100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Introductie in het kweken van dierlijke cellen, ISBN: 9789463794268 Celcultuur En Immunochemie $7.84
Add to cart

Summary

Samenvatting Introductie in het kweken van dierlijke cellen, ISBN: 9789463794268 Celcultuur En Immunochemie

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting gebaseerd op het boek en de lessen van professor Cos.

Preview 3 out of 19  pages

  • Yes
  • November 30, 2021
  • 19
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
H1: Inleiding dierlijke celkweek
1 Geschiedenis
1. Oorsprong 1907
2. Doorbraak 1950
 Antibiotica  steriel werken
 Trypsine  enzym dat cellen losmaakt van elkaar en cultuurflessen
 Chemisch gedefinieerde cultuurmedia  groeimiddelen
3. Exponentiële toename na 1970

1.1 Voorbeelden
 Polio virus (1950)
 Kweek in menselijke embryonale cellen
 Formaline geïnactiveerd polio vaccin  dood + structuur bewaard
 Levend verzwakt polio vaccin
 HELA cells (Henrietta Lacks)
 baarmoederhalskanker
 Hybridoma-technologie
 Productie mab (= monoklonale antibodies)
 Antigen ingespoten in muis  antibodies aangemaakt in milt  fusioneren met continue cel
 hybridoma (fabriekje)
 Cel- en weefseltechnologie
 Implantaten + skingrafting  vb insuline
 Polymeer = draagvlak groeiende cellen

2 Voordelen
1. Controle omgeving
 Fysicochemische parameters: pH, temp, osmotische druk, O2 en CO2
 Fysiologische parameters: voedingsstoffen (+ % serum)
2. Karakterisatie en homogeniteit
 Redelijk homogeen
 ! Passage  aanmaak cryostock
 Cellen kweken  groeien tot monolaag  losmaken  opnieuw kweken
 invriezen liquid N2
3. Goedkoper dan proefdierexperimenten
 Miniaturisatie + afwezig excretiemechanisme  kleine hvlheden monster en reagentia
 Aankoop en onderhoud proefdieren
4. Ethiek proefdieren

3 Beperkingen
1. Expertise
 Aseptisch werken = steriel
 Tragere groei dan meeste bacteriën en schimmels
2. Cultuuromgeving (2D) vs. in vivo (3D)
 Monolaag
 cel-cel en cel-matrix interacties niet aanwezig
 Eén of twee celtypes blijven over
 Cellen beweeglijk + snelle celdeling
 Oversimplificatie medium  Geen zenuwstelsel + endocriene organen
 Cellulair metabolisme is meer constant
 Energiemetabolisme is glycolyse  minder citroenzuurcyclus
3. Hoeveelheid
 Laboschaal: max 109 cellen  # gram cellen



 Industriële schaal vereist opschaling
1

, 4. Instabiliteit
 Senescentie bij normale cellen  beperkt levensduur
 Aneuploide aantal chromosomen bij continue cellijnen


H2: Definities cel- en weefselculturen
1 Cultuurmethodes
1.1 Orgaanculturen
+ - Bron Embryonale organen +
Cellulaire interacties  3D Telkens vers weefsel nodig  adulte weefselfragmenten
Reproduceerbaarheid met behoud van functie
 cellen verschillen per persoon Inspanning Hoogmakkelijk
Rechtstreeks geïsoleerd uit het organisme Karakterisering Histologie
 Aanhouden/ groeien weefselfragmenten + delen Histologie Informatief
organen in vitro Differentiatie Ja
 Differentiatie mogelijk Propagatie = celdeling Neen
 Functie intact Reproduceerbaarheid Veel variatie  -
Kwantificatie Moeilijk
1.2 Explant culturen
+ - Bron weefselfragmenten 
Cellulaire interacties Cellen kunnen de-differentiëren Inspanning Matig
behouden  functie niet kunnen uitoefenen Karakterisering Citologie + merkers
Makkelijk manipuleerbaar Beperkt Histologie Moeilijk
Veel weefsel verkregen Differentiatie Heterogeen
Rechtstreeks geïsoleerd uit het organisme Reproduceerbaarheid Veel variatie  -
 Aanhouden/ groeien weefselfragmenten in vitro Kwantificatie Moeilijk
 In medium gebracht met serum  groeifactoren
 Functie moet niet intact
 Enkel buitenste cellen groeien in cultuurfles
 Chirurgisch uitsnijden of naaldbiopsie nemen
 Naald  minder weefsel + sneller
 Microdissectie met infra/ultraviolet straal  precies stukje van biopt te selecteren
 Vb. huidbiopt, spier, tumor

1.3 Primaire culturen
+ -
Co-cultuur  cel-cel interacties Instabiel  de-differentiatie + senescentie
Groeifactoren ene cel  handig voor ander type Samenstelling verandert in tijd
 meerdere passages cellen groeien niet even snel
 overheersing van bepaalde soort

 Cellen rechtstreeks afkomstig van explant culturen  cellen losgemaakt uit weefselcultuur  individu
 Heterogene mix van verschillende celtypes  originele weefsel bevat meerdere celtypes

1.4 Eindige celculturen
 Primaire celcultuur die gesubcultiveerd wordt
 Cellen ondergaan beperkt aantal delingen na in kweek te brengen  senescentie
 telomeren = organische klok
 Geen verkorting van telomeren bij stamcellen of kankercellen  verhoogd telomerase
 max 60x delen Hayflick limiet

1.5 Geïmmortaliseerde cellijnen
 = continue cellijn
 Cellen die oneindig lijken te delen
 verouderen niet
 onafhankelijk van celadhesie
 Onstaan in eindige cellen
2

,  door kankercellen (in vivo)
 mutaties spontaan
 Geinduceerde transformatie
 Groeien als monolaag op substraat geen celadhesie/aanhechting aan celcultuuroppervlak  zweven 
groeien in suspensie

1.5.1 Monolaag vs. multilaag



Monolaag Multilayer
 Normale cellen  Continue cellen
 Continue cellen  Witte bloedcellen
 Kunnen transformeren tot immortalisatie  suspensie
 Op substraat  In suspensie  zweven
1.6 Organotypische celculturen
 Nabootsen van organen zonder weefsels te creëren  3D  via model
 Filter-well insert model
 medium
 2 monolagen  1 boven + 1 onder poreus membraan  Uitwisseling van stoffen




2 Cel cultuur
 Aanhouden en groeien van cellen in vitro
 Verkrijgen via:
 spontane migratie
 mechanisch
 enzymatisch
 geen weefselstructuur
 mono en multilayers
 op substraat of in suspensie

3 Evolutie cellijn
 Dalen door ongunstig medium
 Medium-specifieke cellen
 Cellijnen (rood)
 Aantal cellen nemen toe met tijd
 Homogene cellen  geen mix
 Zelfde groeisnelheid
 Eindige cellijn
 Senescentie + celdood
 Na 60x delen  Hayflick limiet
 Continue cellijn
 Transformatie


H3: Soorten cellen en culturen




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jennadeneve. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.84
  • (0)
Add to cart
Added