Fundamentele rechten opdrachten
Week 1
1. In de middeleeuwen werd beperking van overheidsmacht vastgesteld in
overeenkomsten tussen de vorst en een bepaalde stand zoals bijvoorbeeld in de
magna charta waar werd vastgelegd dat de freeman door gelijken werd berecht.
2. A. Natuurlijke rechten zijn het recht op leven, vrijheid en eigendom volgens Locke. De
overheid komt tot stand die voorziet in de functies die ontbreken in de
natuurtoestand.
B. Hobbes zijn theorie voorziet enkel het recht op zelfbehoud met alleen het belang
van veiligheid terwijl het contract van Locke ook voorziet in het recht op vrijheid en
eigendom
3. A Grondrechten zijn rechten die de mens van nature behoren toe te komen.
B. de rechten verzorgen het recht to respect (de overheid heeft plicht zich te
onthouden), to protect (rechten tussen burgers onderling te waarborgen en to fulfill
(faciliteiten verschaffen).
4. A. In Rasti Rostelli was de gemeente als privaatrechtelijke instantie gehouden aan het
recht van vrijheid van meningsuiting, De gevangenisdirecteur in Vereniging
Gedetineerden kon worden getoetst of aan het recht van vrijheid van vereniging en
vergadering was voldaan en in Vo vs Frankrijk werd Franse invulling van
beleidsruimte volgens artikel 2 EVRM getoetst.
B. In het Vo vs Frankrijk arrest omdat de wide margin of appreciation ofwel hoe het
volk over de kwestie van toekennen van rechten aan ongeboren leven denkt
doorslaggevend was voor de uitspraak en in een ander land anders had kunnen
uitpakken.
C. Art. 18 lid 2 en art. 19 Gw.
D. het kan gezien worden als een tegenhanger van de overheidsmacht en die dus te
beperken
5. - Grondrechten zijn gebaseerd op een westers-liberaal mensbeeld
- Veel landen slagen er niet in sociale grondrechten te faciliteren op economische
gronden
-Verschillen van opvatting over de mogelijkheid grondrechten te beperken (spanning
opruiing en vrijheid van meningsuiting)
6. ?
7. A. de onthoudingsplicht van de overheid
B. zorgplicht van de overheid met een inspanningsplicht
C. lid 1 faciliteert een inspanningsplicht en is dus een sociaal grondrecht terwijl lid 2
overheidsingrijpen belet en dus een klassiek grondrecht is
8. A. Door WO2 werd duidelijk dat grondrechten niet bestand waren tegen de ideen van
de Nazi’s waardoor werd getwijfeld aan de waarborging van grondrechten bij de
nationale staat te leggen en in plaats daarvan een internationaal karakter te geven.
B. “behouden voor gesel van de oorlog, die tweemaal in ons leven onnoemelijk leed
over de mensheid heeft gebracht”
C. “vertrouwen in de mens, de waardigheid en de waarde van de menselijk persoon”
9. A. Volgens het Verenigde Gedetineerden arrest kan de gevangenisdirecteur de
vrijheidsbeneming redeneren uit het feit dat internettoegang niet behoort tot de
rechten van een gevangene
, B. Artikel 7 lid 3 Gw geeft eenieder het recht gevoelens zonder door andere verlof te
krijgen.
C. Mijns inziens worden deze rechten ingeperkt op het moment dat iemand in het
huis van bewaring wordt opgesloten.
Week 2
1. A. Een Comité van drie rechters of bij eenvoudige zaken een rechter
B. -De nationale rechtsmiddelen zijn niet uitgeput
-Het verzoekschrift is niet ingediend binnen 6 maanden na uitputting nationale
rechtsgang
-Het verzoekschrift is anoniem gedaan
2. Ja, de Nederlandse rechter is nu gehouden de nationale wet conform de uitspraak
van het Europese Hof uit te leggen en wanneer dit niet mogelijk is de wet buiten
toepassing te laten.
3. A. Er is spraken van een godsdienst zoals neergelegd in het pastafirische pasfoto
arrest en de gedraging heeft genoeg samenhang met het geloof echter is de APV niet
in grote maten beperkend voor het belijden van de godsdienst net als in het Pichon
en Sajous vs. Frankrijk arrest en valt dus buiten de reikwijdte van 9 EVRM.
B. Systematische interpretatiemethode
4. A. De individuele klachtenprocedure van het IVBPR en EVRM
B. ?
C. Eerst bij het HvJEU daarna bij IVBPR
D. Ja, de uitspraak van het Europees Hof is bindend en het Comite niet
5. In het vergelijkbaar arrest verfbom werd geoordeeld door de HR dat een inbreuk op
art. 10 EVRM toegestaan was als ter bescherming van de goede naam van een ander
en er niet deelgenomen was aan enig debat over deze overtuiging.
6. Nee, aan de hand van het Sejdic en Finci vs. Bosnie arrest kan gesteld worden dat een
ondemocratisch parlement niet alitjd in strijd is met het kiesrecht als het niet
beschikt over ruime wetgevende macht en dus is de Eerste Kamer niet in strijd met
art. 3 Eerste Protocol EVRM.
7. A. Er moet bepaald worden of er een zekere mate van overtuigingskracht, ernst,
samenhang en belang is (patafarische pasfoto) en daarnaast zou gekeken moeten
worden of de maatregel dusdanig beperkend is voor het belijden van de godsdienst
B. Nee, mijns inziens zou er geen afbreuk gedaan worden aan de mogelijkheden van
het geloof (als hier al gesproken zou kunnen worden over een geloof) wanneer de
muziek zachter zou staan of met koptelefoons gewerkt werd.
8. ?
9. Mijns inziens valt een e-mail niet onder drukpers omdat een e-mail niet uitsluitend
de strekking hoeft te hebben ter uitgave maar eerder een persoonlijke strekking
heeft en dus niet verenigbaar is volgens de tekstuele interpretatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tobiasvernooij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.