Uitgebreide samenvatting over de verschillen en overeenkomsten tussen diabetes mellitus type 1 & 2, anatomie en fysiologie, symptomen, leefstijladviezen en behandelingen.
Diabetes mellitus
DM is een aandoening waarbij de hoeveelheid glucose in het bloed te groot is door een
afwijking in de stofwisseling. Het overschot aan glucose wordt uitgeplast. De urine bevat dus
glucose: hieraan ontleent de ziekte de naam diabetes mellitus, Grieks voor diabetes =
doorheen gaan, mellitus= honingzoet. Het probleem in de stofwisseling ontstaat als gevolg
van een gebrek aan insuline of een verminderde gevoeligheid van de cellen voor insuline.
Diabetes mellitus is een chronische ziekte.
We onderscheiden twee typen:
- Diabetes type 1: De alvleesklier kan weinig of geen insuline maken. Deze vorm
ontstaat vak al op jongere leegtijd, meestal in korte tijd. Er is een absoluut tekort aan
insuline. De patiënt zal insuline moeten spuiten, omdat er anders een
levensbedreigende ontregeling optreedt. Deze vorm wordt ook wel
insulineafhankelijke DM genoemd.
- Diabetes type 2: de alvleesklier kan wel insuline maken, maar te weinig om in de
behoefte van het lichaam te voorzien. Deze vorm ontstaat vooral bij ouderen en bij
mensen met obesitas. De klachten ontstaan geleidelijker dan bij DM1. Deze vorm
wordt niet altijd meteen herkend. Er is een relatief tekort aan insuline. Om te kunnen
overleven zijn DM2 patiënten niet afhankelijk van insuline. Deze vorm wordt ook wel
insulineonafhankelijke DM genoemd.
Vooral factoren als vergrijzing en de toename van het aantal mensen met overgewicht
spelen een rol bij de toename van het aantal patiënten DM2. Ook gerichte vroege opsporing
draagt hieraan bij. Het aantal mensen DM1 neemt eveneens toe. De oorzaak is niet bekend.
Diabetes mellitus kan ook voor andere klachten en complicaties zorgen zoals:
- Moeheid;
- Duizeligheid;
- Coma.
Behalve acute klachten en ontregeling geeft onbehandelde diabetes een grotere kans op
allerlei complicaties op de langere termijn, bijv. hartinfarct of beroerte.
Dit is echter afhankelijk van hoe lang de diabetes aanwezig is en van een al dan niet juiste
instelling van de bloedglucose door een behandeling.
Anatomie & fysiologie
Een goed begrip van diabetes mellitus vereist inzicht in de normale regulatie van de
bloedglucoseconcentratie (bloedsuikerspiegel). Het gaat hierbij om de volgende punten:
- Glucose is een belangrijkste brandstof voor het lichaam;
- Hersencellen kunnen alleen glucose gebruiken als brandstof;
- Per etmaal heeft het menselijk lichaam minimaal 150gram glucose nodig: de
hersenen gebruiken hiervan ongeveer 120gram;
- De bloedsuikerspiegel moet constant gehouden worden tussen bepaalde grenzen;
, - De bloedsuikerspiegel stijgt na een maaltijd; twee uur na een maaltijd is deze weer
gedaald;
- De normale bloedsuikerspiegel is nuchter niet hoger dan 6mmol/L;
- Bij de spijsvertering wordt de glucose uit het voedsel gehaald en via de dunne darm
aan het bloed afgegeven;
- De lever kan via chemische reacties glucose bijmaken of afbreken, afhankelijk van de
behoefte. De opbouw en afbraak staan onder invloed van hormonen (glucagon en
insuline);
- Bij een te hoge bloedsuikerspiegel kan het overschot aan glucose in de lever en de
spieren worden opgeslagen in de vorm van glycogeen (aaneenschakeling van
glucosemoleculen);
- Als de glucosedepots (glycogeen) vol zijn, wordt overtollige glucose in de lever
omgezet in vet;
- Bij een te alge bloedsuikerspiegel kan glycogeen worden afgebroken tot glucose;
- Als de glucose reserves uitgeput zijn (bijv. door langdurige inspanning), kan er ook
glucose worden gevormd uit aminozuren (bouwstenen van eiwitten), glycerol
(bouwsteen van vetten), en melkzuur (afbraakproduct van de stofwisseling in
skeletspieren);
- Bij gebrek aan glucose (en glycogeen) kunnen vetten als brandstof dienen voor
lichaamscellen. Dit geldt echter niet voor hersencellen;
- Vetten zijn opgebouwd uit vetzuren en glycerol;
- De cellen gebruiken voor de verbranding indien mogelijk eerder glucose dan vetten,
omdat dit efficiënter is en minder schadelijke afbraakproducten oplevert;
- De bloedsuikerspiegel wordt gemeten door bepaalde cel groepen (a-cellen en B-
cellen) van de alvleesklier;
- De alvleesklier is een orgaan dat achter de maag in de buik ligt. De kop van
alvleesklier ligt in de bocht van de twaalfvingerige darm. De alvleesklier is een
trosvormige klier van vijftien a twintig centimeter in lengte;
- De alvleesklier produceert spijsverteringssappen (exocriene functie), maar ook
hormonen (endocriene functie): glucagon en insuline;
- Deze hormonen zijn belangrijk voor de handhaving van een constante
bloedsuikerspiegel.
De alvleesklier produceert spijsverteringssappen (NaHCO3 en enzymen), maar ook
hormonen die belangrijk zijn voor de regeling van de bloedsuikerspiegel: insuline wordt
rechtstreeks aan het bloed afgegeven als de bloedsuikerspiegel stijgt, glucagon als de
bloedsuikerspiegel daalt.
De alvleesklier produceert zoals gezegd twee hormonen:
1. De B-cellen van de eilandjes van Langerhans produceren insuline als de
bloedsuikerspiegel stijgt, bijvoorbeeld na een maaltijd. Insuline zorgt ervoor dat:
- Glucose wordt omgezet in glycogeen (in de lever en spieren);
- Glucose vanuit het bloed in de lichaamscellen kan worden opgenomen. Dit is van
belang omdat glucose dan pas als brandstof kan worden gebruikt bij de
celstofwisseling.
Insuline veroorzaakt dus een daling van de bloedsuikerspiegel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller donnavanderwal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.