Renaissance – Revolutie + Negentiende eeuw | Mirte Mulder V4Tb
3.6 – Neoclassicisme (1760-1840)
Strijden voor het vaderland
Kenmerken van neoclassicistische kunst (De eed van de Horatii, Jacques-Louis David):
Verhalen uit de klassieke oudheid worden vormgegeven.
Vrijwel lege achtergrond; dit vestigt de aandacht op de voorgrond.
Theatraal
Heldere kleuraccenten van verzadigde kleuren op de voorgrond, tegenover onverzadigde
kleuren op de achtergrond.
Veel detail met een gladde penseelvoering.
Statische, horizontale compositie.
Stijl van de Franse Revolutie
Er breekt vanaf 1789 een roerige tijd aan in Frankrijk. De revolutionaire burgers winnen het van de
oude elite. Zij komen in opstand tegen het feit dat burgers weinig rechten hebben en tegen de hoge
belastingen. Er is vanaf de Franse Revolutie een republiek, waarin de burgerij de leiding neemt. Het
neoclassicisme wordt de stijl van de opkomende burgerij, omdat ze behoefte hebben aan een
heldere stijl die niet gelinkt is aan de monarchie. Ook wordt deze stijl geassocieerd met de verlichting
en rationaliteit.
Bloedbad
Marat (vermoord door een politieke tegenstander) was een vriend van David. Na zijn overlijden
maakt David een schilderij als eerbetoon. David heeft expres sober interieur geschilderd, zodat het
volk zich kon identificeren met de dood van Marat. Deze uitgebalanceerde vormgeving verraadt het
politieke doel van het schilderij: een propaganda waarin Marat weer wordt gegeven als ‘vriend van
het volk’.
Neoclassicisme en de klassieken
De belangstelling voor de Griekse en Romeinse kunst kwam terug toen in de achttiende eeuw de
Romeinse steden Pompeï en Herculaneum werden ontdekt. De burgerij was erg geïnteresseerd in de
opgravingen. Ze komen meer te weten over de klassieken door de teksten van de Duitse schrijver
Johann Winckelmann. Er was kennis van de klassieke oudheid nodig om neoclassicistische kunst te
maken.
Imponerende gebouwen
Kenmerken van neoclassicistische bouwwerken (het Altes Museum, Karl Friedrich Schinkel):
Strenge, sobere vormgeving.
Grijpt qua vormgeving terug op klassieke oudheid.
Symmetrisch en monumentaal.
Perfecte beelden
Kenmerken van neoclassicistische beeldhouwkunst (Amor n Psyche, Antonio Canova):
Zeer glad, gepolijst marmer
Mythologische taferelen
Gladde stofuitdrukking
Technisch perfecte uitwerking
Geïdealiseerde personen
3.7 – Wit goud: porselein
Porselein is in de veertiende tot en met achttiende eeuw een exotisch luxeproduct.
Een Chinees geheim: geschiedenis van porselein
Het staat vast dat het Chinese porselein van de zevende tot en met de negende eeuw ontwikkeld
wordt in Jingdezhen (Zuid-China). De Chinezen leren kobalt uit Perzië kennen, hiermee wordt het
porselein beschilderd. Marco Polo heeft in de dertiende eeuw kennis gemaakt met porselein en hij
heeft het Chinese keramiek via de zijderoute naar Europa getransporteerd. Na een korte tijd
verhandelden de Nederlandse kooplieden het, en muren hingen vol met de siervoorwerpen. De
kopjes werden later in de praktijk gebruikt en ze kregen de bijnaam ‘wit goud’.
De Europeanen probeerden het porselein na te maken, vanwege de hoge prijzen. ‘Delfts blauw’ is
een voorbeeld van het, van aardewerk gemaakte, nieuwe porselein. Er was glazuur nodig om de
aardewerken waterdicht te maken, terwijl porselein dit al was. Delfts keramiek was tussen 1650 en
1750 erg geliefd en de Chinese vormen veranderde in koeien, landschappen en Bijbelverhalen.
4.1 – Negenti ende eeuw (1800-1900)
Werken
Er waren met de komst van de stoommachine nog veel mensen nodig om deze machine te bedienen.
Tegelijkertijd waren veel mensen van het platteland overbodig. Zij gingen daardoor naar de stad,
waar ze gingen werken. Het werk is echter zwaar en de lonen zijn laag. De gevaarlijke machines
zorgden soms zelfs voor doden of gewonden. De arbeiders vormen samen met de boeren de laagste
klasse. Ze werkten voor de bourgeoisie (burgerij en middenklasse), die het veel beter hebben.
Wonen
Arbeiders kunnen door de lage lonen geen goede voeding betalen. Ook is er nauwelijks hygiëne,
hierdoor breken er vaak epidemieën uit. De middeleeuwse stadsmuren worden in de negentiende
eeuw afgebroken als gevolg van urbanisatie. Het centrum kan hierdoor worden uitgebreid.
Kunst en cultuur
Kunstenaars werken in de negentiende eeuw vooral voor de rijke bourgeoisie. De kunst van de
Parijse Salon blijft populair. Beeldhouwkunst heeft echter een lagere status, omdat de bourgeoisie
het ‘maar’ handwerk vindt. Daarnaast is het moeilijk om uit te blinken op het gebied van
schilderkunst, aangezien de concurrentie onder academisch geschoolde kunstenaars groot is.
Kunstenaars die financieel onafhankelijk zijn gaan daarom het experiment aan. Halverwege de
negentiende eeuw ontwikkelt hieruit een nieuw uitganspunt: l’art pour l’art (de kunst omwille van
de kunst). De kunst wordt autonoom: het heeft geen andere functie meer dan kunst te zijn. De
kunstenaars kiezen zelf in welke stijl ze werken, welke onderwerpen ze verbeelden en wie hun
potentiële kopers zijn.
Fotografie
William Henry Fox Talbot en enkele anderen gaan experimenteren met lenzen en chemische stoffen
om de fotografie te verbeteren. Louis Daguerre had hierna een van de eerste foto’s gemaakt.
Fotograferen gaat in die tijd nog analoog. Om een foto te maken was er een lichtdichte doos, lenzen
en een ondergrond met lichtgevoelige stoffen nodig. Een foto is het resultaat van de chemische
stoffen die onder invloed van licht met elkaar reageren op een ondergrond. Door de snelle
verspreiding van fotografie was het erg goedkoop, de minder rijke konden dus ook een portret laten
maken. In de eerste decennia was de zwart-witte fotografie echter niet opgewassen tegen de
kleurrijke schilderkunst. Rijken lieten zich nog steeds portretteren, want dan kregen ze een groter
geïdealiseerd schilderij en dus meer status.
Fotografie beïnvloedt schilderkunst
Fotografie is een bron van inspiratie voor de schilderkunst. De schilders moesten echter wel nieuwe
technieken zoeken om zich te onderscheiden van fotografie. Zo werden er bijvoorbeeld andere
Pagina 2 van 6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirte5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.91. You're not tied to anything after your purchase.