Uitgebreide samenvatting van het vak Ethiek, periode 4, leerjaar 1.
De hoofdstukken 1,2,3,5,6,8. De belangrijkste delen uit het boek zijn overgenomen en samengevat.
Met deze samenvatting heb ik een 8,8 behaald.
Inhoud
HOOFDSTUK 1. WAT IS DE JUISTE HANDELSWIJZE?...............................................................................1
HOOFDSTUK 3. KUNNEN WE OVER ONSZELF BESCHIKKEN? HET NEOLIBERALISME...............................4
HOOFDSTUK 2. HET PRINCIPE VAN HET GROOTSTE GELUK / HET UTILITARISME...................................7
HOOFDSTUK 5. HET GAAT OM DE BEWEEGREDEN / IMMANUEL KANT.................................................9
HOOFDSTUK 6. HET PLEIDOOI VOOR GELIJKHEID / JOHN RAWLS........................................................13
HOOFDSTUK 8. WIE VERDIENT WAT / ARISTOTELES............................................................................17
HOOFDSTUK 1. WAT IS DE JUISTE HANDELSWIJZE?
Als je het debat over prijsopdrijving nader bekijkt merk je dat de argumentatie voor en tegen
prijsopdrijvingswetten om drie gedachten draait: maximaliseren van welzijn, respecteren van
vrijheid en bevorderen van deugdzaamheid. Elke gedachte verwijst naar een andere manier van
denken over rechtvaardigheid.
De verdediging van de vrije markt berust gewoonlijk op twee aanspraken: een aanspraak op
welzijn en een aanspraak op vrijheid. In de eerste plaatst stelt men dat markten het welzijn van de
samenleving als geheel bevorderen. Ze sporen mensen namelijk aan hun best te doen om te voorzien
in de goederen die andere mensen willen hebben. (In het dagelijks taalgebruik stellen we welzijn
vaak gelijk aan welvaart, maar welzijn heeft een ruimere betekenis die ook niet-economische
aspecten als sociaal welbevinden omvat). Ten tweede respecteren markten de vrijheid van het
individu. Ze laten mensen zelf kiezen welke waarde ze willen toekennen aan de goederen en
diensten die ze uitwisselen in plaats van die waarde voor te schrijven.
Verontwaardiging is de specifieke vorm van woede die je voelt wanneer je denkt dat mensen iets
krijgen waar ze geen recht op hebben. Verontwaardiging is woede over onrechtvaardigheid.
Het argument van de deugdzaamheid.
Hebzucht is een ondeugd, een slechte staat van zijn, helemaal als we daardoor het lijden van
anderen uit het oog verliezen. Het is een individuele ondeugd, maar staat ook nog eens haaks op de
deugd van het burgerschap. Daarom is buitensporige hebzucht een ondeugd die binnen een goede
samenleving zo veel mogelijk dient te worden ontmoedigd.
Erkennen dat het argument van de deugdzaamheid grote morele kracht bezit, betekent niet dat het
altijd zwaarder moet wegen dan andere argumenten.
Daarentegen berust het argument van de deugdzaamheid op het oordeel dat hebzucht een ondeugd
is die de staat behoort te ontmoedigen. Maar wie moet beoordelen wat deugd en wat ondeugd is?
Daarover verschillen burgers in een pluralistische samenleving toch met elkaar van mening? En is het
niet gevaarlijk om opvattingen over deugdzaamheid door middel van wetten op te leggen? op grond
van deze bezwaren zijn vele van mening dat de overheid in kwesties van deugd en ondeugd
neutraal hoort te zijn. De staat moet niet proberen een goede levensinstelling te bevorderen en een
slechte te ontmoedigen.
1
,Moet een rechtvaardige samenleving ernaar streven de deugdzaamheid van haar burgers te
bevorderen? Of moet de wet neutraal zijn tegenover verschillende opvattingen van deugdzaamheid,
zodat burgers vrij zijn om zelf te kiezen wat voor hen de juiste levenswijze is? Hierin ligt het verschil
tussen het politiek denken van de oudheid en dat van de moderne tijd.
Volgens Aristoteles houdt rechtvaardigheid in dat aan mensen gegeven wordt wat hun toekomt.
En om te bepalen wie wat toekomt, moeten we vaststellen welke deugden achting en beloning
waard zijn. Aristoteles stelt dat we niet kunnen uitmaken wat een rechtvaardige staatsinrichting
inhoudt zonder eerst na te denken over wat de meest wenselijke manier van leven is. Voor hem kan
de wet niet neutraal zijn ten aanzien van de vraag naar de juiste wijze van leven.
Daarentegen zien we dat moderne politieke filosofen – van Immanuel Kant in de achttiende eeuw tot
John Rawls in de twintigste eeuw – bepleiten dat de principes van rechtvaardigheid waaruit onze
rechten voortvloeien niet gebaseerd mogen zijn op een specifieke opvatting van deugdzaamheid, of
over de beste manier van leven. In plaats daarvan respecteert een rechtvaardige samenleving de
vrijheid van ieder individu om zijn of haar eigen opvatting van het juiste leven te kiezen.
