1. De problemen met de Germaanse stammen ontstonden door het feit dat de Romeinen
afspraken met de Germanen hadden gemaakt in poging hun eigen rijk te redden. De
Romeinen lieten de Germanen binnen hun eigen rijk een gebied besturen, geheel onder hun
eigen gezag. Dit moest gezien worden als een bondgenootschap op Romeins terrein. Het
probleem hiermee was dat de Germanen erg onbetrouwbaar waren. Dit gaf natuurlijk ook
de kans om de Romeinen van binnenuit aan te vallen. Dit ging gepaard met het verval
binnenin het Romeinse rijk. Het bestuur viel langzaam weg en het was dus makkelijker om
gebieden binnen het rijk te veroveren.
2. De Bourgondiërs, de Visigoten, de Franken, de Angelsaksen, de Kelten, de Avaren en de
Longobarden of Lombarden
3. De Angelsaksen
4. Het algemenen beeld dat door de auteurs wordt gegeven is dat de Germanen die
Britannia en Noord- Afrika binnendrongen erg bruut waren. Zo toonden zij geen genade en
verwoesten ze alles in hun omgeving. Zeker de passage van Vita gaat duidelijk in detail over
hoe bruut deze volken waren. Ook hebben zij geen respect voor religieuzen, zoals Vita laat
zien. Het draait de Vandalen in dit geval, alleen maar om geld.
5. Deze verslagen zijn aan de ene kant erg betrouwbaar omdat ze zijn gemaakt door
enigszins ooggetuigen. Aan de andere kant zijn het ook slachtoffers geweest, waardoor er
dus een soort vooroordeel kan ontstaan en er ook redenen zijn om sympathie te kweken. Dit
is ook een reden om te oordelen dat deze verslagen juist niet betrouwbaar zijn.
6. De auteurs bedoelen met de term ‘Late Oudheid’ de periode van 250-800. Deze periode is
hiervoor gekozen omdat de auteurs deze periode zien als de periode waar het meeste is
gecreëerd en dat we nog steeds gebruiken. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van de
Romeinse codificaties in de rechtspraak. Dit ziet men nog steeds terug in Europa en Amerika.
7. De auteurs gebruiken de begrippen ‘distinctive’ en ‘decisive’, oftewel opvallend en
doorslaggevend. De auteurs beargumenteren dit als onwaar. Ze gaan hier in op het feit dat
deze periode helemaal niet zo was. Zo waren er bijvoorbeeld geen momenten van complete
instorting of gewelddadige periode. Maar aan de andere kant vinden de auteurs het wel een
belangrijke periode op een andere manier, zoals op het gebied van ‘uitvindingen’ die er toen
zijn gedaan. Ik vind deze argumentatie best onduidelijk. Het geeft niet echt een duidelijk
beeld van wat de auteurs nou echt vinden van deze ‘Late Oudheid’.
8. De voordelen zijn volgens Ward-Perkins dat de theorie over de ‘Late Oudheid’, bevestigd
dat de val van het Westen resultaat was van twee grootmachten die tegen elkaar streden.
Een ander voordeel is deze nieuwe visie de deur heeft geopend voor meer informatie en dus
ook meer verschillende visies rondom dit onderwerp.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller makigoede. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.