SAMENVATTING – FONETIEK EN PSYCHOLINGUÏSTIEK
HOOFDSTUK 0 – COMMUNICATIE
- Verbaal ↔ non-verbaal
o Verbaal met woorden
o Non-verbaal zonder woorden
o Vb. lied, verveeld kijken, zwaaien
- Mondeling ↔ schriftelijk
o Mondeling gaat lett via mond
o Schriftelijk anders
o Vb. fluiten, krant, spreken, poster
- Eenzijdig ↔ tweezijdig
o Eenzijdig direct reactie is niet mogelijk
o Tweezijdig wisselwerking is mogelijk
o Vb. speech, telefoongesprek
1. PRODUCTIE EN COMPREHENSIE
Communicatie
- Productie of comprehensie?
o Productie → het produceren van spraak/taal, het zelf uiten van klanken die tot bep
boodschap gevormd worden (zender)
o Comprehensie/receptie → begrijpen + verstaan van taal + spraak (ontvanger)
- Symbolisch gehalte
o Hoe symbolischer taal, hoe moeilijker taal te begrijpen
- Communicatiewijze
o Meestal gecombineerd (oraal/auraal, visueel, gestueel, grafisch)
2. COMMUNICATIEMODEL
Decoderen = woorden omzetten
Encoderen = denken omzetten in woorden
Bliksemschichten → ruis
- Interne ruis = syntactische ambiguliteit (syntax = zinsbouw, ambiguliteit = dubbelzinnigheid)
Vb. dit is schilderij van mijn zus
o Zus kan op schilderij staan
o Zus kan schilderij geschilderd hebben
- Externe ruis
McGurkeffect = ogen + gehoor zorgen voor spraak
Totale communicatie
1
, - = Alle communicatiekanalen gebruiken (oraal, visueel, gestueel, grafisch)
- Kleine kinderen gebruiken dit vanzelf, pas later krijgt orale communicatie overwicht
- In communicatiemodel: voortdurende wisselwerking (vb. je zegt iets, persoon geeuwt intussen)
- Communicatie is nooit unimodaal (vb. je kijkt + luistert → hersenen voegen deze samen)
1. Relatie tss ding + mentale concept is gevolg van cognitieve ontwikkeling
2. Relatie tss mentale concept + teken is gevolg van taalontwikkeling
3. Relatie tss vw + teken is willekeurig (uitzondering!)
→ Relatie is arbitrair + conventioneel
o Arbitrair: willekeurig, toevallig, vb. feit dat ‘hond’ ‘hond’ is
o Conventioneel: iedereen is het erover eens dat ‘hond’ ‘hond’ is, ingeburgerd
o Uitzonderingen → onomatopee (klanknabootsing) + iconische gebaren
Signifié
- Concept dat in hoofd zit
- Basisstructuur in hersenen waar we nog geen beelden/klanken aan gegeven hebben
Référent
- Aan concept hang je referent (vb. concept is kat, iedereen denkt aan bep kat (referent))
- Eigen ‘werkelijkheid’
Signifiant
- Manier waarop wij concept naar buiten brengen, waarop concept waarneembaar is
- Vb. denk eens allemaal aan… → hersenen roepen geen concept op
Nonvocaal Vocaal
Gebaren (gestueel) Schrift (grafisch) (Oraal-auraal)
Symbolisch Gebarentaal Geschreven Woorden
(Abstract vanwege tekens/symbolen
arbitraire
conventionele band
met referent)
Pre-symbolisch Wijzen naar Tekeningen, foto’s, 1e ‘Bewuste’ geluiden
(Tsspositie) vervangobjecten tekeningen
Niet-symbolisch Bewegingen, Geluiden
(Minder abstract, geen houdingen…
intentie)
2
, - Niveau stijgt van niet-symbolisch naar symbolisch
- Niet-symbolisch → geen intentie (als ontvanger hieraan betekenis wil geven → evolueren naar pre-
symbolisch)
- Vocaal, niet-symbolisch: geluiden waaruit niets kan afgeleid worden, vb. pasgeboren baby die huilt
- Vocaal, pre-symbolisch: vb. kind kan nog niet praten, maar zegt voortdurend ‘da’ en wijst als hij iets
wil hebben, mama weet na tijdje dus zij verstaat hem, soort van ‘code’-taal tss 2 mensen
3. VORM, INHOUD EN GEBRUIK
Taal = 3 dimensies
- Inhoudelijke dimensie
o Boodschap die je wil overbrengen
o Vb. vnv eten we ballen in tomatensaus.
- Vormelijke dimensie
o Wat moet ik doen om correct over te brengen
o Vb. FOUT: vnv eet we balletjes, JUIST: vnv eten we balletjes
- Utilitaire dimensie
o Taal = handelen, altijd bedoeling als je iets zegt
o Taaldaden/taalhandeling/speech acts
▪ Voorwaarde: aangepast aan doel, omstandigheden (luisteraar, voorkennis)
o Pragmatische vaardigheden: mate waarin men i/d sociale omgang taal als instrument kan
gebruiken → meer kans op succesvolle taaldaden
Soorten taaldaden
- Directief doel: iets bekomen van iemand anders, 2 manieren
o Via vraag vb. Wil je dit doen? Weet je hoe laat het is?
o Via bevel vb. Zit en zwijg!
- Representatief doel: informatie overbrengen aan luisteraar, meedelende zin
- Expressief eigen emotie/die van luisteraar proberen zichtbaar te maken
- Commissieve jezelf iets opleggen, jezelf tot bep actie aanzetten
Vb. Ik beloof dat ik morgen koek meeneem voor jou.
- Declaratieve of performatief, doel: verandering in situatie tot stand brengen, door situatie al als
verandert voor te stellen
Vb. dan verklaar ik u nu man vrouw, hierbij is de zitting geopend
→ Oefening syllabus p 4
Taal aanpassen aan
- Partner vb. tegen familielid zal je soms roepen, tegen leerkracht niet
- Situatie vb. in bib praat je stiller
- Context
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotvermeersch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.