o Embryologie:
o = de wetenschap die de vorming van een nieuw menselijk organisme bestudeert, vanaf de
bevruchting tot de geboorte
o Embryo:
o = vanaf de bevruchting (zygote) tot en met de 2e maand (8e week) van de ontwikkeling
o Foetus:
o = vanaf de 3e maand (9e week)
o De foetale periode
CELDELING
PRINCIPES VAN CELDELING
MITOSE
o = celdeling waarbij uit 1 diploïde cel (2n), 2 diploïde (2n) cellen worden gevormd
o Doel:
o Cellen vermeerderen, 2 identieke kopieën maken
o Celdeling die ervoor zorgt dat weefsels groeien
o Belangrijkste drijvende kracht achter de embryogenese, foetale groei en groei tijdens de
kinderleeftijd is mitose
o Voordat men start met mitose moet eerst de hoeveelheid kernmateriaal verdubbeld worden
o Gebeurt tijdens de S(ynthese)-fase
o Door DNA-synthese kopieërt de cel al zijn erfelijk materiaal
o Na het verdubbelen beschikt de cel over 92 chromosomen in plaats van 46 (2n -> 4n)
o Chromosomen zien er nu wel iets anders uit doordat de kopieën telkens blijven
kleven aan het origineel
o Krijgen een andere naam, namelijk (zuster)chromatiden
o Na de S-fase bevat elke cel 92 zusterchromatiden of 46 verdubbelde
chromosomen
o Fasen van mitose:
o Profase:
o 46 verdubbelde chromosomen worden zichtbaar in de celkern
o Centriolen begeven zich naar de celpolen
o Prometafase:
o Celkern verdwijnt
o Verdubbelde chromosomen komen in beweging
o Trekdraden worden gespannen tussen de centriolen (-> spoel)
o Metafase:
o Verdubbelde chromosomen aligeren zich op de evenaar van de spoel
Amber Ansaelens 1
, o Anafase:
o Zusterchromatiden gaan uiteen ter hoogte van hun centromeer (nu chromosomen)
o Ze worden naar tegenoverliggende polen getrokken
o Telofase:
o Chromosomen komen aan ter hoogte van de polen (46 bij elke pool)
o Cytoplasmadeling begint
o 2 identieke cellen van 46 chromosomen worden gevormd
MEIOSE
o = celdeling waarbij uit 1 diploïde cel (2n) 4 haploïde cellen (n) worden gevormd
o Doel:
o Geslachtscellen creëren
o Speciale vorm van celdeling waarbij hoeveelheid erfelijk materiaal gereduceerd wordt
o Geen identieke kopieën zoals bij mitose
o Bedoeling is om cellen te maken die slechts half zo veel erfelijk materiaal bevatten
o Bij versmelting van haploïde geslachtscellen ontstaat dan terug diploïd organisme (n+n = 2n)
o Bijzondere eigenschappen:
o Meiotische deling bestaat altijd uit 2 opeenvolgende celdelingen (I & II)
o 2e meiotische celdeling lijkt sterk op de mitotische deling
o Tussen I & II is er geen nieuwe fase van groei of DNA-synthese
o Tijdens fase I zoeken de verdubbelde chromosomen hunhomologe partner op
o Zo ontstaan tetraden:
o Verbindingen van 4 zusterchromatiden
o Tijdens dase 1 vindt er ook DNA-uitwisseling (= crossing over) plaats binnen de tetraden
o Bevordert de genetische variabiliteit binnen de menselijke soort
o DNA-uitwisseling gebeurt niet tijdens mitose
o Fasen van meiose:
o Profase I:
o Celkern verdwijnt
o Vanuit centriolen ontstaat een spoel met trekdraden
o 23 tetraden worden zichtbaar en zoeken elkaar op
o Tetraden overkruisen en wisselen DNA uit (crossing over)
o Metafase I:
o Tetraden aligneren zich op de evenaar van de spoel
o Anafase I:
o Tetraden vallen uiteen in verdubbelde chromosomen
o Ze worden naar tegenoverliggende polen getrokken
Amber Ansaelens 2
, o Telofase I:
o Verdubbelde chromosomen komen aan ter hoogte van polen
o Na cytoplasmadeling worden 2 niet-gelijke cellen gevromd
o Elke dochtercel bevat 23 verdubbelde chromosomen
o Profase II:
o Celkern verdwijnt
o Vanuit centriolen ontstaat een spoel met trekdraden
o 23 verdubbelde chromosomen komen in beweging
o Metafase II:
o Verdubbelde chromosomen aligeneren zich op de evenaar van de spoel
o Anafase II:
o Zusterchromatiden gaan uiteen ter hoogte van hun centromeer (nu chromosomen)
o Ze worden naar tegenoverliggende polen getrokken
o telofaseII:
o chromosomen komen aan ter hoogte van de polen (23 bij elke pool)
o na cytoplasmadeling worden 2 niet-gelijke cellen gevormd
o elke dochtercel bevat nu 23 chromosomen
Amber Ansaelens 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberansaelens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $19.79. You're not tied to anything after your purchase.