,Hoorcollege 1: Vertrouwen, legitimiteit en taks governance
Belastingen en waarde(n)
Commissie inkomstenbelasting en toeslagen (Commissie Van Dijkhuizen), Naar een activerender
belastingstelsel. vraagt expliciet aandacht voor ‘misschien wel de belangrijkste waarde van een
belastingstelsel, namelijk dat het door de overgrote meerderheid van de belastingplichtigen gezien
wordt als een fair stelsel gebaseerd op een vertrouwen dat er zorg voor wordt gedragen dat iedereen
die belasting moet betalen dat ook doet en dat toeslagen niet ten onrechte worden verstrekt.’
Legitimiteit, vertrouwen, wederkerigheid en fiscaliteit.
Belastingen worden krachtens het recht geheven (legaliteitsbeginsel). Dat betekent dus dat ze
ingebed zijn in een rechtsorde. De belastingen dienen de maatschappij, daarvoor dus ook voor de
individu.
Rawls: ‘society is a cooperative venture for mutual advantage (…) typically marked by a conflict as
well as by an identity of interests.’
Belastingen maken overheidsvoorzieningen mogelijk, waardoor vrijheid van burgers inhoud krijgt
• justitie, politie, leger, onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur, economisch en
werkgelegenheidsbeleid, enz.;
• zonder belastingen geen (intellectuele) eigendom, geen markt etc.
Samenwerking drijft op vertrouwen, daartoe dient handelen overheid legitiem te zijn. Samenwerken
doe je samen => wederkerigheid: fiscale actoren hebben gezamenlijke verantwoordelijkheid voor
integriteit van belastingrecht
Wederkerigheid: over en weer met elkaar rekening houden.
▪ Mensen zijn afhankelijk van elkaar, van de maatschappij: zonder
samenwerking geen overleving, geen beschaving/vrijheid;
▪ Samenwerking leidt tot arbeidsdeling (specialisatie) => welvaart;
▪ Individuen dragen elk hun (‘anonieme’) onmisbare steentje bij aan
maatschappij denk aan bakker, wegwerker, secretaresse, leraar, etc.;
▪ Individuen over en weer baat bij elkaar’s activiteiten;
▪ Profiteren schept verplichting ook zelf bij te dragen aan maatschappij;
▪ Niet bijdragen? Uitvreter / free rider schendt deze
wederkerigheidsplicht.
Legitimiteit
Legitimiteit van belastingheffing o.b.v de wet / het recht:
• Juridisch (normatieve benadering):
- Rule of law: machtsuitoefening overheid gebonden aan recht,
- Dan claim van staat jegens burgers: Burgers hebben verplichting tot gehoorzaamheid;
• Sociaal-wetenschappelijk (empirische benadering):
- mate waarin burgers zich verplicht voelen overheid te gehoorzamen, ongeacht mogelijke
voordelige of nadelige persoonlijke gevolgen;
- mate waarin burgers feitelijk vertrouwen hebben in overheid en zij bereid zijn haar regels
na te leven
Legitimiteit: transformeert macht in gezag. Burgers vertrouwen dat overheid hen rechtvaardig & als
gelijken behandelt.
1
,Vertrouwen: ‘de overtuiging dat anderen ons niet met opzet kwaad zullen aandoen, zeker niet als
ze dit kunnen vermijden, dat ze het goede met ons voor hebben en, indien mogelijk,
oog zullen hebben voor onze belangen’.
▪ Vertrouwen is noodz. voorwaarde voor maatschappij/democratie/markt…
▪ Institutioneel vertrouwen: vertrouwen op instituties / systemen (instituties
zoals wetgeving, rechtspraak of overheid);
▪ Sociaal vertrouwen: vertrouwen in medemensen;
▪ Mogelijk spill-over effect vertrouwen in belastingheffing : vertrouwen werkt
door naar andere instituties / medemensen » dus ook buiten de fiscaliteit.
Waarden (en normen in het geding)
Waarden: zaken die we goed vinden, niet omdat ze functie goed vervullen, (vgl. scherp mes),
maar omdat ze intrinsiek waardevol zijn.
