Dit is een samenvatting voor het tentamen van het vak 'Theoretische Criminologie'. Alle verplichte hoofdstukken aan het gekoppelde boek (Essential Criminology) worden behandeld, evenals verplichte hoofdstukken uit 'Psychological Criminology'.
Summary for Advanced Criminology for Social Science Students
Engelse Samenvatting Essential Criminology H 1 t/m 11 (H2 niet inbegrepen)
All for this textbook (6)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Criminologie
Theoretische Criminologie
All documents for this subject (26)
2
reviews
By: danatm12 • 2 year ago
By: vereschreurs • 2 year ago
Seller
Follow
Studentje0910
Reviews received
Content preview
WEEK 1: INTRODUCTIE EN KLASSIEKE CRIMINOLOGIE & ERFELIJKHEID
HOORCOLLEGE 1: INTRODUCTIE EN KLASSIEKE CRIMINOLOGIE
‘ESSENTIAL CRIMINOLOGY’ – H1: WAT IS CRIMINOLOGIE?
=> INVLOEDEN OP EN INVLOEDEN VAN CRIMINOLOGIE
1.1 Veranderingen in maatschappij
Er zijn een aantal fundamentele veranderingen te onderscheiden die laten zien hoe onze wereld
anders is geworden:
- Globalisatie
- Communicatierevolutie
- Privatisering en individualisering
- Wereldwijde verspreiding van ziektes.
- Veranderd beeld over conflicten en nationale veiligheid
- Internationalisering van terrorisme.
Globalisering:
=> een proces waarbij verschillende economieën, technologieën, politieke en sociale instituties van
lokaal veranderen in een eenheid, een enkel systeem.
- International universalisme; wat aan de ene kant van de wereld gebeurd, heeft ook invloed
op andere delen.
Kort gezegd: het verwijst naar alle processen waarin mensen betrokken zijn bij één
wereldmaatschappij.
Communicatierevolutie:
Dankzij de computer en het internet kwam er een grote verandering in communicatie. Mensen
kunnen nu wereldwijd contact onderhouden. Er kwamen nieuwe beroepen zoals service-,
communicatie- en informatie-beroepen. (= postindustriële maatschappij)
Gevolg? Grotere delen van de bevolking waren te laag opgeleid.
De wereldwijde communicatie leidde ook tot nieuwe vormen van criminaliteit. Denk aan;
drugssmokkel, fraude en identiteitsdiefstal. Maar ook kwetsbare overheden die gehackt kunnen
worden.
Gerelateerd aan de globalisering en wereldwijde werkloosheid zijn er twee trends:
- een afname van collectieve sociale gebeurtenissen; dood van de maatschappij. Deregulering en
privatisering in de jaren 90.
- een toename van economische polarisatie; grotere verschillen tussen arm en rijk. De armen zijn
kwetsbaar voor criminaliteit. Individualisering.
Gevolg? Een minder sociale samenleving waarin we geïsoleerd leven.
Wereldwijde verspreiding van ziektes:
Ook wereldwijde epidemieën begonnen een probleem te vormen. Met daarbij de ontwikkeling van
antibiotica en vaccins.
Internationalisering terrorisme:
Terrorisme is een groeiend probleem. Aangezien het iedereen raakt en het een nieuwe methode van
oorlog is.
Nationale veiligheid:
,Ook cybercriminaliteit is een groeiend probleem. De moderne wereld wordt geregeerd door
digitalisering en dat is kwetsbaar voor hacking etc. Er moesten nieuwe veiligheidsmethoden bedacht
worden en ook de wet moest worden aangepast.
1.2 Criminologie
Wat is criminologie?
=> Systematische studie van de aard, omvang, oorzaken en reacties op wetsovertredend
gedrag. Het uiteindelijke doel is het begrijpen, verklaren, voorspellen en voorkomen van
criminaliteit en beleid.
Het onderwerp van de criminologie is weliswaar veranderlijk, maar de categorieën waarop het is
toegespitst zijn in feite:
- Definitie en aard van schadelijk gedrag
- Verschillende types van criminele activiteit, van individuele daad tot collectief georganiseerde
criminaliteit.
- Profielen van typische daders en slachtoffers.
