100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alle leerdoelen Formeel strafrecht K2 $4.89   Add to cart

Summary

Samenvatting Alle leerdoelen Formeel strafrecht K2

1 review
 58 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle leerdoelen, week 1 t/m 7, van Formeel strafrecht K2 zijn uitgewerkt

Preview 3 out of 19  pages

  • Yes
  • November 30, 2021
  • 19
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jelte410 • 1 year ago

avatar-seller
Leerdoelen Formeel strafrecht
Week 1
Literatuur: Straf(proces)recht begrepen H1, H7 par. 7.2.1, 7.2.2, 7.2.3, 7.3.4 en 7.3.5, H8 par. 8.2.1

 de bronnen, uitgangspunten, doelen en beginselen van het strafprocesrecht toelichten;
Formeel recht (= strafprocesrecht): bevat voorschriften die omschrijven hoe de strafrechtelijke
procedure dient plaats te vinden.
> Regels, instrumenten, bevoegdheden die ervoor zorgen dat het strafbare gedrag wordt
aangepakt.




Bronnen van het strafprocesrecht:
 Wetboek van Strafvordering (art. 1 Sv > slechts bij wet in formele zin mag worden
vormgegeven.)
 Bijzondere wetten (vb. Opiumwet, Wet Wapens en Munitie, Wegenverkeerswet)
 Internationale verdragen (vb. EVRM) en EU-strafrecht (verordeningen en richtlijnen)
 Beginselen van behoorlijke procesorde (vertrouwensbeginsel, proportionaliteitsbeginsel)
> voor de verdachte een beschermende werking, beschermen o.a. tegen willekeur.
 Rechtspraak
 Beleidsregels
 Richtlijnen
 Aanwijzingen

Uitgangspunten:
 Gericht op verwezenlijking van het materiële strafrecht
 Recht van de verdachte op een eerlijk proces (art. 6 EVRM)
 Verdachte wordt voor onschuldig gehouden, totdat zijn schuld overeenkomstig de wet
door de rechter is vastgesteld (= onschuldpresumptie)

Doelen:
 Generale en speciale preventie
 Generale preventie: het strafprocesrecht heeft een lerende uitwerking op
burgers in het algemeen.
 Speciale preventie: het strafprocesrecht heeft een ‘lerende of zelfs preventieve
werking’ ten aanzien van de persoon van de verdachte.
 Rechtsbescherming van de burger tegen de almacht van de staat (OM)
 Voorkomen van eigenrichting door burgers
 Procedures en bevoegdheden om norm afwijkend gedrag daadwerkelijk aan te pakken
 Strafvorderlijke normen geven inhoud aan recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM)

Beginselen van het strafprocesrecht:
 Legaliteitsbeginsel (of nulla poena-beginsel): geen straf zonder wet
 Recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM)
 Beginselen van een behoorlijke procesorde
 Onmiddellijkheidsbeginsel
 Beginsel van hoor en wederhoor

, de betekenis van het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel en de wijze waarop dit beginsel zijn
neerslag vindt in de wet toelichten;
Strafvorderlijk legaliteitsbeginsel (art. 1 Sv): burgers kunnen slechts in overeenstemming met
neergeschreven (gecodificeerde) wetten worden gestraft. ‘Wet’ betekent hier wet in formele zin
(Regering en Staten-Generaal)

Het legaliteitsbeginsel heeft 5 nadere betekenissen:
1. Geen strafbaar feit zonder wet: Slechts gedragingen die wettelijk strafbaar zijn gesteld,
kunnen door de rechter worden bestraft.
2. Geen straf zonder wet: Een burger mag niet worden veroordeeld wanneer zijn gedrag niet
onder een bepaalde wettelijke bepaling valt.
3. Geen terugwerkende kracht: Een burger kan slechts worden veroordeeld voor een
handeling die in strijd is met een wet die op dat moment (van handeling) al in werking is
getreden
4. Geen analogische redeneringen: Het moet duidelijk zijn welke gedragingen strafbaar zijn
en wat de gedragingen precies inhouden. Als de gedraging niet uitdrukkelijk wordt
gesanctioneerd in een wettelijke bepaling, mogen we de gedraging niet ‘creatief’ in deze
bepaling inlezen omdat het er veel op lijkt.
5. Wetten moeten duidelijk genoeg zijn (= Lex certa)

 uitleggen waarom het strafprocesrecht enerzijds een instrumenteel karakter heeft en
anderzijds een element van rechtsbescherming in zich draagt;
Het strafprocesrecht heeft 2 functies:
 Instrumenteel karakter/functie: belang gemeenschap > gericht op verwezenlijking van
het materiële strafrecht (procedures en bevoegdheden om normafwijkend gedrag
daadwerkelijk aan te pakken). De politie en justitie heeft bepaalde instrumenten en
bevoegdheden om te kunnen opsporen.
 Rechtsbescherming: belang van de verdachte > normen = begrenzen van
overheidsmacht (strafvorderlijke normen geven inhoud aan recht op eerlijk proces (art.
6 EVRM))
De wet geeft de grenzen aan voor de mate waarin tijdens de opsporing inbreuk op
grondrechten mag worden gemaakt.