▪ zijn ‘omwille van zichzelf goed en nastrevenswaardig;
▪ worden in brede kring gedeeld, algemeen geldig, zijn dus niet louter persoonlijk;
▪ doel dat wordt toegepast en geconcretiseerd in individuele situaties;
▪ richtingaanwijzer en rechtvaardiging voor ons gedrag;
▪ kunnen conflicteren => niet mogelijk ze alle tegelijk te realiseren;
▪ zijn niet absoluut; dit geldt ook voor subwaarden (geen monoliet);
▪ vanwege hun algemeenheid voor zeer wisselende en uiteenlopende uitleg
vatbaar.
▪ Waarden voor zeer wisselende en uiteenlopende uitleg vatbaar;
▪ ruime oriëntatiepunten voor gedrag, dienen als rechtvaardiging en beoordeling
daarvan, maar …. niet concreet genoeg om als ‘gedragsbepalende factor’ te
functioneren.
▪ Daarom normen afgeleid uit waarden:
- zijn concreter,
- leggen verplichting op,
- worden doorgaans nageleefd &
- men voelt zich ook verplicht ze na te leven
- in het algemeen wordt gedraggsconformiteit goedgekeurd en afwijkend
gedrag afgekeurd.
Taks governance & waarden
Governance: het besturen van organisaties en hun relatie met daarbij betrokken
belanghebbenden (mensen / organisaties).
Public governance: ‘the exercise of political authority and the use of institutional resources to
manage society’s problems and affairs.
Corporate governance: (grote) ondernemingen
• Public / corporate tax governance is onderdeel publ./corp. govern: dat deel dat betrekking heeft
op de fiscaliteit;
• Good tax governance is gebaseerd op respect voor waarden;
• Wederkerigheid, legitimiteit en vertrouwen;
• Transparantie is noodzakelijke voorwaarde voor beoordeling en verantwoording afleggen.
2
,Samenwerking steunt altijd op vertrouwen, dit geldt zowel in de Maatschappij, als bij een
organisatie, en bij de staat en ook bij de markt. Het Belastingstelsel steunt op waarden:
Wederkerigheid, legitimiteit en vertrouwen. Maar ook veiligheid, vrijheid, gelijkheid,
(rechts)zekerheid, solidariteit (distributieve, rechtvaardigheid). Waarden en normen zijn hier
kenmerken van. Good tax governance is gebaseerd op respect voor warden: Public tax governanceen
Corporate tax governance.
Waarden en belastingen: politiek-filosofisch perspectief
Machiavelli (1469-1527)
❖ Machiavelli denk vanuit de vorst. De Vorst moet ‘in woord en verschijning toonbeeld zijn’,
betrouwbaar zijn;
❖ Trouw van hen die vrij zijn hun vertrouwen te schenken of niet (alleen mensen die vrij zijn
kunnen vertrouwen schenken):
- trouw maakt gehoorzamer (compliance/naleving);
- tweerichtingsverkeer / wederkerigheid (de vorst moet vertrouwen verwerven van de
burgers, maar de burgers moeten ook vertrouwen werven van de vorst).
❖ vertrouwen eist voortdurend aandacht, moet steeds worden onderhouden;
❖ legitimiteit is gebaseerd op transparante procedures (openheid van gezag): stabiel gezag is
afhankelijk van vrijwillige instemming;
❖ te grote materiële ongelijkheid bedreigt politieke gelijkheid & veiligheid:
- (enige) herverdeling via belastingwet;
- bevordert vertrouwen en legitimiteit.
❖ heerschappij van het recht, van ‘vrije’ wetten (wetten die zijn ontstaan met de inspraak van de
vrije burgers), ondersteunt en reguleert vrije maatschappij.
