1.1
In zekere zin is de primaire groep de bemiddelaar tussen de cultuur en de maatschappij
enerzijds en het individu anderzijds. Door groepen is het individu aan maatschappij en
cultuur verbonden
Maatschappij groep individu.
1.2
De term groepsdynamica is redelijk nieuw er is ook veel weerstand tegen. Het denken in
termen van groepen vereist dan ook een nieuw referentiekader, namelijk het loslaten van de
neiging zichzelf als individu centraal te stellen.
Groepen kunnen een bedreiging zijn voor individuele vrijheid en autonomie. Ook kunnen
kleine groepen een gevaar zijn voor het grotere geheel.
1.3
De gedachte dat individu en maatschappij twee gescheiden entiteiten zijn die vervolgens
weer verbonden moeten worden, hangt samen met een zeer bepalend mensbeeld: het beeld
van de autonome, onafhankelijk van anderen handelende en existerende mens. In dit
individualistisch mensbeeld wordt de mens opgevat als gesloten persoonlijkheid. Het individu
lijkt zoiets te zijn dat buiten de maatschappij bestaat.
De opkomst van dit mensbeeld is sterk gestimuleerd door de versnelde en toenemende
individualisering. Deze individualisering is historisch en cultureel bepaald. Dit zien we terug
als we onze westerse ik-cultuur vergelijken met de niet westerse wij-cultuur.
Groepsdynamica kan bijdragen tot gewenning aan het andere mensbeeld: het beeld van de
mens als open persoonlijkheid.
Gestaltpsychologie: we moeten van het geheel uitgaan om meer te begrijpen van de
samenstellende delen.
1.5
Groepen zijn er in veel verschillende soorten. Globaal ingedeeld:
- Groepen die onze sociaal-emotionele behoefte bevredigen.
- Groepen die tegenmoetkomen aan onze belangen en rationele behoeften.
,Hoofdstuk 2
2.2
Elke groep functioneert op twee niveaus: een taakniveau en een sociaal emotioneel niveau.
Het taakniveau verwijst vooral naar de inhoud van de groepsactiviteit. Het sociaal-emotionele
niveau verwijst naar de manier waarop men met elkaar omgaat.
Homans maakt onderscheid tussen het externe en het interne systeem. Het externe systeem
omvat alles wat er zich in een groep afspeelt om als groep ten aanzien van de buitenwereld
te kunnen blijven voortbestaan.
Daarnaast is er het interne systeem dat alle activiteiten omvat die voortbloeden uit het
interne groep functioneren.
2.12
Er zijn een aantal thema’s die in de groepsdynamica onderzocht zijn en waaronder een rijke
theorievorming bestaat:
- Interactie: de groep moet klein genoeg zijn om elk van de leden in staat te stellen
rechtstreeks met elkaar in contact te komen.
- Persoonswaarneming: tot stand komen van eerste indrukken.
- Stereotypering: groepsleden neigen soms tot stereotypering van mensen die niet tot
de groep behoren.
- Communicatie: belangrijkste vorm van interactie. Heeft twee hoofdfuncties: zakelijk
en rationeel.
- Besluitvorming
- Leiderschap: taakgerichte leiders en sociaal-emotionele leiders
- Groepsontwikkeling: zes fasen: voorfase, oriëntatiefase, invloedsfase, affectiefase,
fase van de autonome groep, afsluitingsfase.
- Feedback: een van de manieren waarop groepen intern hun evenwicht bewaren.
Hoofdstuk 3
3.3
We zien vaak dat mensen lid worden van een groep vanuit een bepaald belang of een
persoonlijke behoefte. Wanneer een groep er niet in slaagt om te voldoen aan de behoefte of
belangen van haar leden, komt het voortbestaan van de groep in gevaar.
3.7
Interactie kan veel vormen hebben: verbale interactie, lichamelijke interactie, emotionele
interactie. Homans spreekt van interactie als een bepaalde activiteit van iemand wordt
gestimuleerd door de activiteit van iemand anders.
