100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Medische Kennis 1.1 B (63 pagina's) $7.90   Add to cart

Summary

Samenvatting Medische Kennis 1.1 B (63 pagina's)

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van MK 1.1 B: Anatomie en Fysiologie: Hoofdstukken 14, 16, 18 Pathologie: Hoofdstukken 2, 3, 9, 10.

Preview 6 out of 66  pages

  • No
  • Boek anatomie en fysiologie: hoofdstukken 14, 16, 18 en boek pathologie: hoofdstukken 2, 3, 9, 10.
  • November 28, 2021
  • 66
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Medische Kennis Jaar 1.1 B




Inhoudsopgave
Bijeenkomst 7: Urinewegstelsel anatomie en fysiologie………………………………………. p.2 t/m p.19
A & F: Hoofdstuk 18

Bijeenkomst 8: Urinewegstelsel pathologie ……………………………………………………….. p.20 t/m p.24
A & F: Hoofdstuk 2.7, 2.8
Pathologie: Hoofdstuk 10 (excl 10.6)

Bijeenkomst 9: Tractus digestivus anatomie en fysiologie ……………………………..……. p.25 t/m p.39
A & F: Hoofdstuk 16

Bijeenkomst 10: Tractus digestivus pathologie ……………………………………………………. p.40 t/m p.49
Pathologie: Hoofdstuk 9

Bijeenkomst 11: Medische microbiologie: micro-organismen en infectieziekten ….. p.50 t/m p.53
Pathologie: Hoofdstuk 3

Bijeenkomst 12: Medische microbiologie: lymfestelsel en immuunsysteem ………... p.54 t/m p.63
A & F: Hoofdstuk 14
Pathologie: Hoofdstuk 2




1

,Hoofdstuk 18: Het urinaire stelsel

§18.1 De onderdelen van het urinaire stelsel benoemen en de drie belangrijkste functies van het
stelsel beschrijven

Spijsverteringsstelsel neemt voedingsstoffen uit voedsel op en scheidt afvalproducten af en de lever
past de concentratie voedingsstoffen in het bloed aan. Cardiovasculaire stelsel vervoert
voedingsstoffen en zuurstof van ademhalingsstelsel naar de perifere weefsels. Bloed verlaat weefsels
en voert afvalgas CO2 en afvalstoffen van de stofwisseling mee naar plaatsen voor uitscheiding.
Grootste deel door urinaire stelsel.

Het urinaire stelsel bestaat uit de nieren, de urineleiders, de urineblaas en de urinebuis.

Nieren
- Uitscheidingsfuncties
- Produceren urine (water, ionen, opgeloste stoffen)

Urine langs ureters/urineleiders (=urinewegen)

Vesica urinae (=urineblaas)
- Tijdelijke opslag
- Trekt zich samen

Urethra naar buiten




• Mictie = urineblaas en urethra verantwoordelijk voor urinelozing


※ Functies urinaire stelsel:
1) Verwijdering afvalstoffen
o Excretie: de verwijdering van organische afvalstoffen uit lichaamsvloeistoffen
o Eliminatie: de lozing van deze afvalstoffen naar buiten
2) Reguleren van het bloedvolume en de bloeddruk: afgeven erytropoëtine en renine
3) Regulatie zuur-base evenwicht, pH: verlies waterstofionen (H+) en bicarbonaationen (HCO3-) te
regelen
4) Balans elektrolyten: concentratie van natrium, kalium, chloride en andere ionen: regelen hoeveel
urine verloren en regelen concentratie calciumionen via vorming calcitriol
5) Behoud van waardevolle voedingsstoffen: bv glucose, aminozuren.
6) Aanmaak EPO (productie rode bloedcellen) en Vit D (calcium, botten)

→ Dit wordt gereguleerd om de samenstelling van het bloed binnen grenzen te houden.




