Uitgebreide samenvatting van de literatuur van week 1: Handboek Forensische Orthopedagogiek (H1 t/m 7 en 9 t/m 12), Uithuisgeplaatste Jeugdigen (H1), en Gevoel is explosief materiaal (H2).
Handboek Forensische Orthopedagogiek (Hendriks et al., 2021).
Hoofdstuk 1 - Forensische orthopedagogiek
Forensische orthopedagogiek = bestudeert de ontwikkeling en het in stand
blijven van complexe problematiek van kinderen, jongeren en jongvolwassenen –
waaronder delinquentie, ernstige internaliserende, externaliserende en sociale
problematiek, en trauma’s – en de daarmee samenhangende opvoedings- en
gezinsproblemen, waaronder kindermishandeling en -verwaarlozing.
Problemen zijn zodanig ernstig dat justitieel ingrijpen dreigt of al is
ingezet.
- Strafrechtelijke justitie = een jeugdige is in aanraking gekomen met
de politie vanwege een strafbaar feit, en er wordt binnen de
jeugdstrafketen bepaald welke strafrechtelijke interventie nodig is om
herhaling van delinquentie te voorkomen.
- Civielrechtelijke justitie = zorgen over de ontwikkelingskansen of
veiligheid van een jeugdige, en is m.b.t. maatregelen en interventies
ter bescherming van het kind.
Effectiviteit van (justitiële) preventieve en curatieve interventies
worden onder praktijk- representatieve condities onderzocht.
- O.b.v. kennis over (on)veranderbare factoren die het
ontstaan/voortbestaan van ernstige gedrags- en opvoedingsproblemen
verklaren, en over de wijze waarop deze factoren gediagnosticeerd en
beïnvloed kunnen worden m.b.t. de jeugdige, gezin of systeem.
o Forensische orthopedagogiek = multidisciplinaire
interventiewetenschap – er wordt gebruik gemaakt van kennis
van verschillende disciplines (bv. psychologie, criminologie).
Opvoeding is erg belangrijk in de forensische orthopedagogiek.
- 4 opvoedingsmilieus = gezin/thuisomgeving (1), school (2),
leeftijdsgenoten/vrije tijd (3), en (semi-)residentiële zorg voor jeugdigen
(4).
o Inadequate opvoeding draagt bij aan ontstaan/in stand houden
van complexe problemen, maar een opvoeding die de behoeften
en belangen van de jeugdige centraal stelt kan een
beschermende factor zijn.
Bio-ecologisch ontwikkelingsmodel = ontwikkeling van het kind is een
samenspel van aanleg (biologische factoren) en ontwikkeling.
Invloed van meerdere factoren = individuele kenmerken van kind (bv.
temperament), individuele kenmerken van de opvoeder (bv.
persoonlijkheid) en de interactie hiertussen, de directe sociale
omgeving (bv. gezin, school), en de sociaal-culturele context.
- Zowel het kind(gedrag) als de sociale context en belang van risico- en
beschermende factoren veranderen met de tijd.
1
,Literatuur Forensische Orthopedagogiek
Ontwikkelingsverschillen in de manifestatie van ernstige gedrags- en
opvoedingsproblemen, en opeenstapeling van risico’s gedurende de
levensloop.
- Specifieke levensgebeurtenissen (bv. ervaringen op school) kunnen een
belangrijke invloed hebben op kind en gezin.
Gedrag en ontwikkeling van jeugdigen zijn multicausaal = niet alleen richten op
aanpak van problematisch functioneren van individuele kind zelf, maar met name
ook op de sociale omgeving van het kind – met speciale focus op
ontwikkelingsmogelijkheden van kind in opvoedingscontext.
Manier waarop ernstige ontwikkelingsrisico’s en complexe
gedragsproblemen bij kinderen voorkomen, beperkt of weggenomen
kunnen worden.
Ook belangrijk om te kijken naar de manier waarop beschermende
factoren (bv. competenties, veerkracht) aangesproken of ontwikkeld
kunnen worden.