Theorieën over rechtvaardigheid uit de oudheid beginnen bij deugdzaamheid, en moderne
theorieën beginnen bij vrijheid.
Het geschil over het Purple Heart illustreert de morele logica achter de theorie over rechtvaardigheid
van Aristoteles. We kunnen niet bepalen wie een militaire medaille verdient zonder ons eerst af te
vragen voor welke deugden die medaille het gepaste eerbetoon is. En om die vraag te beantwoorden
moeten we een afweging maken van tegengestelde opvattingen over karakter en opoffering.
Drie benaderingen van rechtvaardigheid.
Vragen wat een samenleving rechtvaardig maakt, is vragen hoe ze de dingen verdeelt die we
belangrijk vinden: inkomen en rijkdom, rechten en plichten, macht en mogelijkheden, ambten en
eerbetoon. Een rechtvaardige samenleving verdeelt deze zaken op de juist manier. Ze geeft elk
individu wat haar of hem toekomt. Het wordt pas lastig wanneer we ons afvragen wat ieder mens
toekomt en waarom.
Drie uitgangspunten van waaruit we een verdeling van wat we belangrijk vinden kunnen benaderen:
welzijn, vrijheid en deugdzaamheid.
(welzijn) Het utilitarisme, hoe we het welzijn moeten maximaliseren, het grootste geluk voor het
grootste aantal mensen nastreven.
- Jeremy Bentham (1749-1831)
- John Stuart Mill (1806-1873)
(vrijheid) Neoliberalisme, de benadering van rechtvaardigheid die vrijheid als uitganspunt
neemt.
Kamp laisser-faire: wordt tegenwoordig geleid door neoliberalen die menen dat rechtvaardigheid
bestaat uit het respecteren en bevestigen van de vrijwillige keuzes van volwassenen die weten waar
ze voor kiezen.
- Robert Nozick (1938-2002)
Kamp eerlijkheid: in het kamp van de eerlijkheid bevinden zich de denkers die meer tot egalitarisme
geneigd zijn. Ze stellen dat onbeperkte markten niet rechtvaardig en ook niet vrij zijn. In hun
opvatting vereist rechtvaardigheid een beleid dat sociale en economische achterstelling opheft en
dat aan ieder mens een eerlijke kans op succes geeft.
2
, - John Rawls (1921-2002)
(deugdzaamheid) ten slotte richten we ons op theorieën die rechtvaardigheid verbinden aan
deugdzaamheid en aan de goede manier van leven.
- Aristoteles (384-322 v. Chr.)
- Immanuel Kant (1724-1804) (wijst beide theorie van de hand)
(beginselethiek (Kant-Plicht en Rawls-contractualisme) & gevolgenethiek (Aristoteles- deugd en
Bentham- /Mill-utilitarisme)
Een aantal morele dilemma’s ontstaat wanneer onze morele principes onderling tegenstrijdig zijn.
Andere morele dilemma’s doen zich voor wanneer we niet kunnen voorspellen hoe de
omstandigheden waarin we ons bevinden zich zullen ontwikkelen. Daarom voldoen hypothetische
verhalen niet als richtsnoer voor ons handelen. Maar het zijn wel nuttige hulpmiddelen bij morele
analyse.
In democratische samenlevingen wemelt het van de meningsverschillen over goed en kwaad, en over
rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid. Door de hartstocht en de intensiteit waarmee we morele
kwesties in het publieke domein bediscussiëren, zouden we kunnen denken dat onze morele
overtuigingen voor eens en voor altijd vastgelegd zijn tijdens onze opvoeding en door onze
levensbeschouwing, en dat ze daarmee buiten het bereik van de rede zijn komen te liggen. Maar dat
hoeft niet zo te zijn. Soms kan een argument ons inderdaad van mening doen veranderen.
Hoe kunnen we ons een weg redeneren door het omstreden terrein van rechtvaardigheid en
onrechtvaardigheid? Een manier om daaraan te beginnen is merken hoe morele reflectie als vanzelf
ontstaat uit onze confrontatie met een lastige morele kwestie. De kracht van die verwarring voelen
en de druk om haar te verhelderen, is de aanzet tot filosofie. Wanneer we met de spanning tussen
oordeel en principe worden geconfronteerd, is het mogelijk dat we ons oordeel over wat de juiste
handelwijze is herzien, of dat we nog eens goed nadenken over het principe dat we in eerste
instantie hebben onderschreven. Dit heen en weer gaan van de geest, van de wereld van het
handelen naar het domein van de redenen en weer terug, is waar morele reflectie uit bestaat.
Morele reflectie is geen streven van enkelingen, maar een sociale onderneming. Er is een
gesprekspartner voor nodig.
Het punt van Plato is dat we boven de vooroordelen en gewoonten van het dagelijks leven moeten
uitstijgen als we de betekenis van rechtvaardigheid en de aard van de beste manier van leven willen
begrijpen.
Wanneer morele reflectie zich op de politiek richt, wanneer we ons afvragen welke wetten ons
gemeenschappelijke leven behoren te reguleren, moeten we in die reflectie betrokkenheid tonen bij
het tumult van de stad, bij de discussies en de gebeurtenissen die de publieke opinie in beroering
brengen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EBekend. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.