2

,§18.2 De ligging en structuren van de nieren / weg bloedstroom / structuur nefron

※ Ligging en structuren
• Weerszijden van wervelkolom tussen laatste borstwervel (T12) en 3e
lendenwervel (L3)
• Rechternier iets lager
• Bovenkant bedekt door bijnier = endocriene klier
• Nier liggen achter peritoneum (buikholte) = retroperitoneaal
• Liggen tussen spieren dorsale lichaamswand en bekleding buikholte
• Nieren op hun plek door bovengelegen buikvlies / contact organen /
bindweefsels (schokken)
• Verankerd door nierkapsel en omgeven door vetweefsel.
• Wandelende nier gevaarlijk: ureters en bloedvaten kunnen draaien
of knikken.




※ Bouw
• Nierpoort = uitstulping
• Vezelig kapsel bekleedt renale sinus (inwendige holte binnen de nier)
• Cortex = nierschors
• Medulla = niermerg: 6-18 kegelvormige nierpiramiden.
• Urinevorming: nefronen (=niereenheden) → nierlobjes → nierbekken (calix minor (holte) en
calix major)


※ Bloedtoevoer naar nieren
• Nieren 1/4e bloedtoevoer van hart (1200 ml per min)
• A.renalis (=nierslagader): bloed nier in → Interlobulaire arteriën (rood) voorzien de schors
van bloed → Afferente arteriolen voeren bloed naar nefronen → bloed stroomt weg via
efferente arteriole → peritubulaire capillairen en vasa recta → interlobulaire venen (blauw)
→ venae arcuatae → v.renalis


※ Nefron = basale functionele eenheid in de nier, bestaat uit:


3

, o Nierlichaampje: bestaat uit: het nierkapsel met glomerulus (capillairnetwerk) en kapsel van
Bowman.
- Filtratie = water en opgeloste stoffen worden door bloeddruk uit capillairen in holte van kapsel
geperst → ontstaat voorurine (=eiwitvrije oplossing) → voorurine via nierbuisje naar nierbuis
o Nierbuis: bestaat uit: proximale tubulus contortus / de lis van Henle / distale tubulus contortus
- Samenstelling verandert (reabsorptie en excretie) → nefron (paars ding) → verzamelbuis
eindigt in merg → vanuit verzamelkanaaltje; nu urine naar calices en nierbekken.
- Functies:
- reabsorptie van alle bruikbare organische moleculen(=nutriënten)
- reabsorptie 90% water
- excretie afvalstoffen

• Functies nefron:
o Geheel: elk onderdeel van nefron wordt omgezet van voorurine naar urine.
1) Filtratie: passief proces; kost geen energie, maar filter laat organische afvalstoffen door
(water, ionen, voedingsstoffen) → moeten worden gereabsorbeerd. (nierlichaampje)
2) Reabsorptie: verwijderen van water en opgeloste deeltjes uit tubulaire vloeistof naar
peritubulaire vloeistof → bloed. Is selectief proces door diffusie of door dragereiwitten in
epitheel van de nierbuis. Reabsorptie van water vindt passief plaats via osmose. (PTC)
3) Actieve excretie: opgeloste deeltjes uit peritubulaire vloeistof door epitheel van nierbuis naar
tubulaire vloeistof (nodig: niet alle stoffen gefilterd) → Plasmaconcentratie verlaagd. (DTC)
o Of nefron wel of niet iets uitscheidt ligt aan hoeveel al in het bloed zit; reguleert.
o Regulering hoeveelheid uitscheiding water, natrium- en kaliumionen: interactie Lis van Henle
en verzamelsysteem.

• Het nierlichaampje / Glomerulus = filtratie bloed en maken voorurine
o Om ruimte binnen te komen moet het passeren:
1) Poriën endotheelcellen
2) Vezels basaalmembraan
3) Filtratiespleten tussen de uitstulpingen van de podocyten
o Filtratiemembraan: capillairen van endotheel / basaalmembraan / uitlopers =
- Niet gefiltert: bloedcellen en plasmaeiwitten.
- Wel: water, afvalstoffen stofwisseling, ionen, glucose, vetzuren, vit.