- Leidraad hierbij is het Internationaal Verdrag inzake de Rechten
van het Kind (IVRK), waarbij 4 artikelen belangrijk zijn:
o Artikel 3 (belang van het kind) = belangen van het kind vormen
een 1e overweging.
o Artikel 9 (gezinsleven) = kind wordt niet gescheiden van ouders,
tenzij dat bevoegde autoriteiten beslissen dat deze scheiding
noodzakelijk is in het belang van het kind.
o Artikel 12 (participatie) = kind dient gehoord te worden, wat
consequenties heeft voor alle beslissingen die over het kind
worden genomen, en de interventies voor het kind.
Kind moet eigen mening kunnen vormen en vrij kunnen uiten,
en hierbij moet passend belang aan worden gehecht i.o.m. de
leeftijd.
o Artikel 16 (geen ongeoorloofde interventie) = geen enkel kind
mag onderworpen worden aan willekeurige of onrechtmatige
inmenging in zijn/haar privéleven, gezinsleven, woning of
correspondentie, of onrechtmatige aantasting van eer en goede
naam.
Forensische orthopedagogiek is evidence-based en georiënteerd op
(verheldering van) waarden. Streven naar kennis om beter te kunnen
handelen – kritisch t.a.v. vormen van (justitieel) ingrijpen die een inbreuk
maken op de autonomie van kind en gezin.
Uitgangspunt van forensische orthopedagogiek = het kind wil zelf iemand zijn.
Oordeel van het kind is belangrijk bij de beslissing over en toepassing
van welke (justitiële) interventie, en interventies moeten het kind
betrekken in een positief proces van verandering, waarbij aan de
basale behoeften van zelfdeterminatie worden voldaan.
- Basale behoeften = contact (sociale verbondenheid), competentie
(vertrouwen in eigen kunnen), en autonomie (vrijheid).
o Therapeutisch handelen cruciaal bij (justitiële) interventies,
zodat kinderen zich volledig kunnen ontwikkelen.
2
,Literatuur Forensische Orthopedagogiek
Ook belangrijk te realiseren dat elke vorm van (justitieel ingrijpen) risico’s kan
hebben, met als gevolg negatieve effecten – alle interventies moeten op hun
effectiviteit worden getoetst volgens de meest strenge criteria van
wetenschappelijk onderzoek, waarbij het primum non nocere-principe (i.e.,
breng in de 1e plaats geen schade toe) geldt.
Kinderen en gezinnen krijgen interventies (o.a., psychiatrische,
psychotherapeutische en psychologische behandeling) opgelegd = hierbij
is sprake van dwang en soms ook drang.
- Rechtvaardiging van interventies in de mate van aangetoonde
effectiviteit en negatieve effecten uitgesloten kunnen worden.
o Evidence-based forensische jeugdhulp en -zorg =
kernwaarde.
Onderzoeksdoeleinden van forensische orthopedagogiek:
1) Bestuderen van verschillende manifestaties van problemen waar
justitieel ingrijpen nodig is of dreigt.
- Zowel onderzoeken van oorzaken en gevolgen van kindermishandeling
en -verwaarlozing, als van ernstige gedragsproblemen.
- Ook onderzoeken van opvoedingsbelasting en eisen het met zich
meebrengt voor de omgeving waarin kind opgroeit.
o Factoren die de kans verhogen of verlagen op een ongunstige
uitkomst.
2) Ontwikkelen en evalueren van preventieve en curatieve (justitiële)
interventies die zich richten op de oorzaken en gevolgen van
kindermishandeling en -verwaarlozing, en jeugddelinquentie.
- Kennis verkrijgen waarmee interventies m.b.t. forensische jeugdzorg
kunnen worden verbeterd.
3) Ontwikkelen en verbeteren van methoden om gegevens te verwerven,
risico’s in te schatten en de juiste interventies te kunnen
indiceren (bv. instrumentontwikkeling), en (statistisch) analyseren
m.b.t. forensische jeugdzorg.
4) Zorgen voor theoretische integratie in onderzoek naar
kindermishandeling en -verwaarlozing, en jeugddelinquentie d.m.v.
