100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Maatschappijwetenschappen - samenvatting CE 5h $8.25
Add to cart

Summary

Maatschappijwetenschappen - samenvatting CE 5h

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een uitgebreide samenvatting aan de hand van het Seneca lesboek en de syllabus. De hoofd- en kernconcepten worden duidelijk en uitgebreid uitgelegd, aan de hand van de lesstof, waardoor jij het 100% gaat begrijpen!

Preview 3 out of 18  pages

  • Yes
  • December 2, 2021
  • 18
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Maatschappijwetenschappen
Vorming = Het Binding = Het Verhouding = Het Verandering = Het
hoofdconcept vorming hoofdconcept binding hoofdconcept verhouding hoofdconcept
verwijst naar het verwijst naar de relatie verwijst naar de wijze verandering verwijst
proces van en onderlinge waarop mensen zich van naar richting en
verwerving van een afhankelijkheden elkaar onderscheiden en tempo van
bepaalde identiteit. tussen mensen in een tot elkaar verhouden en ontwikkelingen in de
gezin of familie, tussen de manier waarop samenleving en de
leden van een groep, samenlevingen in sociale (on)mogelijkheden
in de maatschappij en zin vorm geven aan deze deze te beïnvloeden.
op het niveau van de verschillen. Het verwijst
staat. ook naar onderlinge
betrekkingen tussen
staten.
Identiteit = Het beeld Groepsvorming = Het Samenwerking = Het Rationalisering = Het
dat iemand van tot stand komen van proces waarin individuen, proces van het
zichzelf heeft, dat hij bindingen tussen meer groepen en/of staten ordenen en
uitdraagt en anderen dan twee mensen, relaties vormen om hun systematiseren van
voorhoudt en dat hij doordat ze elkaar handelen op elkaar af te de werkelijkheid met
als kenmerkend en beïnvloeden en stemmen voor een de bedoeling haar
blijvend beschouwd gemeenschappelijke gemeenschappelijk doel. voorspelbaar en
voor zijn eigen waarden en normen beheersbaar te
persoon en dat is ontwikkelen. maken en van het
afgeleid van zijn doelgericht inzetten
perceptie over van middelen om zo
groepen waar hij/zij efficiënt en effectief
juist wel of niet deel mogelijk resultaten
van uitmaakt. te halen.
Socialisatie = Het Sociale cohesie = Het Conflict = Een situatie Staatsvorming = De
proces van overdracht aantal en de kwaliteit waarin individuen, institutionalisering
en verwerving van de van de bindingen die groepen en/of staten van politieke macht
cultuur van de mensen in een ruimer elkaar tegenwerken om tot een staat.
groep(en) en sociaal kader met de eigen doelen te
samenleving waar elkaar hebben, het bereiken.
mensen toe behoren. gevoel een groep te
Het proces bestaat uit zijn, lid te zijn van een
opvoeding, opleiding gemeenschap, de
en andere vormen mate van
van omgang met verantwoordelijkheid
anderen. voor elkaars welzijn,
en de mate waarin
anderen daar ook een
beroep op kunnen
doen.
Acculturatie = Het Politieke institutie = Macht = Het vermogen Democratisering =
aanleren en Complex van min of om hulpbronnen in te Het proces van
verwerven van een meer geformaliseerde zetten om bepaalde verandering van de
andere cultuur of regels die het gedrag doelstellingen te bereiken machts- en
elementen daaruit, van mensen en hun en de gezagsverhoudingen
dan die waarin onderlinge relaties handelingsmogelijkheden door een grotere
iemand is opgegroeid. rond politieke van anderen te beperken inspraak en
machtsuitoefening en of te vergroten. medezeggenschap
politieke van degenen met
besluitvorming minder macht.
reguleren.
Politieke socialisatie = Sociale institutie = Gezag = Macht die als Institutionalisering =
Het proces van Complex van min of legitiem beschouwd Het proces waarbij
overdracht en meer geformaliseerde wordt. een complex van
verwerving van de regels die het gedrag waarden en min of
politieke cultuur van van mensen en hun meer
de groep(en) en onderlinge relaties geformaliseerde
samenleving waar reguleren. regels vastgelegd
mensen toe behoren. wordt in standaard
Het proces bestaat uit gedragspatronen,
opvoeding, opleiding die het gedrag van
en andere vormen mensen en hun
van omgang met onderlinge relaties
anderen. reguleren.