 het belang van artikel 3 Politiewet/ art. 141, 142 Sv voor de opsporing toelichten en een
verband leggen met artikel 1 Wetboek van Strafvordering.
In art. 141 en 142 Sv staat wie de opsporingsambtenaren zijn. Alleen opsporingsambtenaren
hebben bevoegdheden gekregen.
 In art. 141 Sv staat wie er met de opsporing van strafbare feiten zijn belast.
 In art. 142 Sv staat dat buitengewone opsporingsambtenaren met de opsporing van
strafbare feiten zijn belast.

> Taak staat in art. 3 Politiewet: “De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het
bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de
daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die
deze behoeven”.

De bevoegdheden van de
opsporingsambtenaren hebben altijd
een wettelijke grondslag nodig (wet
in formele zin) = legaliteitsbeginsel
o.g.v. art. 1 Sv

, Wet maakt onderscheid tussen algemene en bijzondere opsporingsambtenaren
(zie art. 141 sub a en b Sv).

Extra:
We onderscheiden 2 typen strafprocesstelsels:
1. Het accusatoir proces: strijd tussen 2 gelijkwaardige partijen ten overstaan van de rechter
die zich passief opstelt; hij luistert naar partijen, maar gaat niet zelf op zoek naar
bewijsmiddelen of verweren.
2. Het inquisitoir proces: rechter houdt zich actief bezig met waarheidsbevinding, bijv. door
vragen aan de verdachte of getuige te stellen. De partijen zijn nadrukkelijk minder
gelijkwaardig, nu er een beschuldigde (de verdachte) en een vervolgende instantie (het OM)
ten tonele verschijnen.
> In het Nederlandse strafproces zijn de procespartijen NIET gelijkwaardig. De rechter heeft
echter een aantal bevoegdheden om zelfstandig onderzoek verrichten = ‘gematigd
accusatoir’.


Week 2
Literatuur: H7 par. 7.3, H8, H9 par. 9.2.4, 9.2.5, 9.3.1, 9.4

 de verschillende fasen in het strafproces en de betekenis van het vooronderzoek – het
opsporingsonderzoek en het onderzoek door de rechter-commissaris – voor het strafproces als
geheel toelichten;
Verschillende fasen in het strafproces:
1. Voorbereidend onderzoek/vooronderzoek (art. 132 Sv)
Voordat de strafrecht een strafzaak gaat berechten, vindt er eerst een feitenonderzoek
plaats door opsporingsambtenaren (dus ook OvJ) of onderzoekrechters.
o Omvat met name opsporingsonderzoek (art. 132a Sv) o.l.v. OvJ met
toezichthoudende rol voor de rechter-commissaris.

Opsplitsing in:
 Verkennend onderzoek (art. 126gg Sv): heeft als doel te komen tot een beslissing
over het wel of niet starten van opsporing.
 Opsporingsonderzoek (art. 132a Sv): onder leiding van een OvJ start een
opsporingsonderzoek.

> uiteindelijke doel is het nemen van strafvorderlijke beslissingen: de OvJ zal naar
aanleiding van de resultaten van het opsporingsonderzoek kunnen besluiten om een
zaak wel of niet aan de rechter voor te leggen (seponeren? Strafbeschikking? Of
dagvaarden? = vervolgingsbeslissing o.g.v. art. 167 en 242 Sv). Tijdens dit onderzoek
wordt bewijsmateriaal verzameld.
 OvJ kan vorderen dat onderzoekshandelingen wordt verricht door een rechter-
commissaris (RC) (art. 181 Sv). Deze bijzondere rechter bewaakt de voortgang van het
vooronderzoek en houdt in de gaten of het onderzoek volledig en evenwichtig is. De
RC kan zelf of op verzoek van de OvJ of advocaat onderzoek doen. Ook verdachte kan
verzoek indienen (art. 182 Sv).


Taken RC:
> Toezichthoudende taak op opsporingsonderzoek
(170 lid 2 Sv)
> Zelf onderzoekshandelingen verrichten
> Waken over voortgang van onderzoek (180 lid 1 Sv

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessaderechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.89  5x  sold
  • (1)
  Add to cart