(kwantitatieve en kwalitatieve) overzichtsstudies.
Hoofdstuk 2 - Forensische orthopedagogiek: een juridisch kader
EVRM en IVRK = rechten van het kind waarborgen en eerbiedigen – kinderen
hebben recht op bijzondere zorg en bijstand.
Kinderen hebben het recht om hun mening te geven, zeker wanneer
ingrijpende beslissingen worden genomen (IVRK, artikel 12).
- Participatie van kinderen in het jeugdhulptraject is essentieel, omdat dit
een positieve invloed heeft op het ontwikkelen van zelfvertrouwen en
autonomie.
o Vaak lastig om dit te realiseren in de praktijk.
Geen consensus over wat vrijheidsbeperkende maatregelen zijn =
belangrijk om deze maatregelen beter te omschrijven, en extra training in
verheldering hiervan.
3
, Literatuur Forensische Orthopedagogiek
- Ook pas residentiële hulp inzetten wanneer lichtere vormen van hulp
geen effect meer hebben.
IVRK = verplicht ouders te ondersteunen in de verzorging en opvoeding van
hun kind.
Pas in extreme gevallen, wanneer hiertoe noodzaak bestaat in belang van
kind = mogelijkheid voor uithuisplaatsing.
- Strenge rechterlijke toets aan vooraf = vrijheid van kinderen mag
alleen worden ontnomen wanneer de plaatsing in een residentiële
instelling noodzakelijk is om de opvoeding in de gaten te houden, als
uiterste maatregel en voor de kortst mogelijk passende duur.
Wanneer ouders en kind niet instemmen met opname in residentiële
instelling = bevoegde autoriteiten kunnen alsnog beslissen dat dit
noodzakelijk is in belang van jeugdigen – ultimum remedium.
- Eerst kijken of jeugdige terecht kan bij andere leden van familie, daarna
of een vervangend gezin een mogelijkheid is, en pas in laatste instantie
een passende residentiële instelling.
o Een jeugdige kan ook met zijn/haar toestemming en/of van ouders
vrijwillig worden opgenomen in residentiële instelling.
Internationale richtlijnen voor alternatieve hulp voor jeugdigen in relatie tot
recht om gehoord te worden = vooraf aan besluit van uithuisplaatsing moet
een participatief proces plaatsvinden – kind en ouders worden zorgvuldig
betrokken en aan hun mening wordt een passend gewicht gehecht.
Jeugdwet (2015) = jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering –
gemeente moet beleid voeren over o.a. versterken van probleemoplossend
vermogen van kind en netwerk, preventie en signalering van problematiek en
bieden van hulp op maat. Ook verantwoordelijkheden t.a.v. gesloten jeugdhulp,
zorg voor LVB jeugd en forensische zorg.
Gemeenten moeten ervoor zorgen dat er een toereikend aanbod is van
jeugdhulp, en hebben een adviserende rol t.a.v. vragen vanuit
jeugdigen, netwerk of professionals.
- Bepalen ook welke vorm van jeugdhulp moet worden ingezet.
Forensische zorg = jeugdbescherming en jeugdreclassering –
gecertificeerde instellingen zijn hier verantwoordelijk voor.
- Raad voor de Kinderbescherming = inschakelen wanneer een
kinderbeschermingsmaatregel nodig is.
Overgang naar een effectiever jeugdstelsel is nog NIET gerealiseerd, en
er is meer tijd nodig om de doelen van de Jeugdwet te bereiken.
- De jeugdhulp is nog lang niet eenvoudig toegankelijk voor alle
kinderen/ouders.
o Betere informatievoorziening nodig om de weg naar juiste hulp
toegankelijker te maken.
- Onvoldoende verbindingen tussen jeugdhulp en andere domeinen (bv.
onderwijs).
- Veel verschillen tussen gemeentes m.b.t. werkwijze en samenstelling
van lokale teams = toegankelijkheid van jeugdhulp verschilt per
gemeente.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selinebest. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.