,Cultuur = Het geheel Representatie = De Sociale (on)gelijkheid = Individualisering =
van voorstellingen, vertegenwoordiging Een situatie waarin Het proces waarbij
uitdrukkingsvormen, van een groep in verschillen tussen individuen in
opvattingen, waarden (politieke) organisaties mensen in al dan niet toenemende mate
en normen die door één of enkele aangeboren kenmerken, hun zelfstandigheid
mensen als lid van betrokkenen die consequenties hebben op verschillende
een groep of namens de groep voor hun gebieden kunnen
samenleving hebben optreden. maatschappelijke positie vergroten.
verworven. en leiden tot een
ongelijke
verdeling van schaarse
en hooggewaardeerde
zaken, van waardering
en behandeling.
Ideologie = Een Representativiteit = De Globalisering = Het
samenhangend mate waarin de proces van
geheel van (politieke) besluiten, de uitbreiding en
beginselen en standpunten of intensivering van
denkbeelden, meestal achtergrondkenmerken contacten en
uitmondend in ideeën van afhankelijkheden
over de meest vertegenwoordigers over zeer grote
wenselijke overeenkomen met die afstanden en
maatschappelijke en van de groep die landsgrenzen heen.
politieke vertegenwoordigd
verhoudingen. wordt.
Cultuur = Het geheel
van voorstellingen,
uitdrukkingsvormen,
opvattingen, waarden
en normen die mensen
als lid van een groep
of samenleving
hebben verworven.




Vorming
Vorming Het hoofdconcept vorming verwijst naar het proces van verwerving van
een bepaalde identiteit.
Het proces van socialisatie
Socialisatie  Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de
groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit
opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.
Cultuur  Het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden
en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.
Culturen zijn tijd- en plaatsgebonden (=relatief). Socialisatie kan bijdragen aan
cultuurverandering.
Op den duur internaliseren (=het proces waarbij mensen zich door socialisatie
bepaalde sociale regels maken) de waarden, normen, opvattingen en gedragingen.
Via socialisatie krijgen mensen ook stereotypen en vooroordelen overgedragen en
maken zij zich die eigen. Stereotypen  vaststaande beelden, generalisaties en
veronderstellingen over een groep mensen; vooroordelen zijn meningen over een
groep mensen, niet gebaseerd op feiten.

Twee specifieke vormen van socialisatie;
1. Enculturatie = het aanleren en verwerven van de (sub)cultuur van de
samenleving waarin men geboren wordt.
2. Acculturatie = het aanleren en verwerven van een andere cultuur of
elementen daaruit, dan die waarin iemand is opgegroeid.
Socialisatieprocessen verschillen naar milieu waarin iemand opgroeit. De ene groep
heeft meer economisch (financieel bezit), sociaal (connecties, netwerken) en
cultureel (culturele competenties, waaronder kennis, houdingen, opvattingen en
smaak) kapitaal dan de andere groep.

, 5 functies socialisatie;
1. Het continueren van de cultuur in de samenleving door het overdragen van
opvattingen, waarden en normen word een cultuur standgehouden
(continuerende functie).
2. Het veranderen van de cultuur in de samenleving  acculturatie zorgt ervoor
dat een oude en een nieuwe cultuur wordt samengevoegd. Ook zorgt social
media ervoor dat culturen veranderen (veranderende functie).
3. Het binden van mensen met de groep en de cultuur  het identificeren met
een groep zorgt voor binding (bindende functie).
4. Het ontwikkelen van een identiteit per individu  het opgroeien in een
bepaalde cultuur zorgt voor het ontwikkelen van een identiteit (identificerende
functie).
5. Het gedrag van mensen voorspelbaar maken (gedragsregulering)  gedrag
wordt aangeleerd zodat gedrag voorspelbaar wordt (gedragsregulerende
functie).

Nature/nurture invloeden;
- Nature  biologische of erfelijke factoren.
- Nurture  opvoeding en omgevingsfactoren.

Hypothesen over de mate waarin massamedia invloed hebben op mensen;
- Cultivatiehypothese  stelt dat de groep mensen die veel naar bepaalde
soorten programma’s kijkt, daardoor meer beïnvloed wordt in het beeld dat zij
van de werkelijkheid heeft dan de groep die dit niet doet.
- Opinieleidershypothese  gaat in op de invloed die opinieleiders/idolen direct
of indirect hebben op mediagebruikers.
- Mediaframing hypothese  stelt dat de manier waarop media een onderwerp
belichten (frame), van invloed is op de wijze waarop de ontvangers van die
boodschap over het onderwerp gaan nadenken en praten.
- Selectiviteitshypothese  benadrukt dat menen keuzes maken uit het media-
aanbod zowel door selectieve blootstelling, selectieve perceptie als selectief
onthouden. (mensen die beweren dat er veel criminaliteit is lezen veel over
criminaliteit).
Referentiekader = geheel aan geleerde waarden/opvattingen waarmee je de
maatschappij ziet. Ook wel de sociale bril genoemd.

De vorming van identiteit
Identiteit  Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdragt en anderen
voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon
en dat is afgeleid van zijn perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist niet deel
van uitmaakt.
Identiteit bestaat uit 3 lagen;
1. Persoonlijke identiteit. (micro)
2. Groepsidentiteit. (meso)
3. Sociale identiteit. (macro)

Cultuur en dimensies van Hofstede
Cultuur  Het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden
en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophieschroer1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.25
  • (0)
Add to cart
Added