Adam Smith (1723-1790): vrij markt
❖ Vertrouwen onder individuen, bijv. op de markt, moet gewaarborgd worden door overheid en
rechtssysteem:
- belastingen stellen de overheid ook in staat het vertrouwen tussen burgers en veiligheid te
waarborgen;
- overheid kan alleen het onderlinge vertrouwen tussen burgers (sociaal vertrouwen)
waarborgen als haar burgers in bepaalde mate vertrouwen hebben dat zij (de overheid)
rechtvaardig is (cf. Van Dijkhuizen).
❖ Rechtvaardig geacht rechtssysteem waarborgt aanvaarding => overheid en rechtssysteem dan
legitimiteit toegedicht;
❖ Als overheid wordt vertrouwd en gerespecteerd, zullen burgers daarop reageren door zich van
hun kant ook betrouwbaar te tonen;
❖ Succesvolle belastingheffing is gebaseerd op vertrouwen;
❖ Belastingen mogen soms instrument zijn:
- tegen te grote inkomensongelijkheid (armoedebestrijding);
- drankmisbruik (instrumentele functie)…
Spinoza (1632-1677)
❖ De staat is er voor burgers:
- staat is afhankelijk van burgers =staat/overheid moet goed presteren / kwaliteit leveren;
- staat die algemeen belang bevordert, bevordert welzijn van de burgers (het welzijn van de
burgers staat voorop);
- Daartegenover staat dat de burgers de wetten dienen na te leven.
3
,❖ Samenleven is overdracht recht van individuen aan samenleving / staat (vgl. sociaal
contractsdenken), maar nooit volledig (doet denken aan het sociaal contract)
- dus staat moet behoeften en belangen van de burgers behartigen (de staat moet
presteren);
- pleidooi voor responsief (tegemoet komen aan de behoeften, belangen en waarde van de
burgers) beleid en recht.
❖ Legitimering van (fiscale) machtsuitoefening via binding aan recht (rule of law)(het recht zorgt
ervoor dat het niet puur gaat om willekeurige machtsuitoefening) alleen is niet voldoende: want
dit recht moet zelf in maatschappij als gezaghebbend aanvaard worden (feitelijke aanvaarding
=>legitimiteit).
Peter Sloterdijk
❖ Belastingen: moreel fenomeen bij uitstek. Waarom? → zonder belastingen geen maatschappij.
Belastingen zorgen mede door de herverdelende functie van belastingen voor samenhang in de
samenleving.
❖ Belastingstaat tapt enorme bedragen af (burgers moete grote bedragen aan belasting betalen)
(gevende zijde). Daartegen over moet de overheid dan wel wat teruggeven.
❖ Belastingen fundamenteel voor legitimiteit van staat en vertrouwen van burgers in staat.
❖ Kern: vertrouwen van burgers in elkaar • Belastingplichtigen: burgers, geen onderdanen.
❖ Belastingplichtigen als ‘Steueruntertan’ behandelen gaat ten koste van legitimiteit en
vertrouwen (overheid moet de belastingplichtige serieus nemen):
- in staat;
- tussen burgers onderling (sociaal vertrouwen) → dit zou funest zijn.
❖ Belastingbetalers serieus nemen => hoge belastingen? Sloterdijk: okay, maar teveel perspectief
van staat ipv burgerperspectief. Daarom Bepleit hij vrijwillige belastingbetaling (met name dan
de IB): ter bevordering van vertrouwen in overheid en mede burgers (maatschappij);
❖ Met het pleidooi van een vrijwillige belastinbetaling zie je een Dubbele perspectiefwisseling:
- Gedwongen tegenover vrijwillig bijdragen;
- Belasting betalen t.bv. staat tegenover belasting betalen ten behoeve van maatschappij (via
de staat) → je kunt als burger aangeven waar je belastinggeld naar toe gaat; dus geen
filantropie (het gaat niet buiten de belasting om, bij filantropie gaat het rechtstreeks naar
goede doelen).