- Statistische analyses omtrent de omvang, prevalentie en kosten van criminaliteit. Inclusief
schattingen van het dark number gebaseerd op enquêtes en daderrapportage.
- Analyse van oorzakelijke verbanden.
Is criminologie wetenschappelijk?
Criminologen moeten zich strikt aan wetenschappelijke methoden houden. Wat wetenschap
onderscheid van non-wetenschap is de toetsing van hypothesen door empirische
onderzoeken. Het gaat om het opbouwen van criminologische kennis op basis van
theoretisch gefundeerde en empirisch bewezen hypotheses. Deze kennis blijft staan zolang
het niet wordt ontkracht.
Wat zijn kwalitatieve methoden?
Kwalitatieve methoden = etnografische technieken, observatie en diepte-interviews.
=> Begrijpen van de betekenis van criminaliteit voor de dader en slachtoffers.
Wat zijn kwantitatieve methoden?
Kwantitatieve methoden = cijfers, tellingen en metingen van verschillende technieken (+
vergelijkingen). Op basis van representatieve random steekproeven. Ook vaak longitudinale
onderzoeken.
Toch is de invloed van criminologisch onderzoek op het beleid minimaal. Dit komt door minimaal
wetenschappelijk bewijs, onenigheid onder onderzoekers en ineffectieve communicatie.
Is criminologie een discipline?
Criminologie is eigenlijk een verzameling van meerdere disciplines. Is het eigenlijk een
interdisciplinaire wetenschap? Het is eerder multidisciplinair.
Wat is comparatieve en wereldwijde criminologie?
Comparatieve criminologie gaat over de systematische studie van criminaliteit, recht en
controle van twee of meer culturen. Cross-cultureel.
Wat is victimologie?
Gaat over slachtoffers en oorzaken van slachtofferschap. De ondervonden schade en de rol in
de afhandeling van de zaak.
=> Fysieke, emotionele en financiële gevolgen van criminaliteit.
,Met de komst van het sociaal contract kwam bestraffing van criminaliteit in handen te liggen van de
staat. Zelf oplossen verviel daardoor. Criminaliteit werd nu gericht op crimineel gedrag tegenover de
staat.
1.3 Begrippen en belangrijke noties bij theoretische criminologie
Waarom theoretische invalshoek?
Kennisopbouw via
- Theoretische noties en concepten
- Falsificatie (en tijdelijke verificatie) via empirie.
Zonder theorie is er geen wetenschap. Overstijgen.
Theoretische vernieuwing?
Criminologie is een jonge wetenschap. Dus inzichten kunnen zich blijvend vernieuwen.
=> Onder invloed van:
- Wetenschapsinterne factoren = van binnen de wetenschap; doorontwikkeling eigen
ideeën a.d.h.v. empirisch onderzoek, wisselwerking en vragen.
- Wetenschapsexterne factoren = van buiten de criminologie; andere gebieden, tijd,
samenleving, politiek. (WOII: geen biologie, want gevoelig)
1.3.1. Paradigma
Wat is een paradigma?
Paradigma = Algemene wijze van kijken naar de wereld, dat impliceert wat je kan zien, doen
en theoretiseren. Leidend, bepaald alles binnen een tijdsvlak
Welke paradigma’s onderscheiden we?
1) Klassieke criminologische paradigma; mens is een rationeel wezen, wil
genotsmaximalisatie, wil pijnminimalisatie. Geen verklaring van criminaliteit geven of zoeken,
maar gewoon op eerlijke manier het strafrecht inzetten. (pre-criminologie). Reactie op
onderdrukking en onrecht.
Criminaliteit: is een keuze in vrijheid. Crimineel gedrag is crimineel gedrag, maar zelf
gekozen. Voornamelijk kijken hoe er op kan worden gereageerd (ter voorkoming).
2) Positivistische criminologische paradigma; reactie op klassieke. Wetenschappelijk
onderzoek, meten is weten. Wereld is een objectieve werkelijkheid met wetmatigheden.
