Paragraaf 1, De geologische ti jdschaal
Een korte geschiedenis van de aarde
De aarde is 4,6 miljard jaar oud en het leven op aarde
is pas in de laatste 600 miljoen jaar tot ontwikkeling
gekomen. De geologische tijdschaal bestaat uit
verschillende tijdvakken. De posities en bewegingen
van de continenten verklaren de verschillende
planten- en diersoorten in elk tijdvak.
Carboon (350 miljoen jaar geleden): Nederland lag vlak bij de evenaar.
Landschap Voornamelijk tropisch laaglandmoeras.
Door toenemende temperatuur en druk van bovenliggende sedimenten is het
veen omgezet naar steenkool, hierdoor ontstond aardgas. De continenten
drukten tegen elkaar aan, waardoor er grote gebergten ontstonden (Ardennen).
Perm (299-251 miljoen jaar geleden): Alle continenten zaten aan elkaar vast
(Pangea). Hierdoor waren er grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht en er waren
lange droge perioden.
Landschap Nederland was onderdeel van een zoutwoestijn en lag aan een ondiepe zee.
Er zijn in deze periode veel pakketten zout afgezet. Aan het eind van het Perm kwam de
grootste uitstervingsgolf: 90% van al het dierenleven.
Mesozoïcum (‘het middelste leven’): Dinosaurussen heersten over de aarde.
Periode bestaat uit Trias Jura en Krijt.
Pangea valt in het Trias in verschillende kleinere continenten uiteen.
Krijt (145-65 miljoen jaar geleden): Temperaturen waren veel hoger dan nu. Aan het einde
van het Krijt sloeg er een 10 km grote asteroïde in op wat nu Mexico is. Er ontstonden grote
vloedgolven en een korte hevige klimaatverandering, de dinosaurussen en andere
diersoorten stierven uit.
Kenozoïcum (‘het nieuwste leven’): Aarde werd bewoond door diersoorten die we nu kennen.
Einde van het Kwartair (1,8 miljoen jaar geleden tot nu): Moderne mens is ontstaan.
Door de zee, de wind en de rivieren zijn zand, veen en klei afgezet, wat nu in laag Nederland
nog steeds aan de oppervlakte ligt.
Het actualiteitsbeginsel
Bij het actualiteitsbeginsel ga je ervan uit dat de fysische processen van nu, vroeger op dezelfde
manier hebben plaatsgevonden. Zo kan je inschatten hoe lang het heeft geduurd voordat er een
bepaalde laag strandzand lag, of hoe lang geleden twee uit elkaar bewegende platen nog aan elkaar
vast zaten.
Paragraaf 2, Platentektoniek
Opbouw van de aarde (!)
Aan het begin van de geologische tijdschaal was de aarde
volledig vloeibaar, de zwaardere delen zijn daarna door
zwaartekracht naar het midden van de aarde gezakt. De
aardkern heeft daarom de hoogste dichtheid (voornamelijk
ijzer) en de aardkorst heeft de laagste dichtheid.
De buitenste laag van de mantel en de aardkorst bestaan uit
vast gesteente, samen vormen zij de lithosfeer. De lithosfeer is
opgebouwd uit platen die ten opzichte van elkaar bewegen. Ze
drijven op de asthenosfeer, het plastische gedeelte van de
aardmantel. Deze laag is niet vloeibaar maar kan wel bewegen. De mesosfeer bestaat uit vast
gesteente en de aardkern bestaat uit een vaste ijzeren binnenkern en een vloeibare buitenkern.
Pagina 1 van 7
, Endogene en exogene krachten | Mirte Mulder V5Tb
Convectiestromen
Een deel van de hitte in de aardkern komt door restwarmte die tijdens het ontstaan van de aarde is
opgeslagen. Daarnaast zorgen radioactieve elementen in de aardkern voor een continue
warmteproductie. De warmte wordt door de aardkern doorgegeven aan de plastische asthenosfeer,
waar een lagere dichtheid ontstaat en dus een transport van gesteente: de convectiestromen. Deze
stroming van vloeibaar gesteente zorgt voor een beweging van de platen waaruit de lithosfeer
bestaat. Dit systeem heet platentektoniek.
Divergente plaatgrens
Een divergente plaatgrens ontstaat als twee platen uit elkaar bewegen boven
een opstijgende convectiestroom. Wanneer het opstijgende magma niet verder
kan buigt het af naar opzij, waardoor de bovenliggende plaat uit elkaar wordt
getrokken. In de scheuren die ontstaan, kan magma aan de oppervlakte komen
waardoor vulkanen ontstaan. Door het opstijgende magma wordt de
plaat(grens) omhooggeduwd en er ontstaat een langgerekt gebergte langs de
grens van twee platen op de bodem van de oceaan: (mid)oceanische rug. Bij de
lithosfeer koelen de convectiestromen af, waardoor de dichtheid van het gesteente toe neemt.
Wanneer de dichtheid veel is toegenomen worden de convectiestroom en de daarop liggende plaat
naar beneden getrokken, de werking van zwaartekracht versterkt dit proces (‘slab pull’).
Convergente plaatgrens
Een convergente plaatgrens ontstaat als twee convectiestromen, met
de daarop liggende platen, naar elkaar toe bewegen. Oceanische korst
heeft een grotere dichtheid dan continentale korst en is daardoor
zwaarder. Er kunnen twee verschillende convergente plaatgrenzen
ontstaan:
Twee continentale platen bewegen naar elkaar toe. Er ontstaat een
plooiingsgebergte omdat beide platen gelijke eigenschappen hebben.
Subductie: De zwaardere oceanische plaat duikt onder de lichtere
continentale plaat. Een deel van deze plaat smelt en stijgt op als
magma, wat in explosieve vulkanen aan de oppervlakte terechtkomt.
Subductie kan ook plaatsvinden als beide platen oceanisch zijn. De
oudste plaat is zwaarder en duikt onder de jongere lichtere plaat. Er
ontstaat een diepzeetrog wanneer de duikende plaat een stuk van de plaat waar hij onder
duikt mee trekt.
Transforme plaatgrens
Twee langs elkaar bewegende platen in tegengestelde richting vormen een
transforme plaatgrens. Door de langs elkaar bewegende convectiestromen
wordt er veel spanning opgebouwd in de bovenliggende lithosfeer. Deze
spanning komt met heftige aardschokken los.
Paragraaf 3, vulkanisme
Explosief en effusief vulkanisme
Vulkanisme is een verzamelnaam voor alle verschijnselen die te maken hebben met de nabijheid van
magma aan het aardoppervlak. Wanneer er sprake is van vrij vloeibaar magma en weinig gasdruk
wordt het een effusieve eruptie genoemd. Hierbij stroomt het magma rustig naar buiten.
Taai, stroperig magma en een hoge gasdruk zorgen voor explosieve erupties. Pyroklastica
(verzamelnaam voor het losse materiaal dat door een vulkaan wordt uitgestoten) wordt hierdoor
vele kilometers in de atmosfeer geblazen. De samenstelling van het magma en de eigenschappen van
de bovenliggende gesteente bepalen de gasdruk en de stroperigheid. Gesmolten continentale korst
Pagina 2 van 7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirte5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.