❖ Begin met bescheiden experiment, een paar % minder IB betalen. Sloterdijk verwacht: ‘een
levendige competitie in generositeit van de rijken, ver uitgaand boven hun (wettelijke) fiscale
verplichtingen’
Pikkety over belastingen
Economie kun je niet puur bekijken vanuit een economisch perspectief, je moet het altijd vanuit de
geschiedenis en de sociale wetenschappen bezien. Taxation is:
❖ not only a way of requiring all citizens to contribute to the financing of public expenditures and
projects and;
❖ to distribute the tax burden as fairly as possible;
❖ it is also useful for establishing classifications and (grotere inkomensongelijkheid);
❖ promoting knowledge as well as democratic transparency.
[Hence,] Taxation is not a technical matter:
❖ It is preeminently a political and philosophical issue, perhaps the most important of all political
issues;
❖ Without taxes, society has no common destiny, and collective action is impossible.
4
, Hoorcollege 2:Belastingwet(gever): Eisen, functies en institutionele
inbedding
In dit college wordt besproken de wetgever, eisen aan taks governance in het licht van functies
belastingen & juridische politieke karakter van belastingen.
Adam’s Smith’s (vroege) kwaliteitseisen
Vier beginselen (the four canons of taxation):
1. The subjects of every state ought to contribute towards the support of the government, as
nearly as possible, in proportion to their respective abilities; that is, in proportion to the revenue
which they respectively enjoy under the protection of the state;
Iedereen moet betalen naar de mate van hun mogelijkheden. Dit moet in verhouding staan tot
hetgeen dat zij genieten door de bescherming van de staat (gelijkheidsbeginsel,
draagkrachtbeginsel en het profijtbeginsel).
2. Taxes should be certain, not arbitrary;
3. Every tax ought to be levied at the time, or in the manner, in which it is most likely to be
convenient for the contributor to pay it;
Het is belangrijk dat je op de specifieke persoon let, je moet het de belastingplichtige niet té
moeilijk maken → je moet heffen zodra het mogelijk was (bijv. de loonheffing).
4. Taxes ought to be so contrived as both to take out and to keep out of the pockets of the people
as little as possible over an.
Belastingheffing moet efficiënt gebeuren en de perceptiekosten moeten zo laag als mogelijk zijn.
Functies belastingen
Budgettaire functie: Vergaren van financiële middelen ten behoeve van
bekostiging van vakdepartementen (spending departments);
Redistributieve functie: Inkomens- vermogensherverdeling;
Instrumentele of regulerende functie: belastingwet ingezet om gedrag van burgers te sturen ten
behoeve van allerlei beleidsdoelen.
Belastingen → wetgever
Hoe kunnen de functies van belastingen gerealiseerd worden? Wie is daar verantwoordelijk voor?
• Wie bepaalt wat wordt geheven?
• Wie bepaalt hoe de belastinglast wordt verdeel?
• Wie bepaalt welke beleidsdoelen worden nagestreefd?
Dit is het primaat van de werkgever: de wetgever neemt de belangrijkste rechtspolitieke
beslissingen. Het heeft een primaat bij de (belasting)rechtsvorming (rule of law, niet rule of men:
heerschappij van de wet → democratisch vastgestelde wet).
Juridische legitimiteit belastingwet
Art. 104 Grondwet bevat het fiscale legaliteitsbeginsel: belastingheffing vindt plaats op grond van de
wet in formele zin. Dat betekent dat er een speciale procedure is, namelijk dat de regering en de
Staten Generaal stellen de (belasting)wet vast. Dit leidt tot democratische legitimatie; de Staten
Generaal is gekozen door het volk (indirecte democratie). Door de zorgvuldige procedure van de
Staten Generaal en de Regering krijg je ook rationaliteit → voor- en nadelen van de belastingwet
zullen zorgvuldig besproken worden in de Eerste- en Tweede Kamer. De Wet bevat algemene regels,
dat bevordert de rechtszekerheid: mensen weten wat ze aan belasting moeten betalen. Het
bevordert ook de rechtszekerheid: de algemene wettelijke regels gelden namelijk voor iedereen.
Daarnaast bevat de wet in formele zin de bevoegdheden van de fiscus; de wet vormt de grondslag
voor het optreden van de fiscus en gelijk de begrenzing.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stijnheusschen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.