Week 1
2
Positief recht= het recht zoals het is neergelegd door de wetgever
Casuistiek= juridische problemen oplossen door uitspraken van rechters te bestuderen
Privaatrecht:
-tussen burgers
-maakt relaties mogelijk
-gelijkwaardig en zelfstandig dingen regelen (binnen de regels)
-eigen belang behartigen
Publiekrecht:
-relatie burger en overheid
-burger ondersgeschikt aan de overheid
-staatsrecht bevat de grondwet en inrichting van de staat
-bestuursrecht zijn regels voor handhaving
-strafrecht zijn de sancties op overtredingen
Materieel recht= feitelijke wetten
Formeel recht= hoe het recht gehandhaafd moet worden
3
Rechterlijke macht:
Zittende magistratuur zijn rechters die hun uitspraak baseren op feiten
Staande magistratuur is het OM die zijn zaak baseert op opsoroing
De 11 rechtbanken doen een vonnis waarna men in hoger beroep kan gaan bij een van de 4
gerechtshoven hierna kan in cassatie gegaan worden bij de hoge raad.
Absolutie competentie= welke rechter bevoegd is te oordelen (kantonrechter tot 25000)
Relatieve competentie= rechter in arrondissment van gedaagde behandelt de zaak (wie eist die
reist)
Week 2
4
De casus van de grotverkenners is bedacht door Lon Fuller. De rechtsvraag die luidt als volgt: Zijn de
overlevende grotverkenners schuldig aan moord of zelfbehoud?
Feiten:
Door een aardbeving zitten 5 grotverkenners vast. Via een radiosignaal horen zij dat het minimaal 10
dagen duurt voordat zij bevrijd zouden kunnen worden, de reddingsactie wordt bekostigd door het
volk en er komen mensen om. Zonder eten en drinken zouden zij het niet overleven. Een dokter
bevestigde dat door een lichaam op te eten ze het wel zouden overleven. Door dobbelen zouden zij
overeenstemmen wie het zou worden, Roger Wetmore.
Vragen die gesteld kunnen worden zijn:
Was er spraken van een eerlijke selectieprocedure?
Heeft het feit dat het een extreme situatie is invloed?
Is het offeren van een mensenleven gerechtvaardigd om andere te redden?
Kan aan een mensenleven een relatieve waarde hangen?
Is de publieke opinie waardevol?
Is de mogelijkheid tot gratie een oplossing?
, 5
De rechter en jury oordeelde dat de grotverkenners ter dood veroordeeld moesten worden maar
vroegen om een gratie. In hoger beroep beslissen 5 verschillende rechters. Bij gelijkheid van
stemmen blijft het vonnis in stand.
-Truepenny, de voorzitter, vindt dat de grotverkenners moeten worden veroordeeld worden omdat
dit de enige mogelijkheid volgens het recht is, terwijl vrijspraak rechtvaardig is. Recht en
rechtvaardigheid zijn dus gescheiden. Hij sluit zich aan bij het verzoek van gratie. Veroordeling
-Foster (natuurrecht) is van mening dat als de doodstraf onrechtvaardig is dat er geen veroordeling
kan volgen. Door ons gezonde verstand kan worden bewezen wat rechtvaardig is. Recht en
rechtvaardigheid moeten verbonden zijn. Vrijspraak
1. Het recht moet niet gevolgd worden door: extreme situatie, grotverkenners vonden zich
territoriaal buiten de staat en het handelen moet beoordeeld worden vanuit hun eigen afspraken.
2. het recht moet moreel geloofwaardig geïnterpreteerd worden: doel wet is afschrikken maar door
extreme situatie zal deze situatie niet vaker voorkomen.
-Tatting weigert te beslissen maar heeft wel kritiek op Foster:
-Wanneer was er spraken van een extreme situatie waardoor het positieve recht niet meer gold?
Weigert te oordelen
-Keen (rechtspositivisme) vindt dat het recht strikt toegepast moet worden en dus een veroordeling.
Door de scheiding van machten moet gratie niet worden gesteund. Morele overwegingen moeten
worden gescheiden van juridische. Veroordeling
-Handy (rechtsrealisme) vindt dat de eigen overtuiging en publieke opinie moeten meewegen om het
maatschappelijk aanvaardbaar te houden. Het recht moet gebruikt worden als middel om tot de
gewenste uitspraak te komen. Vrijspraak
De grotverkenners worden ter dood veroordeeld.
week 3
7
Bij de casus van de grotverkenners komt de spanning naar boven tussen het recht en hoe de mens
een uitkomst liever had gezien. Met aan de ene kant het natuurrecht en de andere het
rechtspositivisme.
De theorie van het natuurrecht is gebaseerd op een hogere wet die niet door mensen is bedacht
maar al bestond. Deze wet is rechtvaardig, universeel en onveranderlijk. Men heeft vrijheden en
rechten zoals het recht op zelfbehoud en zelfbeschikking.
Een voorbeeld van het natuurrecht zijn de mensenrechten
Sterke these: Lex injusta non lex est: positieve recht verliest zijn geldigheid
Milde these: onrechtvaardig recht is wel bindend maar moet moreel geloofwaardig worden
uitgelegd
Een nadeel is dat niet iedereen het eens is met wat moreel juist is en ontstaan er dus wrijvingen.
Rechtspositivisme gaat ervanuit dat recht gemaakt is door de mens. Het recht moet onderscheiden
worden van wat volgens jou moreel het juiste is. Vooraf is duidelijk wat het recht verlangt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tobiasvernooij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.