met het overall bedrijfsbelang
▪ Tegenstrijdige doelstellingen in de organisatie
▪ Individueel VS team denken en werken
▪ Bonusregelingen gekoppeld aan doelen (Cobra effect,
verslechtering van de situatie)
▪ Kiezen van juiste Key Performance Indicators (KPI)
Er is een formele en informele organisatie:
Agile organisatie → bedrijven moeten snel kunnen reageren op wat er in de
omgeving verandert.
,Organisatiestructuren:
Functionele organisatiestructuur → Activiteiten en personen gegroepeerd op
basis van overeenkomsten in werk, expertise, ervaring, doelen, benodigde
resources en dergelijke (voordeel voor de functies)
Divisie organisatiestructuur:
- Verdere groei in klanten, producten, markten …
- Voordeel voor de klant
- Meer control door meer differentiatie en integratie (meer customer
focus en integratie van hele bedrijf)
- Onafhankelijke divisies/Business Units met winstverantwoordelijkheid
(Profit & Loss)
- Bedrijven in een bedrijf
- Divisies/Business Units rapporteren aan hoofdkantoor/holding
- Business Units worden gebaseerd op:
o Product of service
▪ Laptop VS mobiel
▪ Hypotheek VS verzekeringen
o Markt of klant
▪ Particulier VS zakelijk
o Geografische regio
▪ Nederland VS Duitsland
Matrixorganisatie structuur
- Multifunctionele teams
, - Meerdere managers
- 2 bazen → Product/markt- en functioneel manager
- Organisch in principe
- Voordelen:
o Productontwikkeling
o Klant focus
o Functionele voordelen
- Nadelen:
o 2 bazen? Onduidelijkheid
o Eigen parochie
o Conflict mogelijk
Mengvormen van structuur:
- Veel (zo niet alle) grotere organisaties hebben zowel functionele-, divisie-
als matrix structuurelementen met ook markt, geografische en product
units (hybride structuren)
- Hybride organisatie → zowel publieke instelling als op de markt actief
(universiteit, ziekenhuis)
- Strategische Allianties en Joint Ventures
- Networks (veel relaties) en virtuele organisaties (geen plek)
Groei van organisaties (Greiner):
- Elke fase resulteert in een crisis
- Een stap naar de volgende fase vereist het succesvol oplossen van de
crisis in de vorige fase
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayla123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.