Deze economie samenvatting bevat alles wat jij moet weten voor het CE!! Alles wordt duidelijk uitgelegd aan de hand van de syllabus en het boekje samengevat.
Economie
Domein D Markt
Deel 1; vraag & aanbod / elasticiteiten
Markt: het samenkomen van vraag (kopers) en aanbod
(verkopers) waarbij een verkoopprijs tot stand komt van
een goed of dienst.
De meest belangrijke markten;
o Markt van goederen en diensten (markt).
o Kapitaalmarkt (rente; geld)
o Valutamarkt (wisselkoers).
Concrete markt: kopers en verkopers (fysiek) aanwezig op een geografisch
aanwijsbare plaats. markt van goederen en diensten.
Abstracte markt: geen duidelijke (fysieke) ontmoetingsplaats. kapitaalmarkt en
valutamarkt.
Vraag en aanbod; de vraagkant
Vraag: omvat alle personen die een goed of dienst willen aanschaffen.
Betalingsbereidheid: de hoogste prijs die een vrager zou willen geven voor een
goed of dienst.
Consumentensurplus: verschil tussen de
betalingsbereidheid en de (evenwicht)prijs die
consumenten uiteindelijk op de markt betalen.
surplus berekenen = lengte x breedte / 2
Vraag en aanbod; de aanbodkant
Aanbod: omvat alle personen die een goed of dienst
willen aanbieden.
Aanbiedingsbereidheid: de laagste prijs waartegen een
aanbieder zijn of haar dienst of product willen aanbieden
op de markt.
Producentensurplus: het verschil tussen de evenwichtsprijs die ontstaat op de
markt en de minimale prijs waartegen een aanbieder zijn of haar dienst of product
had willen aanbieden op de markt.
surplus berekenen = lengte x breedte / 2
Vraag en aanbod; evenwichtsprijs
Evenwichtsprijs: prijs die tot stand komt bij evenwicht tussen vraag en aanbod.
Vraag en aanbod; break-even point
Break-even point: het punt waar de totale opbrengsten gelijk zijn aan de totale
kosten. Vanaf dit punt wordt er winst gemaakt.
TO = TK
GO = GTK
Elasticiteiten
Elasticiteiten: worden in de economie gebruikt om sterkte tussen 2 procentuele
veranderingen aan te geven. product stijgt, met hoeveel % verandert onze vraag?
o Prijselasticiteit.
oorzaak = verandering in de prijs.
gevolg = verandering in gevraagde hoeveelheid.
o Inkomenselasticiteit.
oorzaak = verandering in inkomen.
gevolg = verandering in gevraagde hoeveelheid.
, Prijsgevoeligheid: hoe sterk reageert de vraag naar een goed op
prijsveranderingen?
Elasticiteit = procentuele verandering gevolg (g)
procentuele verandering oorzaak (o)
Elastische reactie: verandering gevolg is relatief groter dan verandering oorzaak.
(prijsgevoelig)
Inelastische reactie: verandering gevolg is relatief kleiner dan verandering oorzaak.
(niet prijsgevoelig)
Inkomenselasticiteit; soorten goederen
o Primaire goederen: noodzakelijke, nauwelijks elastische goederen.
o Inferieure goederen: des te hoger het inkomen, hoe minder het gekocht
wordt (voorbeeld = huismerkgoederen).
o Luxe goederen = des te hoger het inkomen, hoe meer het verkocht wordt
(voorbeeld = horloges).
Elasticiteiten; soorten goederen
o Substitutiegoederen: goederen die vervangbaar voor elkaar zijn.
o Complementair goed: goederen die bij elkaar horen.
Deel 2; marktstructuur / marktmaximalisatie / welvaart &
economische politiek
Marktvormen
Homogeen product: hetzelfde product (cacaomarkt).
Heterogeen product: vergelijkbaar product (Coca Cola en Pepsi)
Er zijn vier verschillende marktsoorten;
1. Volkomen concurrentie.
2. Monopolistische concurrentie.
3. Oligopolie.
4. Monopolie.
Volkomen concurrentie Monopolistische Oligopolie Monopolie
(brood/kleding) concurrentie (cola/pepsi) (smartphones) (ns)
o Veel aanbieders. o Veel aanbieders. o Weinig o Éen
o Veel vragers. o Veel vragers. aanbieders. aanbieder.
o Homogeen o Heterogeen product. o Veel vragers. o Veel vragers.
product. o Makkelijk toetreden. o Heterogeen of o Homogeen
o Makkelijk o Producent wel homogeen product.
toetreden. invloed op prijs. o Lastig o Producent
o Producent geen toetreden. grote invloed
invloed op prijs. o Producent op prijs.
grote invloed
op prijs.
Hoe kan een monopolie ontstaan?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophieschroer1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.30. You're not tied to anything after your purchase.