3.8
Nadat er interactie op gang komt en een losse verzameling individuen tot een groep vormt,
zullen volgens Hare de volgende vier kenmerken zichtbaar worden:
1. De leden delen motieven of doelen die richting geven aan de groep.
2. De leden ontwikkelen een reeks van normen die grenzen aangeeft ten aanzien van
de relaties tussen groepsleden en ten aanzien van de groepsactiviteit.
3. Bij langer durende interactie kristalliseert zich een reeks rollen uit en gaat de nieuwe
groep zich onderscheiden van andere groepen.
4. Er ontstaat een netwerk van interpersoonlijke attracties op basis van sympathieën en
antipathieën voor elkaar.
3.10
Primaire groepen worden gekenmerkt door persoonlijke, intieme relaties in directe
contactsituaties en door spontaan gedrag.
, In een secundaire groep zijn de relaties koel, onpersoonlijk, rationeel en formeel. In een
primaire groep is de sociale afstand tussen groepsleden erg klein, in een secundaire groep
juist groot.
3.11
In een psychegroup is er psychologische participatie, van een sociogroup ben je alleen in
naam lid. In een psychegroup overheersen de affectieve bindingen. In een sociogroup
overheersen de zakelijke en maatschappelijke relaties.
3.12
Als doel, rollen en normen vaag en impliciet blijven, spreken we van een informele groep. Ze
ontstaan spontaan vanuit gemeenschappelijke belangstellingen en ze worden in stand
gehouden door interpersoonlijke attractie. Informele groepen zijn autonoom.
Formele groepen zijn in hoge mate georganiseerd door hun werk- of taakorganisatie. Zulke
groepen zijn niet autonoom en in het lidmaatschap spelen veel onvrijwillige factoren mee.
Homans heeft erop gewezen dat elke groep bestaat uit een extern en intern systeem. Het
interne systeem kunnen we de informele groepsstructuur en de groepsprocessen noemen.
3.13
Een lidmaatschapsgroep is een groep waartoe je formeel behoort, meestal alleen nominaal.
Een referentiegroep is een groep waarin het individu echt als persoon participeert.
Om eigen gedrag te evalueren vergelijkt iemand zichzelf met andere groepsleden van zijn
referentiegroep. Referentiegroepen hebben daarnaast ook een normatieve functie. Dit houdt
in dat het individu geëvalueerd wordt door de groep en dat hij waardering of afwijzing krijgt.
3.14
Ingroup is als de wij-groep en de outgroup is de zij-groep. De ingroup omvat onszelf en
iedereen die wij met wij willen aanduiden. De outgroup bestaat uit alle anderen. Hierbij zijn
twee belangrijke principes:
1. Stereotypering: de ingroup leden leiden tot stereotypering van de outgroup leden.
De personen in de outgroup worden op een hoop geschoven.
2. Vijandige opstelling tegen de buitenwereld: elke bedreiging van buitenaf versterkt
de cohesie en solidariteit van de ingroup.
3.16
Overeenkomsten tussen trainingsgroepen en therapiegroepen:
- Leersituaties met het tot stand brengen van veranderingen als doel.
- Benadrukken nauwkeurig leren communiceren.
- Geen onderscheid tussen taak- en procesfuncties.
- Doelen zijn van individuele leden.
- Agenda vloeit voort uit eigen functioneren van de groep.
- De bijeenkomsten lijken het waardevolst wanneer er sprake is van een kernconflict.
Verschillen:
- Verschil in doelstelling
- Verschil in rol en functie van de leider
- Tijdsperiode
- Bedreiging van de situatie.
3.17
Groepen waarin het hoofd centraal staat, zijn cognitief georiënteerd. In zulke groepen gaat
het over het verwerven van inzicht en staat informatieoverdracht centraal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukvanderwielen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.