100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting alle doelen van anatomie en fysiologie uitgewerkt met extra aantekeningen vanuit de lessen $16.29   Add to cart

Summary

Samenvatting alle doelen van anatomie en fysiologie uitgewerkt met extra aantekeningen vanuit de lessen

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

in deze samenvatting vind je alle doelen uitgewerkt van week 1 tot en met 8 en daarnaast heb ik ook veel aantekeningen in de lessen gemaakt. dit is de moeilijkste periode van het jaar maar door middel van deze samenvatting heb ik de toets met een ruime voldoende gehaald.

Preview 4 out of 39  pages

  • December 1, 2021
  • 39
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Doelen anatomie en fysiologie OWE 3

Lesweek 1 spijsvertering
Doelen:

De student:
Kan vertellen wat de route is waarlangs voeding passeert en verteerd wordt,
van mond tot anus;
10 meter lang

 Mondholte -> kauwen tot kleine stukjes, speeksel geeft hete enzym amylase
af. Deze stof zorgt voor de eerste vertering van zetmeel. Speeksel zorgt ook
voor de smeuïg.
 Door het doorslikken gaat het via de slokdarm naar de maag.
 Maag-> hier wordt het voedsel gekneed en vermengd met maagsap. Het
maagzuur zorgt vooral voor de vertering van eiwitten.
 In kleine porties gaat het voedsel naar de 12-vingerige darm. Dit is het
bovenste deel van de dunne darm. Hier komen via 2 wegen verteringssappen
bij de voedselbrij. 1- De lever produceert gal, dit wordt opgeslagen in de
galblaas. En vanuit de galblaas in de 12-vingerige darm vrijgegeven voor de
vertering van vetten. 2- De alvleesklier scheidt stoffen af die in de 12-vingerige
darm helpen bij de vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten.
 De vloeibare voedselbrij daalt vervolgens verder af in de dunne darm, dit is
het langste deel, zon 5 meter dunne darm.
 De verteerde voedingsstoffen worden door de darmwand opgenomen in het
bloed.
 De overgebleven voedingsresten verplaatsen zich vervolgens naar de dikke
darm. De voedselbrij is nog heel erg dun.
 het overtollige water gaat door de darmwand heen het bloed in, zodat de brij
indikt. Wat er over blijft is afval en kan worden afgevoerd.
 De dikke darm stuwt het voort richting het laatste deel: de endeldarm. De
endeldarm wordt afgesloten met een kringspier: de anus. Via de anus verlaat
de ontlasting het lichaam.


Kan de algemene bouw van het maagdarmkanaal benoemen;

1- Mondholte
2- Pharynx (keelholte)
3- Oesophagus (slokdarm)
4- Maag
5- Duodenum (twaalfvingerige darm)
6- Jejunum (nuchtere darm)
7- Ileum (kronkeldarm)
8- Caecum (blinde darm)
9- Hieraan hangt de appendix vermiformis (wormvormig aanhangsel)
10- Colon ascendens (opstijgend deel)
11- Colon transversum (dwarse deel)
12- Colon descendens (afdalend deel)
13- Colon sigmoïdeum (s-vormig deel)

, 14- Rectum (endeldarm)
15- Anus

Kan de functie van de mondholte en oesophagus uitleggen;

De mondholte (cavum oris): bij het spreken is de mondholte van grote betekenis, en
ook voor de smaakzin heeft ze een belangrijke functie. Keuren van voedsel door
smaak, tast en temperatuur sensoren. De mondholte is echt een multifunctioneel
orgaan. Inde mondholte start de voedselvertering. Het voedsel wordt betast,
verscheurd en verkleind, vermengd met speeksel en slijm (enzymatische afbraak),
gedeeltelijk verteerd en ten slotte ingeslikt. Afweer door antibacteriële stoffen in het
speeksel.

Oesophagus (slokdarm): de enige functie is het vervoeren van voedsel van de
keelholte naar de maag. Door middel van peristaltiek.

Kan de functie en anatomie van de maag uitleggen;

De maagwand heeft 3 (spier)lagen. Door het kneden heeft hij een extra spierlaag
nodig.

