1.1 Inleiding
Uitgangspunt voor sociale zekerheid collectiviteit en solidariteit: het d.m.v. wetgeving
gezamenlijk dragen van de individuele risico’s.
Verzorgingsstaat
- In 1929 trad de ziektewet in werking, gedurende de ziekte een uitkering van 80% van
het loon.
- Tot en met de WO II gebeurde er niet veel op het gebied van sociale zekerheid.
- Na de WO II werd steeds meer erkend dat de overheid een taak had in de verzorging
van de burger, en dat de overheid zelfs de plicht had om haar burgers te verzekeren
van bestaanszekerheid.
Inkomenszekerheid
- Valt het inkomen weg vanwege werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of ouderdom
dan zijn er de WW, Wet WIA en de AOW.
- Soms gaat het om vervanging van eerde inkomen, maar soms om een
tegemoetkoming/bijdrage zoals bij de kinderbijslag.
- De sociale zekerheid garandeert een minimum inkomen sociale minimum.
(alleenstaande ouder met parttime job, minder dan sociale minimum aanvulling in
de vorm van bijstand).
- Wettelijke minimum €1551 bruto (2017) voor werknemer van 23 jaar en ouder. Voor
een gezin 100% WML, alleenstaande ouder 90% WML en alleenstaande 70% WML.
Collectiviteit
- Het socialezekerheidsstelsel geeft mensen de zekerheid van een inkomen, mocht
men bijvoorbeeld onverhoopt werkloos worden of arbeidsongeschikt raken.
- Belastingen en premies zijn hoog; ongeveer een derde wordt ingehouden van je
brutosalaris.
- De mensen in Nederland willen we meebetalen aan heet socialezekerheidsstelsel
maar dan wel alleen voor de mensen die het nodig hebben.
- Het financieren van werknemersverzekeringen en volksverzekeringen gebeurt door
middel van premies. De sociale voorzieningen wordt gefinancierd door de
belastingopbrengst.
Re-integratie
- Ten aanzien van de werkloze werknemers lag de focus bijna volledig op de
rechtmatigheid – het beoordelen van het recht op de uitkering en het tijdig
verstrekken daarvan – en veel minder op de doelmatigheid, dat wil zeggen op het
bevorderen van de uitstroom.
- Voor iedere WW-gerechtigde van 57,5 jaar en ouder bestond een ontheffing van de
sollicitatieplicht.
- In 1990 verklaarde de toenmalige president Lubbers: ‘Nederland is ziek.’ Vanaf toen
werd er meer verantwoordelijkheid neergelegd bij de werkgevers en werknemers. Dit
heeft er wel voor gezorgd dat nog maar de helft een WIA of WAO-uitkering ontvangt.
Dit betekent ook dat sommige richting de bijstand zijn gegaan.
- Sindsdien is het uitgangspunt ‘werk boven inkomen’ geworden.
Privatisering
- Naast bezuinigingen op de uitgaven aan de sociale zekerheid moeten werkgevers
ook zieke werknemers doorbetalen met 70% van het dagloon. Dit als doel dat een
werkgever het meer in zijn portemonnee gaat voelen als er een zieke werknemer is.
veel werkgevers verzekeren zichzelf dan weer hiervoor herverzekeren van het
arbeidsongeschiktheidsrisico.
,Marktwerking
- Een werknemer was voorheen verplicht ziekenfondsverzekerd bij een inkomen onder
een bepaald bedrag, verdiende de werknemer meer dan moest hij zelf een
verzekering regelen bij een verzekeringsmaatschappij. Nu is het zo dat
ziekenfondsen van voorheen nu ook verzekeringsmaatschappijen zijn.
Eigen verantwoordelijkheid
- In eerste instantie moet iedereen voor zichzelf kunnen zorgen, dit betreft niet alleen
het vinden van werk, maar ook de zorg die iemand nodig heeft. Qua zorg moet de
burger in eigen omgeving zoeken naar hulp/oplossing. Daarna komt pas de overheid
in beeld.
- Een voorbeeld van een ‘voor wat, hoort wat’ – principe is de tegenprestatie bij de
Participatiewet (PW).
- Bij het UWV bestaat de hulpverlening sinds 2014 vooral uit online selfservice. Pas in
de vierde maand ziet de werkloze zijn adviseur in levende lijve.
(De)centralisatie en handhaving
- Steeds meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden komen bij de gemeente te
liggen i.p.v. bij de centrale overheid. De landelijke overheid stelt de hoofdlijnen uit en
de op decentraal niveau wordt dit door de gemeente verder uitgewerkt. De gedachte
hierachter is dat de gemeente beter kan inschatten wat er op lokaal niveau nodig is
maatwerk leveren.
- Hierdoor ontstaan er wel verschillen tussen het beleid van verschillende gemeenten.
- De sancties op te leggen hoopt de overheid te bereiken dat alleen mensen die een
uitkering nodig hebben die krijgen en dat er voldoende draagvlak voor de sociale
zekerheid zal blijven.
- Het gevolg is wel dat er ook onbewust fraude wordt gepleegd maar dat deze mensen
alsnog worden gestraft met een sanctie(boete).
Toekomstbestendigheid
- De verwachting is dat er met het opsporen van fraude en misbruik er veel geld kan
worden terugverdiend door terugvordering van ten onrechte betaalde uitkeringen.
- De vraag is op het socialezekerheidsstelsel genoeg inkomenszekerheid biedt voor
zzp’ers en flexwerkers.
1.2 Driedeling
Driedeling heeft te maken met;
- Kring van verzekerden
- De financiering
- De uitvoering
- De voorwaarden
Verplicht systeem
- Werknemers- en volksverzekeringen gaat het om verplichte verzekeringen. Hiervoor
geldt een maximuminkomen waarover premie moet worden betaald €205 per dag.
Een werknemersverzekering is meestal 70% van dit bedrag.
- Bij sociale voorzieningen gaat het om een voorziening die betaald wordt uit de
algemene middelen.
Werknemersverzekeringen
- WW, WAO, de Wet WIA en de ZW.
- Uitvoering geschiedt door het UWV.
- Meestal is de hoogte afgeleid van het dagloon.
- In duur beperkt en meestal afhankelijk van het arbeidsverleden.
Volksverzekeringen
- AOW, Wet langdurige zorg, Algemene nabestaandenwet en de Zvw.
- Voor de AOW geldt dat ieder vanaf zijn 15e in nederland 2% opbouwt. Voor Zvw
bestaat de verplichting dat iedere ingezetene een verzekeringsovereenkomst af sluit.
- Uitvoering door sociale verzekeringsbank, de zorgkantoren en de zorgverzekeraars.
- Hoogte is gerelateerd aan het minimumloon. Duur niet afhankelijk arbeidsverleden.
, Sociale voorzieningen
- PW, Kinderbijslagwet, IOAW, TW, Wajong en de Wmo.
- Uitvoering meestal in handen van de gemeenten, ook het UWV voeren sociale
voorzieningen uit.
- Het wordt betaald uit de algemene middelen (belastingopbrengst).
- Hoogte is meestal gerelateerd aan het minimumloon en afhankelijk van de
gezinssituatie en/of partnerinkomens- en vermogenstoets. De Wajong kent geen
partnerinkomens- en vermogenstoets.
- De duur is afhankelijk van de tijd dat iemand onder het sociale minimum leeft, of dat
er behoefte bestaat aan een voorziening op grond van Wmo.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karenvandekleut. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.25. You're not tied to anything after your purchase.