1. Algemeen, bestanddelen, natrekking en verkrijging 6. Pand- en hypotheekrecht
Goederenrecht is een absoluut recht, ofwel inroepbaar tegenover eenieder.
Vermogensrechten vertegenwoordigen een economische waarde. Het eigendomsrecht 5:1
BW is hier het meest omvattende voorbeeld van. Men is beschikkingsbevoegd (3:81/83 BW),
heeft het gebruiksrecht (5:1 lid 2). Echter wordt dit beperkt door recht van anderen,
wettelijke voorschriften zoals hinder 5:37 BW en ongeschreven recht duidend op 6:162 BW.
Ook heeft de eigenaar recht op revindicatie (5:2 BW).
Op dit vermogensrecht kan een beperkt recht 3:8 BW worden gevestigd 3:98 BW om een
deel van je genotsrechten of een zekerheidsrecht over te dragen aan een ander:
Pandrecht 3:236-258 BW is lening met een bijzonder verhaalrecht 3:278 BW met een
roerende zaak of vordering op naam als onderpand. Bij verzuim ontstaat recht van parate
executie (mededeling vereist) 3:248 BW en een verbod van toe-eigening 3:235 BW. Door te
lossen 3:249 lid 2 BW (vordering voldoen) voorkomt men de parate executie.
Pandrecht op roerende zaken:
-Vuistpandrecht 3:236 BW waarbij de zaak uit de macht van pandgever (schuldenaar). Mits
pandhouder te goeder trouw was bij de machtsverschaffing geniet hij derdenbescherming
3:238 BW behalve bij gestolen goed (3 jaar revindiceerbaar).
-Stil pandrecht 3:237 BW door onderhandse of authentieke akte, blijft in de macht van
pandgever. Bij voorbaat mogelijk de vestigingshandeling verrichten als de zaak voldoende
bepaalbaar is.
Pandrecht op vordering op naam:
-Openbaar pandrecht 3:236 BW door een akte (vormvrij) en mededeling aan de schuldenaar
-Stil pandrecht 3:239 BW door een authentieke of onderhandse akte zonder mededeling
Mulder/Rabobank: generieke omschrijving kan zorgen voor voldoende bepaalbaar als
achteraf kan vastgesteld kan worden om welke vorderingen het gaat.
Hypotheek 3:260 e.v. BW verzorgt de hypotheekhouder een lening met onroerend zaak
als onderpand doormiddel van een notariële akte ingeschreven in de openbare registers
inhoudende bepaling verhypothekeerde 20 Kadw.
De hypotheek kan niet bij voorbaat gevestigd maar wel beloofd 3:300 BW worden 3:97 lid 1
BW. Parate executie bij verzuim 3:268 BW door mededeling 544 Rv waar na levering en
voldane koopprijs de hypotheek tenietgaat 3:273 BW
-Het hulpzakenbeding 3:254 BW koppelt hypotheek en pandrecht als roerende zaken
duurzaam dienen of werktuigen bestemd voor het bedrijf
-Huurbeding 3:264 BW belet de mogelijkheid verhypothekeerde te verhuren.
Vruchtgebruik 3:201 BW opbrengst van andermans eigendom toe-eigenen.
Opstal 5:101 BW in, op of boven andermans grond werken of beplanting in eigendom
hebben.
Erfdienstbaarheid 5:70 BW is het toestaan andermans onroerende zaak te gebruiken.
Erfpacht 5:85 BW volledig genot van andermans onroerende zaak en haar vruchten.
Door het nemo plus-beginsel kan men niet meer beperkte rechten overdragen dan hij zelf
heeft. Bij faillissement geniet de beperkt gerechtigde een seperatistpositie via prior
tempore.
Beperkte rechten kunnen tenietgaan 3:81 lid 2 door:
Zaaksvervanging: het beperkte recht gaat verder op de nieuwgevormde zaak
, Verloop van tijd: door vervulling van de ontbindende voorwaarde
Afstand: 3:98 BW op dezelfde wijze als overdracht
Opzegging: enkel mogelijk als dit bedongen is
Vermenging: door bijv. erven van eigendom door iemand die voorheen een beperkt
recht op dit goed genoot. Zalco: door vermenging 5:14 jo. 5:15 BW vervalt beperkt recht
terwijl bij zaakvorming beperkt recht meegaat.
Door derelictie verliest 3:117 BW men zijn eigendom door bijvoorbeeld een fiets bij het
grofvuil te zetten.
Goodwill is de meerwaarde van een bedrijf door klantenkring, bedrijfspanden etc.
Registergoederen vereisen een inschrijving in openbare registers voordat de overdracht
voltooid is 3:10 BW. Onroerende zaken 3:3 BW zijn altijd registergoederen waarbij
doormiddel van 5:20 lid 1 sub e BW natrekking met de eigenaar van de grond volgt. In
Portacabin is gesteld dat de aard en inrichting om bestemd te zijn ter plaatse te blijven en de
naar buiten kenbare bedoeling de doorslag geven in plaats van het feit dat verplaatsing
technisch mogelijk is.
Prorail/Rijswijk bepaalt dat tijdelijke hulpfuncties van hoofdzaken geen bestanddeel zijn en
dus ook niet nagetrokken kunnen worden.
Bestanddelen 3:4 BW hebben geen zelfstandige functie waardoor het geen zaken zijn. Dit
wordt bepaald aan de hand van verkeersopvattingen of doordat het bestanddeel niet kan
losgemaakt worden zonder beschadigingen. Uit Depex/Curatoren volgen twee criteria:
1. Hoofdzaak en bestanddeel zijn in constructief opzicht op elkaar afgestemd.
2. Hoofdzaak is zonder bestanddeel onvoltooid.
Zalco II: Geen bestanddeel als fysieke gevolgen van afscheiding technisch mogelijk is maar de
kosten hiervan niet in verhouding is met de waarde van de zaak.
Als een voorwerp bestanddeel wordt van een zaak, vindt natrekking plaats 5:14 BW.
Het eigendom van vruchten die gevormd worden uit de zaak worden eveneens jouw
eigendom. Uit het Kuikenbroederij volgt dat kunstmatig uitgebroede kuikens niet langer
vrucht van de kip zijn door doorbroken band waardoor geen natrekking volgens 5:1 lid 3 BW
heeft plaatsgevonden maar een nieuwe zaak is ontstaan.
Absoluut toekomstige goederen oog hebben op nog te produceren goed of het is nog
bestanddeel. Beschikking over relatief toekomstige goederen is beoogd maar nog niet
verkregen.
Bij de vordering op naam staat de crediteur (aan wie betaald moet worden) vast terwijl bij
een vordering aan toonder 3:93 BW kenbaar wordt middels levering van een bon.
Verkrijging onder bijzondere titel vereist een specifieke verplichting tot overdracht terwijl
onder algemene titel de overdracht vanzelf gebeurt. De orginaire verkrijging ontstaat een
nieuw recht zoals schatvinding terwijl door derivatieve verkrijging van een ander recht
verkregen wordt waarbij beperkte rechten mee kunnen gaan (bijv. overdracht).
Volgens 3:99 BW verjaart het eigendom voorganger van roerende zaken na 3 jaar bij goede
trouw. Onroerende zaken na 10 jaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tobiasvernooij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.