• Proximale tubulus contortus = terugresorptie voedingsstoffen
o Meeste deeltjes gereabsorbeerd
o Geven de stoffen af aan de interstitiële (/peritubulaire) vloeistof → terug in bloed.
o Water via osmose uit voorurine → volume neemt af

• Lis van Henle = Richting niermerg
o Stijgende tak niet doorlaatbaar voor water → neemt natrium, chloride-ionen op → hoge
concentratie opgeloste deeltjes



• Distale tubulus contortus = terugresorptie natrium en calcium


4

, o Om glomerulus heen en loopt naast afferente- en efferente arteriolen: macula densa = grote
epitheelcellen en celkernen
o Functies:
1) Actieve excretie van ionen, zuren, geneesmiddelen en gifstoffen
2) Reabsorptie natriumionen en water
3) Juxtaglomerulair complex = endocriene structuur die het hormoon erytropoetine en renine
afgeeft.

• Verzamelsysteem = terugresorptie water, ADH etc.
o Functies:
1) Vervoert voorurine van nefron naar nierbekken
2) Laatste aanpassingen: reabsorptie water
3) Laatste aanpassingen: terug resorberen of afgeven
van natrium-, kalium-, waterstof- en
bicarbonaationen.




§18.4 Functies van de onderdelen van het nefron en processen van de urinevorming


5

, ※ Doel urinevorming = homeostase handhaven door het volume en de samenstelling van het bloed te
reguleren
• Drie afvalstoffen (opgeloste deeltjes) uitgescheiden:
1) Ureum: grootste hoeveelheid, afvalstof door eiwitafbraak uitgescheiden
2) Creatinine: afvalstof van de spierstofwisseling uitgescheiden
3) Urinezuur: door afbraak en recycling van RNA-moleculen
→ opgelost in bloed, via urine uitgescheiden → gepaard met waterverlies → nieren kunnen
waterverlies beperken door urine te vormen met een osmotische waarde die meer dan viermaal zo
hoog is als die van het bloedplasma → voorurine niet filteren = uitdroging.


※ Filtratie in de glomerulus
• Filtratiedruk = nettokracht die filtratie bevordert
o Filtratiedruk moet hoger zijn dan de bloeddruk in de capillairen
o Door lage bloeddruk kan de filtratie verminderen of tot stilstand komen → bloedingen, shock of
uitdroging
• Glomerulaire filtratiesnelheid (GFS) = hoeveelheid voorurine die per min in de nieren wordt
gevormd.
o 180 liter per dag voorurine, 99% gereabsorbeerd
o Water moet worden gereabsorbeerd → uitdroging of diabetes insipidus
o Glomerulaire filtratie = productie voorurine in de glomerulus → afhankelijk van bloedtoevoer en
normale filtratiedruk en wijdte en conditie bloedvaten


※ Reabsorptie en excretie in het nierbuisje
• Reabsorptie en excretie in de nier gaan gepaard met een combinatie van diffusie, osmose en door
dragerstoffen gemedieerd transport

• Processen in de proximale tubulus contortus
o Reabsorptie van: organische voedingsstoffen / plasma-eiwitten / ionen (natrium etc) →
transport naar peritubulaire vloeistof
o Gereabsorbeerde stoffen en het water diffunderen (mengen) de peritubulaire capillairen in.
o PTC negeert stoffen zoals ureum en urinezuur

• Processen in de lis van Henle
o Reabsorptie van meerderheid van water en meerderheid natrium- en chloride-ionen
o Dalende tak doorlaatbaar voor water niet voor opgeloste stoffen
o Stijgende tak doorlaatbaar voor ureum
o Dikke stijgende tak pompt natrium- en chloride-ionen naar peritubulaire vloeistof van niermerg
→ na bocht lis van Henle hoogste concentratie (=concentratiegradiënt) → concentratie
opgeloste deeltje (zoals ureum) tubulaire vloeistof neemt af → grootste deel water en
opgeloste deeltjes weg: sterk geconcentreerde afvalstoffen blijven achter




6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LotVPK. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79976 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.90
  • (0)
  Add to cart