Blok 1.4 Persoonlijkheid, Intelligentie En Identiteit (FSWE1042A)
All documents for this subject (26)
Seller
Follow
kayleesnayer
Reviews received
Content preview
Samenvatting probleem 5
Temperament
Temperament heeft geen echte definitie maar wordt door de meeste wetenschappers
gezien als onderscheidende patronen van gevoelens en gedrag die hun oorsprong vinden in
de biologie van het kind en die zich al vroeg in de ontwikkeling voordoen.
Een temperamental bias is meestal, maar niet altijd, genetisch bepaald. Soms kan het
ontstaan door stress voor de geboorte of een infectie bij de zwangere moeder dat de foetus
beïnvloedt. Een belangrijke bron van de biologische fundamenten van een temperamental
bias is variatie in de concentratie van neurotransmitters en de dichtheid en locatie van
gevarieerde receptoren voor het grote aantal moleculen dat het functioneren van het brein
kan beïnvloeden.
Het is niet mogelijk om de neurochemie die de basis van temperamental bias vormt te
onderzoeken. Daarom gaan wetenschappers uit van specifieke gedragsprofielen.
Het gedrag bij zuigelingen en jonge kinderen dat het vaakst wordt toegeschreven aan een
temperamentvol vooroordeel is ongewoon hoge of lage niveaus van prikkelbaarheid,
motorische activiteit, glimlachen, gemak om deze reacties te reguleren, en een consistente
neiging om onbekende mensen, objecten en plaatsen te benaderen of vermijden.
Een temperamental bias bepaalt niet het gedrag omdat levenservaringen verschillende
eigenschappen kunnen creëren bij kinderen met hetzelfde temperament. Tegen het tweede
levensjaar zijn het temperamentvolle vooroordeel en ervaringen nauw met elkaar
verbonden waardoor het moeilijk is om de vroege temperament vooroordelen bij kinderen
te ontdekken. Hetzelfde gedrag kan gedeeltelijk het resultaat zijn van een temperamentvol
karakter of alleen van het product van ervaringen. Niet alle verlegen kinderen hebben een
temperamentvol vooroordeel dat deze reacties bevordert.
Kinderen die consistent verlegen zijn bij vreemden en onbekende objecten en situaties
vermijden, noemen we gedragsmatig geremd.
Kinderen die tegenovergestelde trekken vertonen bij het benaderen van onbekende dingen
noemen we ongeremd.
Beiden soorten gedrag blijken gedeeltelijk erfelijk te zijn.
Kagan en Fox hebben laten zien dat deze soorten gedrag voorspeld kunnen worden door
variatie in krachtig motorische gedrag en huilen om onbekende visuele, auditieve en
olfactorische prikkels bij vier maanden oude, blanke baby’s uit de middenklasse.
Vier maanden oude baby’s uit de middenklasse die hoge niveaus van motorische activiteit
en nood laten zien (hoog reactief), hebben een grotere kans om ongeremd te worden.
Zuigelingen die lage niveaus van motorische activiteit laten zien en veel huilen (laag
reactief) hebben een grotere kans om gedragsmatig geremd te worden in hun tweede
levensjaar.
Amerikaanse volwassen die als zuigeling hoog reactief waren rapporteren nu meer
onrealistische zorgen dan de meeste volwassenen, waaronder het bezoeken van nieuwe
plaatsen, vreemden ontmoeten, drukke plekken binnengaan en piekeren over mogelijke
1
, schade die aangericht kan worden aan zichzelf of een ouder en meer frequente aanvallen
van depressie.
Deze uitkomsten zijn zeldzaam bij volwassenen die als zuigeling laag reactief waren.
Verder is gebleken dat hoog reactieve zuigelingen een dikkere cortex hadden wanneer ze
volwassen waren in een gebied van de prefrontale regio van de rechterhersenhelft dat
projecteert naar locaties die verdedigingsmechanisme bemiddelen bij dreigen, evenals een
amygdala die meer reageerde op het onverwachts verschijnen van foto’s van onbekende
scènes. Dit bewijs ondersteunt het geloof dat hoge en lage reactieve zuigelingen geboren
worden met verschillende neurochemische profielen in de amygdala.
Arnold Buss en Robert Plomin gebruikte de term temperament om te verwijzen naar een
geërde persoonlijkeidstrek die aanwezig is in de vroeg kindertijd.
Hun werk wees erop dat er drie dimensies van individuele verschillen zijn binnen de
normale persoonlijkheid;
1. Activity level
- De totale output van energie of gedrag van een persoon. Het heeft twee hoog
correlerende aspecten: vigor (de intensiteit van gedrag) en tempo (de snelheid).
Mensen met een hoog activity level hebben de voorkeur voor hoog-intensieve,
snelle activiteiten. Mensen die laag zijn in activity level zijn meer ontspannen in hun
benadering van dingen.
2. Sociability
- Dit is de neiging om met andere mensen te zijn in plaats van alleen. Sociability is een
verlangen om activiteiten te delen samen met het reactievermogen en stimulatie die
deel zijn van de interactie. Sociaal zijn is het waarderen van het proces van interactie
met anderen.
3. Emotionality
- Dit is de neiging om emotioneel opgewonden te raken in verontrustende situaties.
Vroeg bewijs dat deze temperamenten erfelijk zijn kwam van tweelingstudies waarin ouders
hun kinderen beoordeelde. Correlaties tussen de beoordelingen van ouders op activity,
emotionality en sociability waren sterk voor MZ-tweelingen en niet bestaand voor DZ-
tweelingen. Adoptieonderzoek liet ook genetische invloeden zien.
Mary Rothbart en haar collega’s spreken over benaderende (approach) temperamenten en
vermijdende (avoidance) temperamenten. Deze temperamenten reflecteren de neigingen
om beloningen te benaderen en dreigingen te vermijden.
Nieuwere onderzoekers komen met een derde temperament genaamd, effort control. Dit
temperament gaat over gefocust zijn en terughoudend zijn. Dit temperament impliceert een
vorm van planmatigheid vs. impulsiviteit. Hoge levels van dit temperament vroeg in het
leven relateren tot minder problemen met antisociaal gedrag later in het leven.
Intelligentie wordt ook wel eens gezien als een temperament. Intelligentie is genetisch
beïnvloed en de effecten van intelligentie op gedrag zijn breed, ontstaan vroeg in het leven
en blijven de rest van je leven.
Hippocrates kwam met vier andere temperamenten;
1. Sanguine
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kayleesnayer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.