Functies van de maag zijn:
1- Een tijdelijke opslag van voedsel
2- Kneden en vermengen van het voedsel met maagsap,
3- Vertering van eiwitten door het enzym pepsine, dat optimaal werkt in een zure
omgeving (ph:1,5)
4- Afweer van het lichaam doordat veel ziekteverwekkers door het zure maagsap
wordt gedood

Anatomie in 5 delen te onderscheiden in de maag:
1- Cardia: maagingang, het deel waar de slokdarm in uitmondt, vlak onder de
gastro-oesofageale sfincter (sluitspier).
2- Fundus: maagkoepel, heel deel dat links boven de cardia uitbolt en tegen het
diafragma aan ligt. Hierin kan zich gas bevinden. Dit gas bestaat vooral uit
ingeslikte lucht. Wanneer de gasbel zo groot wordt dat hij onder het niveau
van de cardia zit, kan de gastro-oesofageale sfinter openen, waardoor gas
ontsnapt: boeren.
3- Corpus: maaglichaam, het grote min of meer verticale deel van de maag.
4- Pars plyorica of antrum: maaguitgang, het laatste deel van de maag,
aansluitend op het duodenum (12-vingerige darm).
5- Pylorusreflex: maagportier, het vernauwde uiteinde van de maaguitgang. In de
wand hiervan bevindt zich de m. sphincter pylori, een kringspier die de maag
afslsuit van het duodenum.

Door de ‘uitbolling’ van de maag naar lateraal ontstaat een ‘binnenbocht’,
de curvatura minor en een ‘buitenbocht’, de curvatura major. De maagwand is in
de curvatura minor minder geplooid dan in de rest van de maag. Dit deel wordt ook
wel de maagstraat genoemd.
Het epitheel van de maagwand van me name de fundus heeft talrijke uitstulpingen.
De ruimten tussen de uitstulpingen worden crypten genoemd en ze hebben de

,functie van klieren die maagsap produceren. Het epitheel in de crypten heeft drie
typen kliercellen. In de ‘hals’ van de klierbuizen, het dichtst bij het maaglumen, liggen
slijm producerende halscellen. Dieper in de crypten liggen cellen die zoutzuur en
intrinsieke factor produceren. Deze cellen worden maagwandcellen genoemd. Nog
dieper liggen de hoofdcellen die pepsinogeen afscheiden.

Per dag produceren de maagsapklieren gezamenlijk een tot drie liter maagsap.
Maagsap bestaat uit pepsinogeen, zoutzuur, intrinsieke factor en slijm. De
hoofdcellen produceren pepsinogeen, het niet-actieve voorstadium van pepsine. Als
de kliercellen pepsine zouden uitscheiden, dan zouden de epitheelcellen afgebroken
worden. Cellen bestaan zelf immers ook voornamelijk uit eiwitten. Pas in het
maaglumen wordt pepsinogeen omgezet in pepsine. Pepsine is een protease en het
splitst eiwitten in kleinere polypeptidenketens, als er eenmaal een beetje pepsine in
de maag aanwezig is, komt er een kettingreactie op gang, doordat pepsine zelf ook
pepsinogeen kan omzetten. Dit is een vorm van positieve terugkoppeling. Hierdoor
wordt in korte tijd veel pepsine gevormd.
Zoutzuur (HCL) is een zeer ster zuur, dat meerdere functies heeft. Allereerst zet
HCL het inactieve pepsinogeen om in het actieve enzym pepsine. HCL verlaagt
bovendien de zuurgraad van de voedselbrij, waardoor de pepsine optimaal werkt.
Zoutzuur lost kalk- en collageenhoudende voedseldeeltjes gedeeltelijk op. Tot slot
heeft zoutzuur een ontsmettende werking, doordat het veel micro-organismen in het
voedsel vernietigt.
De intrinsieke factor, zo genoemd omdat de stof door het lichaam zelf gemaakt
wordt, is noodzakelijk om vitamine B12 in het bloed op te nemen. Zonder de
intrinsieke factor zou deze vitamine ongebruikt het lichaam via de ontlasting
verlaten.
Maagsap bestaat voor het grootste deel uit slijm. Het vormt een beschermende laag
van een tot twee millimeter dik, die ondoordringbaar is voor pepsine en zoutzuur,
zodat deze stoffen de maagwand niet kunnen aantasten. De slijmlaag voorkomt
tegelijkertijd dat voedsel rechtstreeks langs de wand schuurt en daardoor
beschadiging zou kunnen opleveren.



