Hoofdstuk 6: Industrialisati e, democrati e en de opkomst van ismen
KA 31 – De Industriële Revolutie
Tijdvak 8, Tijd van burgers en stoommachines
“De Industriële Revolutie die de basis legde voor een industriële samenleving.”
Een revolutie heeft enorme en onomkeerbare gevolgen.
De Industriële revolutie begon in het Verenigd Koninkrijk. De economie en de
bevolkingsdichtheid was hierdoor erg gegroeid.
Grote veranderingen in Engeland van 1750:
Textielnijverheid: uitvindingen in de textielnijverheid leiden tot mechanisering,
waardoor er behoefte is aan een stabiele energiebron en aan arbeiders.
Landbouw: Agrarische revolutie zorgt voor meer voedsel en een grotere bevolking.
Grotere bevolking zorgt voor meer vraag naar kleding.
Minder landarbeiders nodig, doorgestuurd naar textielnijverheid.
Mijnbouw: James Watt verbetert de stoommachine die in de mijnen gebruikt wordt.
Eerste Industriële Revolutie (1775-1850) Tweede Industriële Revolutie (1850-1900)
Energie: steenkool Energie: elektriciteit en olie
Materiaal: ijzer Materiaal: staal
Stoommachine kan waterkracht bij de textielnijverheid vervangen
(nieuwe stabiele energiebron).
Economische gevolgen:
Huisnijverheid wordt verdrongen door fabrieksarbeid (grote hallen met honderden
arbeiders)
Enorme toename van de productie
Dalende prijzen van de productie
Landbouwstedelijke samenleving wordt een industriële samenleving:
Voornaamste middel van bestaan: industrie
Nieuw middel van bestaan: dienstensector (geen producten maar dienst)
Snelle bevolkingsgroei en urbanisatie: mensen trekken naar industriesteden om een
nieuwe baan te krijgen.
Uitgebreide vervoersmogelijkheden: stoomtrein, auto en stoomschepen.
Grotere inkomensverschillen
KA 36a – Politiek-maatschappelijke stromingen
Tijdvak 8, Tijd van burgers en stoommachines
“De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme.”
Franse Revolutie: De macht van de koning werd beperkt door basis van verlichtingsideeën.
Na 1815: De macht werd weggehaald bij de bevolking en de macht kwam weer in handen
van de adellijke en vorstelijke families.
Blijvende veranderingen na 1815:
Franse revolutie: de standensamenleving is afgeschaft.
Industriële Revolutie: ontstaan arbeidersklasse en groeiende kloof tussen arm en rijk.
In plaats van een standensamenleving is er nu een klassensamenleving.
Pagina 1 van 5
, MIRTE MULDER V4TB
VWO4, PERIODE D
Verschil tussen standensamenleving en klassensamenleving:
Standensamenleving: Afkomst bepaalt tot welke stand je
behoort, je kan er niet voor kiezen om naar een andere
stand te gaan.
Klassensamenleving: Er zijn nog steeds verschillen in
macht en rijkdom, maar er is sprake van sociale
mobiliteit: je kan van klasse veranderen
KA 36b – Liberalisme
Tijdvak 8, Tijd van burgers en stoommachines
“De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme.”
De ideeën van de verlichte denkers vormen de basis voor de democratische revoluties, zoals
de Amerikaanse onafhankelijkheid Revolutie en de Franse Revolutie.
Belangrijkste uitgangspunten van het liberalisme:
Liber = vrij, hét uitganspunt voor iedere liberaal is de vrijheid van het individu.
Wanneer iemand vrij is kan hij zich zoveel mogelijk ontplooien/ontwikkelen.
Politiek:
Grondwet: beperking van de macht van de koning en garantie van
burgerrechten.
Gelijkheid voor de wet.
Volksvertegenwoordiging moet de koning controleren
Economie:
Particulier bezit: bedrijven moeten in handen zijn van individuen en niet van
de overheid, want individuen willen het zo goed mogelijk doen voor hun bedrijf.
Vrijhandel: niet te veel economische beperkingen binnen handel
Weinig bemoeienis van de overheid
Cultuur:
Vrijheid van denken
Geen censuur, ieder idee zou geuit mogen worden.
Vóór tolerantie op godsdienst gebied.
KA 36c – Socialisme
Tijdvak 8, Tijd van burgers en stoommachines
“De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme.”
De socialisten komen op voor een arbeidsklasse die ontstond in de Industriële Revolutie.
Marx is de oprichter van het socialisme. Karl Marx zag in die tijd hoe slecht de
omstandigheden waren in de arbeid en hoe de gegoede burgerij het juist goed had. Hij had
gezien dat de fabrieksbaas alle winst voor zichzelf hield en hoe de lonen van de arbeiders
dus erg laag bleven. Marx schreef het communistisch manifest met een vriend, dit is de basis
van het socialisme.
Doel socialisme: Gelijkheid en gelijkwaardigheid voor de arbeidersklasse.
Karl Marx kwam met het communisme. Hij ging ervan uit dat er een omverwerping van het
kapitalisme kwam via een gewelddadige revolutie.
Pagina 2 van 5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirte5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.