Kwantitatief grootschalig onderzoek. (Darwin, biologisch determinisme, criminaliteitscijfers,
vermindering criminaliteit, pathologisch, behandelen in plaats van straffen)
Criminaliteit: is bepaald (deterministisch) en onontkomelijk. Crimineel gedrag is crimineel
gedrag, maar gedwongen. Voornamelijk kijken hoe mensen kunnen worden behandeld (ter
voorkoming).
3) Interpretatieve paradigma; wereld is complex, steeds in beweging. Geen kwantitatief,
maar kwalitatief onderzoek (culturen). Eigen betekenis aan de sociale werkelijkheid,
interpreteren. Subjectieve ervaringen begrijpen. Geen algemene wetten. Inlevingsvermogen.
Begrijpen.
Criminaliteit: veranderlijk en verschillend. Crimineel gedrag is hoe je er naar kijkt.
4) Kritische paradigma; wereld is ongelijk en niet waardevrij. Kennis is niet objectief.
Machthebbers bepalen. Sociale werkelijkheid kritisch bekeken. Machtsstructuren
veranderen, actieonderzoek. Emancipatie en helpen van veranderen omgeving. Subjectief
voor onderliggende partij.
Criminaliteit: is oneerlijk door macht. Crimineel gedrag wordt bepaald door machthebbers en
moet anders zijn. Voornamelijk kijken hoe oneerlijke machtsverdeling kan worden
veranderd.
, 1.3.2. Perspectief / benadering
Wat is een perspectief?
Fundamenteel beeld van de samenleving.
- Richtsnoer voor theorie en onderzoek. Hierbinnen theorieën.
Wat is een theorie?
Consistent stelsel van uitspraken die samenhangen.
- Verklarend
- Toetsbaar
Wat is een concept?
Een niet volledig uitgewerkte theorie, onderdeel.
- Eén van de uitspraken.
Paradigma; heel groot, algemeen beeld, vertrekpunt Perspectief; concreter dan een paradigma,
verzameling van veronderstellingen theorieën; specifiek en toetsbaar.
(Klassieke paradigma neoklassieke criminologie routineactiviteitentheorie)
Etiologie = oorzakenleer (causaliteit).
- Niet hetzelfde als correlatie.
- Moeilijk te meten in sociale wetenschap.
1.3.3. Verklarings- / analyseniveaus:
Macro hele samenleving, focus op geheel. Structuur.
Meso buurten/steden, middelgrote eenheden. Groepen.
Micro persoon, individuen en interactie.
1.3.4 Maatschappijbeelden:
1. Consensus; samenleving is het eens over wat er onder criminaliteit valt. Gedeelde moraal. (geen
discussie). Je kan je richten op verklaren, geen drukte om begrip zelf.
> Geen situationele context. Kan veranderen over tijd en plaats.
> Wie bepaalt de moraliteit dan?
2. Conflict; iedere groep heeft eigen zienswijze en belangen. Vechten om schaarse middelen en
macht. Geen consensus. Ligt aan de machthebber.
3. Interactie; maatschappij wordt gevormd in onderlinge interactie. Niets staat vast, ook begrip
criminaliteit niet.
1.3.5. Mensbeelden:
1. Rationele actor (klassieke paradigma); mensen zijn rationele wezens en maken in vrijheid
afgewogen keuzes. Deviante persoon kiest voor deviante gedrag.
2. Gedetermineerde actor (positivistisch paradigma); mensen onder omstandigheden gedwongen.
3. Actor als slachtoffer (kritische paradigma); crimineel is slachtoffer van oneerlijke samenleving. Niet
aan crimineel te wijten, slachtoffer van systeem. Disproportionele aandacht voor deviant gedrag van
minder machtigen.
=> kritiek op 1 en 2 vanuit 3, onkritisch; accepteren de status-quo. Wetten zijn waarheid.
Samenvattend:
Criminologie heeft zich ontwikkeld en zal blijven veranderen qua verbeterde methoden en beter
onderbouwde theorieën. De huidige criminologie trekt richting wereldwijd onderzoek en een
inclusieve criminologie.
‘ESSENTIAL CRIMINOLOGY’ – H2: WAT IS CRIMINALITEIT?
=> OP ZOEK NAAR EEN DEFINITIE VAN CRIMINALITEIT
2.1 Inleiding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studentje0910. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.