Kan de functie en anatomie van het duodenum en de pancreas uitleggen;

 Duodenum: de 12-vingerige darm. Dit is het bovenste deel van de dunne
darm. Hier komen via 2 wegen verteringssappen bij de voedselbrij. 1- De lever
produceert gal, dit wordt opgeslagen in de galblaas. En vanuit de galblaas in
de 12-vingerige darm vrijgegeven voor de vertering van vetten. 2- De
alvleesklier scheidt stoffen af die in de 12-vingerige darm helpen bij de
vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten.
 De pancreas: zie aantekening. (alvleesklier)

Twee functies van de pancreas
1- exocriene klier : pancreas sap voor verteren, acine dit zijn de klierblaasjes.
Exocriene functie: Pancreassap wordt gemaakt (vertering)
In de klierblaasjes (acini) wordt 1 liter vertering sap gemaakt per dag.
Het pancreassap = basisch (helpt tegen het neutraliseren van het maagsap) en
bevat:

, -slijm
-bufferende stoffen
-amylase (koolhydraatafbraak)
-lipase (vetafbraak)
-trypsine en proteasen (beide eiwitafbraak)
De pancreas maakt al deze enzymen in hun inactieve vorm (pro enzymen). Ze
worden namelijk pas geactiveerd wanneer ze in de darm terecht komen, dit omdat:
ze eten moeten verteren en niet de alvleesklier zelf.

2- endocriene klier: hormoon voor de bloedsuikerspiegel, eilandjes van
langerhans.

Endocriene functie: hormonen (bloedsuikerspiegel)
In de eilandjes van Langerhans worden drie belangrijke hormonen gemaakt:
1) Insuline
2) Glucagon
3) Somatostatine
Deze hormonen zijn belangrijk voor de regulatie van de bloedsuikerspiegel


Kan de functie en anatomie van de lever en gal, galwegen en -blaas uitleggen;

+ aantekening lever en gal, galwegen

Bouw van de lever:
-Groot orgaan rechtsboven in de buikholte

Direct zichtbaar zijn de 2 kwabben: rechter en linker kwab. Daartussen zit het
ligamentum falciforme hepatis, met aan de onderkant: ligamentum teres hepatis.
Aan de achterkant zie je nog de derde en de vierde lob:
Lobus caudatus en de lobus quadratus. Nauw gerelateerd aan de lever = de
galblaas. De lever maakt namelijk onder andere gal aan en die gaat via de galwegen
naar de galblaas.

In de lever hilus komen alle bloedvaten binnen.
De bloedvaten zijn:
-poortader (vena porta, zit het bloed in wat vanaf onze darmen komt)
-a. hepatica (leverslagader, zit het zuurstofrijke bloed in)
-vena cava (zit aan de bovenkant) komt het bloed via de vena hepaticae waarbij het
bloed de lever weer verlaat.

Als we inzoomen op de lever zien we allemaal kleine lobuli (leverlobjes).
Het zijn zeshoekige kamertjes.
Elk leverlobje is omgeven door een dun bindweefselkapsel. Tussen de leverlobjes in
bevindt zich op drie van de zes hoekpunten een bindweefselruimte. Deze ruimte
worden driehoekjes van Kiernan genoemd. Ze bevatten telkens een takje van de
poortader,leverslagader en een galbuisje. De arteriën en venen vertakken zich in
arteriolen, respectievelijke venulen die de drie aangrenzende leverlobjes
binnengaan. Daar vormen beide vaatjes telkens een gemeenschappelijk
vatennetwerk waarin zuurstofrijkbloed en bloed uit de poortader vermengd wordt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmagiesen03. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.29
  • (0)
  Add to cart